Gangs of New York (2002)

Regie: Martin Scorsese | 167 minuten | drama, misdaad, geschiedenis | Acteurs: Leonardo DiCaprio, Daniel Day-Lewis, Cameron Diaz, Jim Broadbent, John C. Reilly, Henry Thomas, Liam Neeson, Brendan Gleeson, Gary Lewis, Stephen Graham, Eddie Marsan, Alec McCowen, David Hemmings, Larry Gilliard Jr., Cara Seymour, Roger Ashton-Griffiths, Peter-Hugo Daly, Cian McCormack, Andrew Gallagher, Philip Kirk, Rab Affleck, Bill Barclay, Nick Bartlett, Robert Goodman, Tim Pigott-Smith, Liam Carney, Gary McCormack, David McBlain

‘Gangs of New York’ opent al gelijk vrij heftig met een bloederige veldslag tussen twee bendes, de zogenaamde “natives” onder leiding van Bill the Butcher en een groep Ierse immigranten die door de eerste groep als een verzameling inferieure elementen wordt gezien. Beide groepen maken geestdriftig gebruik van allerlei primitief aandoende steek-, hak- en slagwapens waardoor de strijd uiteindelijk op een waar bloedblad uitdraait. De jonge Amsterdam Vallon moet lijdzaam toezien hoe zijn vader ‘Priest’ Vallon (de leider van de Ierse immigrantengroep) sneuvelt door toedoen van de Butcher. De overwinnaars laten hem echter in leven en jaren later besluit Amsterdam wraak te nemen voor de moord op zijn vader.

Martin Scorsese heeft al vaker pogingen ondernomen om een filmisch portret te schetsen van zijn geliefde geboortestad New York en haar inwoners. Dit keer gooit hij het echter over een wat andere boeg en gaat hij terug in de tijd om het New York van de negentiende eeuw tot leven te wekken op het witte doek. Het wordt al snel duidelijk dat de huidige wereldstad in de negentiende eeuw een verre van prettige verblijfplaats was. Straatgeweld, armoede, wijdverbreide corruptie, etnische en sociale spanningen en tegenstellingen en rivaliserende politie- en brandweerafdelingen zijn slechts enkele voorbeelden van kwalen die de stad destijds teisterden en uitgebreid aan bod komen in ‘Gangs of New York’. Het is iedereen voor zich en naastenliefde of sociale betrokkenheid van andere mensen zijn zaken waar de personages in deze film zeker niet op hoeven te rekenen. Met name het personage William “Bill the Butcher” Cutting, een rol die op onnavolgbare en monumentale wijze wordt vertolkt door Daniel Day- Lewis, staat symbool voor de verdorvenheid van de in deze film geschetste grootstedelijke samenleving. In het eerste deel van de film komt Bill the Butcher vooral over als een moorddadige maniak en een echte onsociabele straatcrimineel. Dit beeld wordt echter al vrij snel bijgesteld. The Butcher blijkt namelijk tevens over het nodige intellect te beschikken, onderhoudt connecties met de belangrijkste (legaal gekozen) politici van de stad en heeft op politiek gebied een meer dan aanzienlijke vinger in de pap, kortom we hebben hier vooral te maken met een witteboordencrimineel met licht psychotische en moorddadige trekjes. Dat deze man in ‘Gangs of New York’ in de praktijk de machtigste figuur van de stad is, zegt genoeg over het morele universum waarbinnen dit verhaal zich afspeelt. De sfeer van hardheid en wetteloosheid die ‘Gangs of New York’ in al zijn geledingen uitstraalt, wordt nog verder versterkt door het uiterst gewelddadige karakter van de film. Het betere hak- en snijwerk wordt vrij compromisloos, expliciet en ontdaan van elke vorm van opsmuk in beeld gebracht, een gegeven dat wellicht niet iedere kijker met blijdschap zal vervullen, maar een benadering die zeker wel bijdraagt aan het realiteitsgehalte en het karakter van ‘Gangs of New York’. Verhaaltechnisch vertoont de film enkele onlogische wendingen (waarom doodt Amsterdam Bill bijvoorbeeld niet wanneer de gelegenheid zich voordoet), maar de vele visuele hoogtepunten en interessante personages die gedurende de film de revue passeren, zorgen ervoor dat deze kritische kanttekeningen vooral voetnoten zijn die niet veel afdoen aan de kwaliteit van deze rolprent als geheel.

Ondanks het feit dat de film vooral is opgebouwd rondom het personage Amsterdam Vallon, is ‘Gangs of New York’ twijfelloos meer dan louter een cinematografisch levensverhaal van deze Ierse jongeman. De film is vooral een geslaagde poging om een tijdsdocument te scheppen van de stad New York in de roerige negentiende eeuw. De sociale, economische en demografische transitie en groei van een grote stad in opbouw gaan nu eenmaal gepaard met groeistuipen en negatieve uitwassen, zo luidt de boodschap die deze film uit lijkt te willen dragen, waarmee ook gelijk het rauwe karakter van ‘Gangs of New York’ verklaard kan worden. De film kan ook opgevat worden als een metaforische of kleinschalige weergave van een transitieproces dat zich in deze fase van de geschiedenis in veel delen van de Verenigde Staten voordeed, namelijk de snelle overgang van een grotendeels semi-autarkische boerensamenleving naar een meer verstedelijkte, op handelskapitalisme gebaseerde maatschappij. ‘Gangs of New York’ is zeker geen vrolijke of lichtvoetige film en vertoont hier en daar ook zeker wel enkele zwakheden. Desondanks is deze productie, met name vanwege de authenticiteit, de visuele effecten en het goede acteerwerk, verplichte kost voor elke serieuze filmliefhebber.

Frank Heinen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 23 januari 2003