Gone to Earth (1950)

Recensie Gone to Earth CinemagazineRegie: Michael Powell, Emeric Pressburger, Rouben Mamoulian | 82 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Jennifer Jones, David Farrar, Cyril Cusack, Sybil Thorndike, Edward Chapman, Esmond Knight, Hugh Griffith, George Cole, Beatrice Varley, Frances Clare, Raymond Rollett, Gerald Lawson, Bartlett Mullins, Arthur Mainzer, Ann Titheradge, Joseph Cotten, Peter Dunlop, Louis Phillip, Valentine Dunn, Richmond Nairne, Owen Holder, Daniel Stephens

‘Gone to Earth’ (1950) is een bewerking van de gelijknamige roman van Mary Webb uit 1917. De Britse schrijfster (1881-1927) schreef over het platteland van Shropshire, een heuvelachtige streek in de West Midlands. Filmpartners Powell en Pressburger geven een mooie impressie van de regio, maar dat verhult niet de eenvoud van het verhaal.

De film was een samenwerking tussen producenten Alexander Korda en David Selznick, maar er ontstond een conflict, toen Selznick ontevreden raakte over het resultaat. Hij veranderde het verhaal voor de Amerikaanse markt en zo ontstond ‘The Wild Heart’ (1952). Deze nieuwe versie bevat volgens IMDb meer close-ups van Jennifer Jones, met wie hij getrouwd was.

Close-up-tekort of niet, het is leuk kennismaken met Jones. De in een jurk gehulde actrice rent blootvoets door de heuvels, met een vos in de armen. Ze speelt Hazel Woodus, een jonge negentiende-eeuwse vrouw. Hazel woont in een afgelegen huis bij haar vader, Abel Woodus (Esmond Knight). De brombeer heeft een combinatiebaan: hij maakt doodskisten, maar is ook harpist.

Hazel is een groot liefhebber van het dierenrijk. Favoriet is haar huisdier ‘Foxy’, die ze voor de vossenjacht probeert te behoeden. Ze gelooft ook in de kracht van magie. Zo verslindt ze een boek met spreuken en zweert ze op een heuvel dat ze zal trouwen met de eerste de beste kandidaat.

Zelf betovert Hazel twee heel verschillende mannen: dominee Edward Marston (Cyril Cusack) en landheer Jack Reddin (David Farrar). De eerste is teder en geduldig; de tweede ruw en heetgebakerd. Wanneer Marston haar ten huwelijk vraagt, accepteert ze het aanbod. Maar Reddin heeft zijn zinnen gezet op Hazel en blijft haar maar stalken. Kiest ze voor de dominee, die haar beschermt maar ook verveelt? Of valt ze voor de vurigheid van de landheer?

De film doet denken aan een ander romantisch drama van Powell en Pressburger: ‘I Know Where I’m Going’ uit 1945. In de eerste plaats vanwege de aandacht voor locatie. Daar zijn het de Schotse Hebriden, die een eigen karakter vormen. Bovendien komt het dilemma overeen: beide hoofdpersonages moeten kiezen tussen de zekerheid van het huwelijk en een onvoorspelbare vlam.

Al is er ook een verschil tussen Joan uit ‘I Know Where I’m Going’ en Hazel uit ‘Gone to Earth’. Joan is een vrouw met een missie (trouwen met een rijkaard), terwijl Hazel het leven eerder neemt, zoals het komt. Hun ontwikkeling lijkt daarnaast tegengesteld. Joan leert zich gaandeweg te onderwerpen aan de elementen, maar Hazel – al één met de natuur – leert juist keuzes te maken in haar eigen belang (en dat van Foxy).

Het sprookjesachtige ‘Gone to Earth’ imponeert met beelden van romantische heuvels en kleurrijke luchten. Het karakteristieke van de personages wordt ook mooi aangezet. Maar als je dit wegstreept, blijft er een wat dun verhaaltje over, dat qua schwung niet kan tippen aan ‘I Know Where I’m Going’.

Ester Šorm

Waardering: 3

Bioscooprelease: 19 april 1951
Speciale vertoning: The Creative Worlds of Powell & Pressburger, Eye Filmmuseum, 12 september – 9 oktober 2024