God Shiva (1955)

Regie: Bert Haanstra | 12 minuten | documentaire | Acteur: Raden Mas Jodjana

De algemene titel van deze film en de openingstitels die vermelden dat de film vervaardigd is “in opdracht van het Ministerie van Voorlichting van de Republiek Indonesia en in samenwerking met de Stichting voor Culturele Samenwerking” doen vermoeden dat het hier om een belangrijke, veelomvattende, en informatieve documentaire is over hindoegod Shiva. Dit blijkt echter tegen te vallen. Als het resultaat van de film ook precies is wat het Ministerie van Voorlichting in gedachten had, dient zich de vraag aan waarover het publiek precies voorgelicht diende te worden.

Veel leert de kijker niet bij over de God Shiva. Slechts enkele basale feiten. Dat hij schepper van het leven en universum is, maar ook leven (weg)neemt. Deze simpele, globale informatie wordt vervolgens in dans uitgebeeld door de beroemde Indonesische danser prins Raden Mas Jodjana, die in deze film reeds tweeënzestig jaar oud was. Dit is het meest opmerkelijke aan de hele film, die eigenlijk alleen waarde heeft als dansfilm. De sierlijke en expressieve bewegingen van Jodjana, alsmede zijn gezichtsuitdrukkingen, zijn mooi om naar te kijken, maar ook dit aspect kan de aandacht van de kijker slechts beperkt vasthouden, omdat het meestal om een droge registratie gaat van deze danser, die zich voortdurend in hetzelfde decor bevindt. Er is weinig dat filmische meerwaarde geeft aan de bewegingen van Jodjana. Het camerawerk zoomt af en toe in op gezicht, handen, en voeten van de danser, maar is hierbuiten weinig dynamisch.

En had er niet wat meer informatie gegeven kunnen worden over Shiva en zijn plaats binnen het hindoeïsme dan wat de kijker nu voorgeschoteld krijgt? De god Shiva wordt gepresenteerd als vrijwel identiek aan de Westerse God, terwijl het toch wel wat gecompliceerder ligt. Wat vertegenwoordigt Shiva precies? En wat is bijvoorbeeld zijn relatie tot de andere Goden(manifstaties) in het hindoeïsme, Brahma en Vishnu? Vragen als deze, die de eigenheid van Shiva en het hindoeïsme beter duidelijk zouden kunnen maken, worden in Haanstra’s “documentaire” jammer genoeg niet gesteld. ‘God Shiva’ is voornamelijk een dansfilm. Gewoon een tamelijk onbeduidende serie beelden van een desalniettemin interessante Indonesische danser, die toevallig enkele daden of eigenschappen van Shiva verbeeldt. Voor liefhebbers van (dergelijke) dans of deze specifieke persoon heeft Haanstra’s ‘God Shiva’ nog wel wat te bieden. Diegenen die echter uitsluitend geïnteresseerd zijn in de filmkunst of wijsheden over Shiva zelf, kunnen deze film met een gerust hart overslaan.

Bart Rietvink