Good Morning, Vietnam (1987)
Regie: Barry Levinson | 121 minuten | drama, komedie, oorlog | Acteurs: Robin Williams, Forest Whitaker, Tung Thanh Tran, Chintara Sukapatana, Bruno Kirby, Robert Wuhl, JT Walsh, Noble Willingham, Richard Edson, Juney Smith, Richard Portnow, Floyd Vivino, Cu Ba Nguyen, Dan Stanton, Don Stanton, Danny Aiello III, John Marshall Jones, James McIntire, Peter Mackenzie, No Tran, Hoa Nguyen, Uikey Kuay, Suvit Abakaz, Panas Wiwatpanachat, Lerdcharn Namkiri, Hanh Hi Nguyen, Tuan Lai, Boonchai Jakraworawut, Joe B. Veokeki, Wichien Chaopramong, Kien Chufak, Prasert Tangpantarat, Tim O’Hare, John Goyer, Louis Hood, Christopher Mangan, Kenneth Pitochelli, Jonathan MacLeod, Gregg T. Knight, Ralph Tabakin, Sangad Sangkao, Vanlap Sangko, Mark Johnson
Robin Williams werd in zijn jeugd als hyperactief omschreven. Dat stempel heeft hij nooit van zich af weten te schudden. Al op jonge leeftijd ontdekte hij dat hij een talent had om mensen aan het lachen te krijgen. Dat hij komiek zou worden zat er dus altijd al in. Richard Pryor nodigde hem eind jaren zeventig uit voor een gastrol in zijn komedieshow, waarna het balletje voor Williams ging rollen. Ook Billy Crystal en Andy Kaufman gaven hem een podium. Zijn grote doorbraak kwam met de tv-serie ‘Mork & Mindy’ en de film ‘The World According to Garp’ (1982). Sindsdien is Williams niet meer weggeweest van het witte doek. Zijn hoogtepunt kwam met ‘Good Morning, Vietnam’ (1987), een rol waarin de acteur zijn kwaliteiten als stand-up comedian optimaal kan benutten. De rol leverde hem zelfs een Oscarnominatie op. Er zouden er nog drie volgen, wat opmerkelijk is voor een acteur die de lach zeker aan z’n kont heeft hangen maar op dramatisch vaak schromelijk tekortschiet.
In ‘Good Morning, Vietnam’ krijgt Williams van scriptschrijver Mitch Markowitz toch minimaal een uur de tijd zijn improvisatietechnieken te etaleren. Hij speelt Adrian Cronauer, een radio-dj die in 1965 naar Vietnam wordt gehaald om de troepen aldaar te vermaken. De drukke, eigenwijze Cronauer is een ongeleid projectiel die direct al in de clinch ligt met zijn overste, sergeant-majoor Dickerson (JT Walsh) en diens humorloze rechterhand, luitenant Steven Hauk (Bruno Kirby). Cronauer trekt zich niets aan van de restricties die hem worden opgelegd en draait moderne muziek en heeft lak aan de censuurcode. Buiten de studio laat hij zich door soldaat Edward Garlick (Forest Whitaker) wegwijs maken in Hanoi. Op straat raakt hij verslingerd aan een Vietnamees meisje en achtervolgt haar naar een zaaltje waar ze Engelse les volgt. Cronauer aarzelt niet en neemt de les over, om dichter bij het meisje te zijn. In zijn ogen is dit uitstapje een groot feest. Dat er een gruwelijke oorlog aan de gang is, ondervindt hij niet veel later echter aan den lijve.
In de tweede helft van de jaren tachtig verscheen kort na elkaar een aantal films die zich afspelen tijdens de oorlog in Vietnam, met stuk voor stuk fantastische beelden van het Aziatische land. Maar waar ‘Platoon’ (1986), ‘Full Metal Jacket’ (1987) en ‘Casualties of War’ (1989) de verschrikkingen van de oorlog blootleggen, onderscheidt ‘Good Morning, Vietnam’ zich door zijn – in eerste instantie – humoristische insteek. De oorlog geldt aanvankelijk slechts als decor voor de onemanshow van Williams achter de draaitafels. In tegenstelling tot de echte Cronauer – die helemaal niet zo’n grapjas was – stouwt Williams zijn uurtje op de ether vol met knotsgekke persiflages, grappen en grollen. Soms gaat hij zo snel dat het nauwelijks te volgen is, zeker voor niet-Amerikanen. Het knappe hieraan is dat negentig procent van de grappen geïmproviseerd is. Jammer is alleen dat Williams net iets te lang doorgaat, waardoor de aaneenschakeling van grappen, waarvan de meeste eigenlijk helemaal niet grappig zijn, gaat vervelen. De beste – en lolligste – momenten heeft Williams dan ook niet achter de draaitafel, maar in zijn confrontaties met Walsh en Kirby. Vooral die laatste blinkt uit als de strikte luitenant met een voorliefde voor polka’s (!), die denkt dat hij lollig is maar wiens tenenkrommende humor te gênant voor woorden is. Regisseur Barry Levinson worstelt zich heel aardig door het eerste uur van de film heen, vooral gesteund door een uitstekende cast (met naast Walsh en Kirby onder anderen ook Forest Whitaker) die – zodra Williams hem even wat ruimte laat – zich van zijn beste kant laat zien. In de tweede helft van de film, wanneer het personage Adrian Cronauer een ontwikkeling doormaakt van het ‘lang-leve-de-loltype’ naar een verstandig, meer introspectief figuur, gaat het mis. Hier krijgen de verschrikkingen van de oorlog alsnog een plaats, maar ze worden door Levinson in een sausje van vals sentiment gegoten. Dat had kunnen werken als Williams als dramatisch acteur overtuigender was geweest. Helaas is dat niet het geval. Als Cronauer ondergaat hij de bombardementen, maar ervaart hij ze niet. Het enige merkbare verschil in zijn personage is dat hij naarmate de film vordert voor langere tijd zijn mond houdt. Maar of dat in dit geval ook betekent dat hij is gaan nadenken over de gebeurtenissen en zijn eigen levenshouding, is maar zeer de vraag. Wat de film er in deze tweede helft erdoorheen sleept is de muziek. De fantastische soundtrack met talloze klassiekers uit de jaren zestig (onder anderen James Brown, The Beach Boys en de onovertroffen Louis Armstrong) is veruit het beste wat de film te bieden heeft.
Fans van Robin Williams kunnen met ‘Good Morning, Vietnam’ hun lol op. De acteur is, met name in de eerste helft van de film, in topvorm met een razendsnelle aaneenschakeling van grappen die hij ter plekke verzint. Er zijn echter ook veel mensen die het niet zo hebben op Williams en voor hen zal deze overdosis iets te veel van het goede zijn. In de tweede helft komt de acteur danig tekort, als er een beroep wordt gedaan op zijn dramatische kwaliteiten. Ook het einde, dat bol staat van het valse sentiment, spreekt niet in het voordeel van deze oorlogskomedie. Dat het balletje toch nog de goede kant uitrolt voor ‘Good Morning, Vietnam’ is te danken aan de betrouwbare karakteracteurs die rond zich Williams hebben verzameld, het prima verzorgde camerawerk van Peter Sova en de meer dan uitstekende, uitermate swingende soundtrack.
Patricia Smagge
Waardering: 3
Bioscooprelease: 15 september 1988