Gods eigen parochie (2011)

Regie: Sherman De Jesus | 58 minuten | documentaire

In ‘Gods eigen parochie’ schetst filmmaker Sherman de Jesus postuum een portret van de bijzondere pater Winand Kotte, die niet alleen de Utrechtse Willibrordkerk redde van de sloop, maar dankzij zijn halsstarrig en passioneel vasthouden aan de officiële Romeinse leer als rebel binnen de katholieke kerk ook veel volgelingen kreeg.

De negentiende-eeuwse Willibrordkerk aan de Minrebroerstraat is een neogotische kerk die in de jaren zestig op de lijst stond om gesloopt te worden, dankzij de zogeheten Tweede Beeldenstorm. Een katholieke zakenman (wiens zoon in de documentaire geïnterviewd wordt) trok zich het lot van het bouwval aan en heeft het gebouw gekocht. Een paar jaar later, in 1971, nam Winand Kotte de kerk in gebruik – hij ‘kraakte’ hem min of meer – zo’n vijftien jaar later kocht hij de kerk zelf. Dankzij de inspanningen van Kotte is de kerk gerenoveerd. De omvangrijke renovatie duurde ruim vijftien jaar: van 1990 tot 2006.

Sherman de Jesus begon met de voorbereidingen van ‘Gods eigen parochie’ in 2004, maar de eerste opnamen vonden pas in 2006 plaats, op de indrukwekkende begrafenis van Winand Kotte (onder applaus wordt hij de kerk uitgedragen). De dood van de pater was natuurlijk onvoorzien, voor zover dat onverwacht kan zijn bij iemand van 83. Hoe dan ook: het overlijden gaf een andere draai aan de documentaire en heeft er wellicht voor gezorgd dat het eindresultaat wat onevenwichtig is. Maar hoewel het te betreuren is dat de bevlogen pater niet zelf voor de camera heeft gestaan, weet de filmmaker dankzij interviews met zijn parochianen toch een redelijk beeld te geven van de eigenzinnige man. Kottes huishoudster bijvoorbeeld, spreekt vol trots en toewijding over hem, maar ook priester Antoine Bodar, die als kind van Kotte les kreeg in kunstgeschiedenis, komt veelvuldig aan het woord.

Verder is er in ‘Gods eigen parochie’ ruimte voor het verhaal van priester Peter Klos, die als enige de uitvaart van Kotte durfde te leiden. Hij volgde Kotte op en is al even controversieel. Hij verklaart openlijk steun aan de Mariaverschijningen zoals die in het Bosnische dorpje Medjugorje, die niet door het aartsbisdom erkend zijn. ‘Gods eigen parochie’ opent met beelden uit de onofficiële bedevaartsplaats. Hoewel dit ook een interessant uitgangspunt is voor een documentaire, lijkt De Jesus door het opnemen van dit onderwerp in zijn film te veel hooi op zijn vork te nemen. De documentaire zwabbert van het ene naar het andere verhaal en dat maakt het er voor de kijker niet duidelijker op.

Desondanks gaat de meeste tijd op aan het beschrijven van de visie van pater Kotte. Hij hield als conservatieveling vast aan de oude wijze van het katholieke geloof beleven. De omwenteling die Vaticanum II in de jaren zestig teweeg bracht zorgde voor de modernisatie van de kerk, maar pater Kotte trok zich daar niets van aan. Toen hij bij de feestelijke heropening van de kerk in 1971 zijn eerste mis hield in een overvolle Willibrordkerk (waaronder oud-minister van Buitenlandse Zaken Luns) was dat direct een succes. Archiefbeelden tonen aan hoezeer de parochianen onder de indruk waren van Kottes missen. Tegenstand was er ook: omdat de priester tegen de wil van het aartsbisdom gebruik maakte van de Willibrordkerk, werd hem door een kerkelijke rechtbank onder andere verboden de mis op te dragen en te preken, maar ook hier bekommerde pater Kotte zich niet om (in hoger beroep werd hij later vrijgesproken).    De Jesus laat niet alleen bewonderaars van Kottes visie aan het woord, ook tegenstanders, zoals Kardinaal Simonis, mag zijn verhaal doen. Helemaal uit de verf komt dit echter niet, want Simonis’ uitspraken blijven aan de oppervlakte.

‘Gods eigen parochie’ is – ondanks de wat chaotische opzet – niet alleen interessant voor mensen die meer van het katholieke geloof willen weten, ook liefhebbers van bouwkunst kunnen hun hart aan deze nog geen uur durende documentaire ophalen. De manier waarop Winand Kotte gevochten heeft voor de Willibrordkerk is erg bijzonder. Daarnaast geeft Sherman de Jesus met ‘Gods eigen parochie’ een aardig tijdsbeeld van Nederland van de jaren zeventig tot nu.

Monica Meijer