Fun and Fancy Free – Vrij en Vrolijk (1947)

Regie: Bill Roberts, Jack Kinney, Hamilton Luke, William Morgan | 70 minuten | animatie, familie, musical | Originele stemmencast: Cliff Edwards, Edgar Bergen, Luana Patten, Walt Disney, Clarence Nash, Pinto COlvig, Billy Gilbert, Anita Gordon, Dinah Shore

In ‘Fun and Fancy Free’ combineert Walt Disney twee verhalen die helemaal niets met elkaar te maken hebben tot één speelfilm. De beide verhalen worden aan elkaar verbonden door Japie Krekel (het geweten van Pinnochio) die een liedje zingt waaraan de film haar titel ontleent en daarmee het verhaal van Bongo bij de kijker introduceert.

Bongo is een getalenteerde circusbeer die bij elke voorstelling het publiek weer versteld doet staan, maar helaas zijn zijn verzorgers niet onder de indruk. Het beestje wordt vastgeketend in een kooi gezet en tijdens een treinreis droomt Bongo van het vrije leven. Het lukt hem natuurlijk zichzelf te bevrijden en hij komt terecht in een bos, waar Bambi en Stampertje elk moment tevoorschijn zouden kunnen komen. Hij geniet met volle teugen van zijn vrijheid en rechtvaardigt daarmee in zijn eentje de filmtitel. De kijker geniet met hem mee als hij kennis maakt met alle aspecten van de natuur, ondertussen zijn circusact niet vergetend (hij blijft rijden op zijn fietsje). De nacht verloopt minder prettig voor Bongo, hij kan de slaap maar niet vatten door alle vreemde geluiden die in het bos zijn. De volgende dag ontmoet hij een knappe meisjesbeer, Lulubell genaamd. Hij wordt halsoverkop verliefd op haar. Ze breekt zijn hart echter door hem te slaan en een andere intimiderende beer neemt meteen zijn plaats in. Dan leert Bongo een wijze levensles, die voor hem een verandering van zijn toekomst inhoudt. Het is een grappig verhaal, dat mooi getekend is. Er wordt zelfs nog enige spanning opgeroepen omdat je (in eerste instantie) niet weet waarom Lulubell Bongo slaat en je verwacht bijna dat Bongo terugkeert naar het circus.

Dan keert Japie Krekel weer terug op het scherm en leest hij een uitnodiging voor een feestje waar Charlie McCarthy, Mortimer Snerd (twee poppen) en buikspreker Edgar Bergen (vader van Candice ‘Murphy Brown’ Bergen) aanwezig zijn. Bergen vertelt het verhaal van de Happy Valley aan Luana Patten, een schattig negenjarig meisje, die de eerste van de twee contractacteurs van Disney was. De Happy Valley was altijd zonnig, de inwoners vrolijk, tot op een kwade dag de harp gestolen werd die verantwoordelijk was voor het geluk in de idyllische vallei. Dan begint het echte verhaal eigenlijk, namelijk de Disneyvertaling van het klassieke sprookje “Sjakie en de bonenstaak”. Mickey, Donald en Goofy spelen samen de rol van Sjakie (Jack in het Engels). Door honger gedreven dreigt Donald hun enige bezit, een koe, te slachten, maar Mickey heeft een beter idee en verkoopt het beest. Als hij echter thuiskomt met alleen een paar bonen (waar het trio al maanden op teert), wordt Donald kwaad en mept hij ze uit Mickey’s hand. Het waren echter magische bonen en die nacht groeit er een gigantische plant uit. Mickey, Donald en Goofy beklimmen de plant niet zoals in het sprookje, maar in hun slaap worden ze vanzelf naar boven getild. Bovenin de plant staat een kasteel, dat bewoont wordt door een kwaadaardige reus en laat die nu net de harp gestolen hebben. Mickey, Donald en Goofy zorgen ervoor dat de harp weer terugkomt en dat Happy Valley weer een leuke onbezorgde plek wordt om te leven.

Het laatste deel van ‘Fun and Fancy Free’ is verreweg het meest interessante. Niet alleen omdat het zulke bekende figuren zijn die de hoofdrol spelen, het verhaal heeft gewoonweg de meeste spanning. Het eind van de film komt onverwacht en weet de raamvertelling op een originele manier samen te smelten. De film is ook uniek omdat dit de laatste keer is dat Walt Disney zelf de stem van Mickey inspreekt, stemacteur James McDonald nam dit de daaropvolgende dertig jaar van hem over. De capriolen die Mickey, Donald en Goofy uithalen bij de reus zijn erg grappig en jong en oud zal hier van genieten.

Monica Meijer

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 3 april 1953