Good (2008)

Regie: Vicente Amorim | 96 minuten | drama, oorlog | Acteurs: Viggo Mortensen, Jason Isaacs, Jodie Whittaker, Steven Mackintosh, Mark Strong, Gemma Jones, Anastasia Hille, Ruth Gemmell, Ralph Riach, Steven Elder, Kevin Doyle, David de Keyser, Guy Henry, Adrian Schiller, Rick Warden, Charlie Condou, Tallulah Boote-Bond, Ben Segal, Kelly Wenham, Declan Hannigan, Anna Mária Cseh, Paul M. Brennan, Matt Devere, Mike Kelly, Attila Szatmari, Peter Linka, László Görög

De inmiddels (helaas) vaak gehoorde stelling “het enige wat nodig is om het kwaad te laten zegevieren, is goede mensen die toekijken en niets doen” is bij uitstek toepasbaar op de gruwelen die gepleegd zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog en lijkt ook ten grondslag te liggen aan de film ‘Good’, op zijn beurt een bewerking van een toneelstuk van C.P. Taylor. In de film wordt John Halder (Viggo Mortensen) langzaam maar zeker in de hoogste regionen van de nazi-organisatie gezogen, wanneer de Führer zelf zijn boek blijkt te hebben gelezen en de ideeën hierin op slinkse wijze wil gebruiken als verdediging van hun etnische zuiveringen. Hij staat niet bepaald achter de politieke ideeën van de nationaal-socialisten, maar hij lijkt niet in te (willen) zien dat ze echt een gevaar zouden kunnen worden. Voor zijn Joodse vriend Maurice (Jason Isaacs), bijvoorbeeld, die hij nalaat te helpen wanneer deze zich in het nauw gedreven voelt. Het klinkt als uiterst boeiend, intens, en psychologisch gecompliceerd materiaal, maar de filmmakers walsen over de thema’s heen met de subtiliteit van een bulldozer, in telegramstijl, en met een door de rol heen slaapwandelende Mortensen, die er lange tijd maar niet in slaagt de kijker succesvol in zijn belevingswereld mee te nemen en diepere lagen te suggereren. Waarmee ‘Good’ misschien goed bedoeld is, maar de intelligente kijker helaas weinig van waarde te bieden heeft.

Viggo Mortensen, die goed voldeed als Aragorn in Peter Jacksons ‘The Lord of the Rings’ en imponeerde in de gelaagde personages in Cronenbergs ‘A History of Violence’ en ‘Eastern Promises’, lijkt niet goed te weten wat hij met de rol van John Halder in ‘Good’ aan moet. Het grootste gedeelte van de film loopt hij met een uitgestreken gezicht in de rondte – of hij nu bij zijn vrouw, vrienden, minnares, of de nazi-partijleiding in de buurt is – en weet de onderhuidse frustraties en spanningen, die er ongetwijfeld (moeten) zijn, slecht richting de kijker te communiceren. Zelfs wanneer hij voor de klas staat en vol passie over de stof zou moeten praten, komt zijn presentatie ongeïnspireerd over. Natuurlijk is het wel een onderdeel van de boodschap van de film: het is namelijk juist de bedoeling dat hij passief of zelfs apathisch is terwijl er om zich heen een verschrikkelijke ontwikkeling gaande is – te weten de opkomst en dominantie van het nationaal socialisme – maar er moeten toch ergens wel wat leven en motivatie in zijn persoonlijkheid te zien zijn. We geloven als kijker wel dat hij in de basis goed is en begrijpen tot op zekere hoogte dat hij voor de nazi’s gaat werken om zijn baan te kunnen behouden, maar enige emotie en contemplatie, zeker voor een intellectueel als hij, was mooi geweest.

Misschien gaat het wel gewoon om het verhaal en de thematiek, en is het personage van Halder slechts een constructie; een middel om een idee te communiceren. Dat kan, en de thematiek is inderdaad interessant, maar ook op dit gebied schiet de film wat te kort. Bijna alle dialoog is “belangrijk” en gaat gepaard van uitroeptekens. De relatie tussen John en zijn vriend Maurice is een in de basis erg fascinerende, maar zodra blijkt dat de Joden het mikpunt zijn van de nazi’s worden hun gesprekken alleen nog hierdoor gedomineerd. Wanneer John aan Maurice vertelt dat zijn moeder zelfmoord heeft geprobeerd te plegen, is hij weinig meelevend, omdat John te weinig ruggengraat heeft laten zien bij het helpen vluchten van Maurice. “Gelukkig maar dat ze geen Jood is,” antwoordt hij sarcastisch, Johns passiviteit nog eens inwrijvend. Of, wanneer ze weer eens ruzie hebben: “Jij bent een nazi, en ik ben een Jood, dat is het enige waar het om draait.”, voor het geval de kijker het opmerkelijke contrast in de allianties van deze twee vrienden niet had opgemerkt. De dialoog is vaker kort door de bocht of te zelfbewust. Wat te denken van de ironisch bedoelde opmerking van Johns minnares Anne (Jodie Whittaker) tijdens hun wandeling naar een optocht van de nationaal-socialisten, kijkend naar de met vlaggen wapperende en lachende mensen die ze tegenkomen: “Iets wat mensen blij kan maken, kan niet slecht zijn, toch?”

Toch zitten er interessante elementen in de film. Sowieso is de manier waarop John wordt benaderd en de reden voor de interesse van de nazi’s, boeiend. John is een docent die een boek heeft geschreven over euthanasie, waarover de nationaal-socialist tegenover hem opmerkt dat hij zo gegrepen werd door de menselijkheid ervan. En of hij zijn ideeën niet in essayvorm zou willen opstellen voor de partij? Niets verkeerd aan, zo lijkt. Halder wordt een soort adviseur of controleur van de “menselijkheid” in het betoog van de nationaal-socialisten, zo is het argument. Hoewel dit ook op de rand zit van de tendens tot zelfbewustheid die hierboven beschreven is, is het waardevol om te beseffen dat ideeën waar niets mis mee lijkt te zijn, op moreel gebied, met een andere invalshoek ineens gruwelijke uitwerkingen kunnen krijgen. Want doden om mensen uit hun lijden te verlossen, is in eerste instantie een nobele gedachte, maar uiterst gevaarlijk wanneer het op de verkeerde manier geïnterpreteerd of toegepast wordt, wat natuurlijk het doel was toen Halder met deze opdracht benaderd werd.

Verder wordt het in de laatste akte van de film, ook al zitten hier verschillende onwaarschijnlijke wendingen in, inhoudelijk gezien wel de moeite waard. Wanneer er een ambassadeur wordt vermoord door de Joden en de nazi’s synagogen gaan platbranden, snapt Halder eindelijk hoe laat het is, en komt hij tot leven. Maar dan nog wordt er te weinig gedaan met de realisatie dat hij zich volkomen in het foute kamp bevindt. Wanneer hij, tijdens de kristalnacht, zelf een militair ss-pak aan moet trekken, is hij hier niet blij mee, maar de huivering die de kijker voelt bij het zien van dit pak, is nauwelijks bij hemzelf te zien. Het omgekeerde ook niet: dat de aanblik van dit pak voor een gevoel van macht of superioriteit zorgt bij degene die het draagt. Wel heeft het een dergelijke uitwerking op Anna, die er wel op kickt, en, voor dat Halder bij de verbrande synagogen gaat patrouilleren, hem nog even snel besluit oraal te bevredigen.

Halder gaat dan toch op zoek naar zijn Joodse vriend, en wanneer hij bij zijn reis in een concentratiekamp terechtkomt, kan hij zijn ogen en oren niet geloven: De kampbewaarder zegt dingen als: “Items worden meteen verwerkt. Niemand is hier meer dan twee weken.”, en vermoorde Joden worden open en bloot over het terrein gesleept. Vol ontzetting en ongeloof kijkt hij om zich heen en (bijna) recht in de camera. “Dit is echt waar”.

Het is op zich een aardig gegeven om te laten zien hoe gewone, goede mensen getuige kunnen zijn voor (de aanloop naar) zo’n verschrikkelijk drama, en zelfs onderdeel van de kwaden/schuldigen kunnen zijn, zonder hier weet van te hebben, maar je vraagt je wel af of Halden dit niet had kunnen of moeten weten. Het is een intellectueel die nota bene verschillende keren over dit onderwerp gedebatteerd had met zijn vriend Maurice. En alsnog ziet hij het niet. Of wil hij het niet zien. Ook interessant, natuurlijk. Jammer genoeg heeft de film te weinig subtiliteit of overtuigingskracht om zijn intrinsiek boeiende thematiek ook echt de moeite waard te maken.

‘Good’ heeft wel sterke momenten, ook tussen personages – aardig is het luchtige en tegelijkertijd wrange gesprekje tussen John en Maurice over de mogelijkheid dat Hitler samen met ze gediend heeft in de Eerste Wereldoorlog, en misschien wel bevelen van Maurice heeft ontvangen (en hem heeft moeten salueren) – maar deze worden overschaduwd door saaie, ongeïnspireerde episodes waarin eerder een checklist lijkt te worden afgewerkt dan dat er een pakkend, prikkelend, en menselijk verhaal wordt verteld. Een gemiste kans.

Bart Rietvink

Waardering: 2