Gentlemen Broncos (2009)
Regie: Jared Hess | 90 minuten | komedie | Acteurs: Michael Angarano, John Baker, Robin Ballard, Steve Berg, Jemaine Clement, Kristie Conway, Jennifer Coolidge, Rod Decker, Isaac Demke, Halley Feiffer, Johnny Hoops, Héctor Jiménez, Jizelle Jade, Daniel Love, Suzanne May, Edgar Oliver, Josh Pais, John Pleshette, Jeanette Puhich, Clive Revill, John D. Richards Jr., Sam Rockwell, Isaac Russell, Jon Shere, Brian Unger, Edward Osborn, Benji Hughes, Mike White, Beau Dunn, Toiya Leatherwood, Heather Kelly McShane
Filmmaker Jared Hess was pas vijfentwintig toen hij een culthit scoorde met zijn film ‘Napoleon Dynamite’ (2004), de komedie die tevens de carrière lanceerde van acteur Jon Heder. Daarna volgde ‘Nacho Libre’ (2006), met Jack Black in de rol van kok met worstelambities. Beide films kenmerken zich door gortdroge humor, bizarre personages en dito verhaallijnen (die hij samen met zijn echtgenote Jerusha neerpent) en opvallend helder kleurgebruik. Hess maakt van die typische ‘love it or hate it’-films. Een select clubje mensen schaart zijn werk onder de categorie ‘briljant’, veel anderen kunnen er helemaal niks mee. Zijn derde speelfilm, ‘Gentlemen Broncos’ (2009), zal zo mogelijk een nóg kleinere groep mensen aanspreken. De film heeft geen aansprekende hoofdrolspeler van het kaliber van Heder of Black en is nog vreemder dan we al van Hess gewend waren. Acquired taste is het wellicht. De meeste filmkijkers zullen geen idee hebben wat ze met ‘Gentlemen Broncos’ aanmoeten.
Benjamin Purvis (Michael Angarano) is een verlegen, teruggetrokken zeventienjarige jongen die ervan droomt om het te maken als sciencefictionschrijver. Zijn grote held is Ronald Chevalier (Jemaine Clement), een befaamde auteur van gelijksoortige pulpboeken, die momenteel met een writersblock kampt. Benjamins morsige moeder (Jennifer Coolidge) heeft wat geld opzij gezet zodat haar zoon naar een zomerkamp voor aspirant-schrijvers kan. Daar ontmoet hij dan eindelijk zijn grote held, al blijkt Chevalier een omhooggevallen en onuitstaanbare kwal te zijn. In het kader van een wedstrijd levert Benjamin zijn beste verhaal, getiteld ‘Yeast Lords: The Bronco Years’, in bij de organisatie van het kamp. Chevalier zit in de jury. Hij is echter dusdanig onder de indruk van Benjamins verhaal, dat hij zijn idee steelt, het hier en daar wat aanpast en het onder zijn eigen naam publiceert. Uiteraard blijft dat bedrog niet lang geheim, zeker niet wanneer Benjamin en zijn nieuwe vrienden Tabitha (Halley Feiffer) en amateurfilmer Lonnie (Hector Jimenez) besluit ‘Yeast Lords: The Bronco Years’ te verfilmen.
Vreemd, dat is het woord dat het best van toepassing is op ‘Gentlemen Broncos’. Elk personage heeft niet een paar, maar een handvol eigenaardigheden. Benjamin is nog de ‘gewoonste’ van het stel. Zijn moeder zadelt hem op met ‘beschermengel’ Dusty (Mike White), een langharige zonderling die constant met een slang om zijn nek rondloopt. Met die mafketel achter hem aan is ook Benjamin niet zo ‘gewoontjes’ meer. Alsof de personages en het verhaal nog niet bizar genoeg zijn, scheept Hess ons op met nagespeelde scènes uit ‘Yeast Lords’ (zowel Benjamins als Chevaliers versie), met niemand minder dan Sam Rockwell in de rol van de held Bronco (in de geplagieerde versie omgedoopt tot Brutus). Omdat de steeds grotesker wordende scènes zich in de gedachten van schrijvers van pulpromans afspeelt, ziet het er ook nogal ‘pulp’ uit. Het hoort er allemaal bij, maar de gemiddelde filmkijker zal deze overdaad aan rariteiten niet kunnen plaatsen en, als gevolg daarvan, ook niet kunnen waarderen. Als de film zich dan ook nog eens tergend langzaam voortbeweegt, is de verleiding om de film af te zetten erg groot.
Maar pluspunten kent ‘Gentlemen Broncos’ gelukkig ook. De film opent direct met zijn artistieke hoogtepunt: gedurende de openingscredits worden we getrakteerd op een kleurrijke reeks covers van niet bestaande sci-fi klassiekers, die op de klanken van ‘In the Year 2525′ door Zager & Evans aan ons voorbijtrekken. Bij het zien van deze prachtige inleiding zijn de verwachtingen voor de film veelbelovend. Helaas worden die niet waargemaakt. Wie de film ook draaglijker maken zijn Jennifer Coolidge en Jemaine Clement, die hun bijrollen extra cachet geven. Coolidge is geknipt voor dit soort maffe rollen en buit haar beperkte screentime aardig uit, ook al weet Hess zelf niet welke kant hij met haar uitwil (haar uitlachen of sympathie voor haar opwekken). Clement floreert in zijn rol als de pretentieuze Chevalier, die zichzelf zo belangrijk vindt dat hij dag en nacht een headset aan zijn oor geklemd heeft, ook al wordt hij nooit gebeld. Zeker ten opzichte van de kleurloze Angarano brengt hij een beetje leven in de brouwerij.
Het lijkt erop dat Jared Hess met ‘Gentlemen Broncos’ wanhopig heeft geprobeerd het succes van ‘Napoleon Dynamite’ te evenaren, door even snel een film in elkaar te draaien, zonder goed na te denken over de invulling ervan. De grappig bedoelde scènes zijn op één hand te tellen (of je moet het dolkomisch vinden om te zien hoe er restjes braaksel blijven hangen op de lippen van Tabitha, nadat ze de misselijke Benjamin gekust heeft…) en komen allemaal op het conto van Jemaine Clement, die zich als enige staande houdt. Bovendien is ‘Gentlemen Broncos’ gewoonweg te vreemd voor de meeste mensen. Laten we hopen dat Hess ‘Yeast Lords: The Bronco Years’ niet als volgende filmproject ziet, want dat moet haast wel de slechtste film aller tijden zijn. Zo erg is het met ‘Gentlemen Broncos’ gelukkig niet gesteld, maar een schot in de roos zoals ‘Napoleon Dynamite’ was, is het zeker ook niet. Originaliteit kan Hess niet ontzegd worden, maar of dit rariteitenkabinet heel veel mensen aan zal spreken, is nog maar de vraag…
Patricia Smagge
Waardering: 2