Golgo 13: Queen Bee (1998)

Regie: Osamu Dezak | 80 minuten | actie, animatie | Acteurs: John Di Maggio, Alex Fernández, Carlos Ferro, Joe Lala, Denise Poirier, Dwight Schultz, John Hostetter, Michael Sorich, Julia Fletcher, Eddie Frierson, Barbara Goodson, Susan Hickman, Scott Menville

De beste ‘hitman’ ter wereld is terug! Na 15 jaar kwam er (eindelijk) een vervolg op de underground-hit ‘The Professional: Golgo 13’. Helaas blijkt ook dit keer dat het vervolg stukken minder is dan het origineel. Deze sequel heeft bijna alle elementen die deel één uit de ‘Golgo 13-serie’ zo goed maakte overboord gegooid. Waar ging het fout? Niet bij het verhaal, want dat is best in orde. We maken kennis met de vrouwelijke terrorist Queen Bee. Huurmoordenaar Golgo 13 krijgt de opdracht om haar uit te schakelen. Al snel ontdekt hij dat zijn opdrachtgever een nogal dubieus en corrupt verleden heeft. Ondertussen moet de huurdoder het ook nog opnemen tegen de getraumatiseerde, volslagen krankzinnige Vietnamveteraan luitenant Bennings.

Er zijn massa’s betere verhaallijntjes neergepend, maar voor een actiefilm is het nog een redelijk te pruimen scenario. Bovendien was de eerste ‘Golgo 13’ ook niet gezegend met een origineel en sterk plot. Toch wist die productie boven het B-filmgarnituur uit te stijgen door de knappe animaties, de sterke, ijzingwekkende sfeer en goede soundtrack. ‘Queen Bee’ mist al die ingrediënten die het origineel zo genietbaar maakten. De angel is eruit, de ongekend hardheid waarmee ‘The Professional’ bekendheid vergaarde is compleet overboord gegooid. Ook mist de opvolger fantasievolle karakters en een eigen identiteit.

Toch begint de anime op een hoopvolle manier. Sterker nog, de introductie van de film doet erg denken aan een James Bond-film. Je wordt volop in de actie gesmeten en ondertussen klinkt er een swingende crooner die een soort vreemd gevoel van melancholie oproept. De zangers Fujimaru Yoshino en Hitomi Ono blijken Japanners te zijn die verbluffend goed Engels zingen. Hun titelnummer ‘Turquoise Blue’ is een sfeervol, stijlvol lied met een diepe songtekst. “Waarom al die aandacht voor één enkel nummer?,” zul je denken. Het antwoord op die vraag is simpel. ‘Turquoise Blue’ is het beste onderdeel van deze 80 minuten durende film. Dit lied is alles wat de film niet is: ‘cheesy’ maar sfeervol, gracieus, spannend, charismatisch en ingenieus.

Omdat ‘Queen Bee’ slechts één echte tegenstander van Golgo 13 kent, dat is Bennings, is de film veel minder actiegericht dan zijn voorganger. Het origineel zat volgestouwd met geweld en actie. De opvolger mist naast sterke spannende scènes ook de diepgang die ‘The Professional’ zo genietbaar maakte. Deel twee probeert krampachtig wat diepte in het verhaal te stoppen door zich sterk te focussen op het karakter van Queen Bee. Dit personage is een gebroken vrouw die na een verwoeste jeugd haar leven weer zin probeert te geven. Nu vecht ze een guerilla-oorlog tegen de corrupte, Amerikaanse presidentskandidaten. Helaas is Queen Bee’s karakter niet boeiend genoeg om je voor haar te interesseren. Dat hebben de makers van deze anime waarschijnlijk maar al te goed beseft, dus gooien ze het over een andere boeg. Door veel erotiek in deze opvolger te gooien, hopen de animatoren en regisseur Osamu Dezaki de aandacht vast te houden. Dat mislukt faliekant. Zo gebruikt Queen Bee haar lichaam om haar manschappen te ‘belonen’ en om haar zin te krijgen.

Een tekenfilm is nu niet bepaald het meest geschikte medium om erotisch getinte scènes te vertonen. De animatie is niet bepaald overtuigend en de seksscènes zien er nogal houterig en knullig uit. Al snel zul je je gaan irriteren aan de onzinnige quasi seksuele passages waarin ridicule filosofische dialogen zitten. Als het de intentie was om de film van opwindende passages te voorzien dan is dat niet gelukt. Nu kende ‘The Professional’ ook enkele van dergelijke scènes, maar die duurden veel korter en waren wat stijlvoller uitgevoerd. De tweede film mist de silhouetten en strak georganiseerde cameravoering die tijdens de romantische ontwikkelingen in beeld kwamen. Tsja. Een gemiste kans dus. De aandacht voor Queen Bee gaat ten koste van de hoofdpersoon Golgo 13, het lijkt erop alsof hij niet langer de hoofdrol speelt in zijn eigen film. Nu is de huurdoder een vrij vlak personage dat sterk leunt op zijn ‘coolheid’, maar in zijn eerste anime werd dat goed gecamoufleerd door de niet aflatende stroom aan keihard geweld. Nu is ‘Queen Bee’ ook niet voor de gevoelige zieltjes, er wordt een zwangere vrouw vermoord en ook onderwerpen als pedofillie en kindermoord niet geschuwd, maar het geweld maakt geen impact meer vanwege de platheid van de personages.

Ook op het vlak van de actie moet de film het afleggen. Dat is deels te wijten aan het teleurstellende tekenwerk. Vreemd genoeg ziet deze film er minder goed uit dan zijn voorganger. Een film die ruim 15 jaar ouder is! In de tussenliggende tijd is er veel veranderd in de animatiestudio’s, maar al die nieuwe ontwikkelingen zitten niet in ‘Queen Bee’, raar genoeg. De hoge mate van detail en de knappe camerastijl uit ‘The Professional’ worden wel geïmiteerd door de opvolger, maar het is maar een schim van het origineel. De animatie is houterig en er wordt veel te veel gewerkt met stilstaande beelden. Die ‘stills’ halen de vaart uit de prent, omdat ze te pas en te onpas gebruikt worden. Na afloop van de film valt op hoe leeg de prent is. Er zitten geen dubbele bodems in het verhaal, het uiterlijk is veel minder en de vaart valt geregeld weg. Dezaki heeft een zeer teleurstellende film gemaakt die op alle fronten de mist in gaat. Behalve in het geval van de briljante theme-song dan. Is er nog iets positiefs te vertellen over deze film?

Niet veel, maar de prent kent nog een paar aardige momenten. Bennings is nog wel een aardig personage ondanks zijn clichématige karakter. De krankzinnigheid en onvoorspelbaarheid maken dit figuur redelijk interessant. Helaas komt hij veel te kort in beeld. Ook de corruptie in de Amerikaanse regering wordt degelijk vertaald in de schimmige motieven van de presidentskandidaat en zijn ‘spindoctor’. De Amerikaanse stemacteurs in deze anime zijn goed op dreef en leveren knap werk af, iets wat niet vaak te zien is in de nasynchronisatie van Japanse cartoons. Ondanks de mindere kwaliteit van het tekenwerk is de animatie nog best te pruimen qua uiterlijk. Maar alle positieve opmerkingen rond de film kunnen er niet voor zorgen dat de film nooit de middelmaat van de B-film ontstijgt. Jammer.

Frank v.d. Ven