Goede buren (2018)
Regie: Stella van Voorst van Beest | 82 minuten | documentaire
In de winter van hun leven zijn weduwe Tilly (85) en weduwnaar Jan (81) verknocht aan hun “eigen gedoetje”; thuis een krantje lezen, een puzzeltje maken, muziek luisteren en diepzinnige gesprekken voeren met hun metgezellen, honden Skippy en Sandy. Beide klokjes tikken letterlijk nergens zoals thuis. Til en Jan hebben elkaar nog nooit ontmoet, zijn niet met elkaar getrouwd, maar hun levens hebben – naast de liefde voor hun honden – nog een overeenkomst: eenzaamheid.
In ‘Goede buren’ volgen we twee dappere Rotterdamse vrijwilligers: Wilma van 70 en haar overbuurvrouw Ada van 59. Samen gaan de dames namens de gemeente langs bij alleenstaande, op zichzelf wonende ouderen om eens polshoogte te nemen van hun woonsituatie, sociale agenda, behoeften, wensen en obstakels. Vaak is de tendens hetzelfde: “Het gaat prima, ik heb geen hulp nodig. Ik zie en spreek iedereen dagelijks.”
77% van de 75-plussers meent niet eenzaam te zijn. Helaas is dat vaak een afleidingsmanoeuvre om de gang naar een verzorgingshuis te omzeilen, bang om hun onafhankelijkheid kwijt te raken.
Til verklaart volmondig tegen Wilma en Ada dat ze haar familie, vrienden en buren regelmatig ziet en spreekt, maar in werkelijkheid danst ze alleen door de woonkamer met hondje Sandy als gezelschap. “Ben niet eenzaam hoor, ben je gek!” Echter, haar kinderen en familie heeft ze al tientallen jaren niet gezien en wie er dan op haar begrafenis zal komen, is haar een raadsel. Alsof Sandy haar kind is, vertelt ‘t “vrouwtje” hem over haar dag en belooft ze haar hondje dat ze rond half twaalf thuis zal zijn na haar verjaardagsfeestje bij de lokale bloemencorso. De nukkige Shih Tzu kijkt onverschillig met z’n kraaloogjes naar zijn baasje.
Jan, liefhebber van accordeonmuziek en hulpbehoevend, ontkent ook stellig dat hij eenzaam is en wenst ook geen hulp van instanties zoals het Nationaal Ouderenfonds. Hij krijgt immers al elke dag bezoek, zij het van de Thuiszorg om hem te helpen bij sanitaire handelingen. Saillant detail: hij is – in tegenstelling tot Tilly – al zeven jaar nauwelijks alleen buiten geweest. Nadat hij aan Ada toezegt om de soos te bezoeken voor een gezellige middag waarbij Skippy bij hoge uitzondering mee mag, slaat zijn beslissing om in angst voor het onbekende.
Voor filmmaker Stella van Voorst van Beest (’t Wordt toch niks’ en ‘Gevangenen van de grond’) was dit maatschappelijke thema één van de aanknopingspunten om de documentaire ‘Goede Buren’ te filmen. Fundamenteel voor haar project was landelijk ontstane commotie rondom de Rotterdamse Bep de Bruin in 2013. Pas tien jaar na haar dood is ze thuis gevonden. Niemand had haar gemist. Dit onderstreept het probleem dat ouderen het leven van een kluizenaar verkiezen boven het aanvaarden van gemeentelijke hulp om hun eenzaamheid te bestrijden.
Vanuit de gemeente is er een actiecomité opgericht. Zo stoffig als dat klinkt, zo inefficiënt is de themabijeenkomst. Dat vinden ook Wilma en Ada. Een jonge teamleider staat zijn toespraak keurig af te draaien en verzandt in onpersoonlijke managerstaal zoals “om eenzaamheid een stukje tijdig te signaleren en door te verwijzen”. Ada hoort de speech afkeurend aan. “Hij komt niet achter die voordeur, hij weet niet waar hij het over heeft.” Resoluut besluiten de dames hun eigen koers te blijven varen die voortkomt uit een goed hart. Een hele kluif, want probeer als vrijwilliger maar eens de eenzaamheid bij de ouderen bespreekbaar te maken zonder een vervelende bemoeial te zijn en toch de juist zo welkome zorg en aandacht te bieden. Met de gevleugelde uitspraak: “We zijn allemaal wel goede mensen, je moet ze alleen tegenkomen.” weten de volhardende lieverds Ada en Wilma wat ze te doen staat.
Lisette van der Meij
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 14 februari 2019