Grotesque – Gurotesuku (2009)

Regie: Koji Shiraishi | 73 minuten | horror | Acteurs: Tsugumi Nagasawa, Hiroaki Kawatsure, Shigeo Ôsako    

Slechte publiciteit is de beste pers die je als regisseur maar kunt krijgen. Shiraishi Koji sprong in op de ‘torture porn’ hype waar de ‘Saw’ franchise mee begon en waar Eli Roths ‘Hostel’ serie groot mee werd. Koji gaat echter een stuk verder in het tonen van menselijke ongemakken. ‘Grotesque’ grossiert in afgeknipte ledematen, seksuele vernedering en andere gruweldaden. De Japanner scoorde er geen punten mee bij de Britse filmkeuring die het martelfestijn maar verbande. Als een film anno 2009 verboden wordt – zeker na de horrorhausse van het afgelopen decennium – moet er wel iets bijzonders aan de hand zijn. Dat klopt, al blijven er in ‘Grotesque’ weinig handen over…

‘Grotesque’ begint al vrij snel met de core business: grove verminkingen tonen. Een pril stelletje loopt verliefd door een verlaten steegje. So far so good, maar dan duikt er opeens een mysterieuze man op die het duo neerslaat met een hamer. Als de twee wakker worden, zijn ze vastgebonden aan een operatietafel. De dader is van plan om zijn perversiteiten op hen bot te vieren. Een gereedschapskist en zijn zieke geest zijn zijn wapens. Aki (Tsugumi Nagasawa) en haar vriendje Kazuo (Hiroaki Kawatsure) proberen de grillen van de naamloze sadist (Shigeo Ôsako) te overleven.

Voor het verhaal hoef je ‘Grotesque’ niet te zien. In een paar flashbacks kom je wel ietsje meer te weten over Aki en Kazuo, maar veel diepgaande informatie moet je niet verwachten. De motieven van de naamloze sadist worden ook niet verklaard, al wordt er in een dialoog gepoogd een verklaring voor zijn wandaden gegeven. Het maakt de film er echter niet minder bruut en cynisch van. Koji presenteert de ene na de andere wrede marteling. Ook op seksueel gebied krijgen de lijdende voorwerpen een hoop te verduren. Zowel man als vrouw.

Koji gaat een stuk verder dan Roth en de ‘Saw’ regisseurs. Waar de Amerikaanse cineasten de camera regelmatig wegdraaiden bij brute folteringen, daar gaat Koji all the way. Afgeknipte tepels, een met spijkers geperforeerd scrotum en een weggesneden hoornvlies zijn zomaar een paar intens nare acties die je onverbloemd in beeld krijgt. Fans van ‘blood and gore’ zullen niet teleurgesteld worden.

‘Grotesque’ is een ziek stukje cinema. Daar is geen twijfel over mogelijk. Maar Koji toont zich wel een begaafd regisseur. De cameraopstelling is strak, het kleurgebruik prima in orde en ook de soundtrack (vol klassieke muziek) is sterk. Ook het acteerwerk is veel sterker dan je van het genre mag verwachten. Vooral Ôsako maakt indruk als gestoorde psychopaat. De rust die hij uitstraalt, maakt hem nóg akeliger. Ook zijn priemende blik en mysterieuze voorkomen geven hem iets angstaanjagends. Koji maakt ook gebruik van spanningsopbouw. Na een aantal brute martelingen, bouwt hij een rustmomentje in waarin je ietsje meer over de personages te weten komt en waarin hen (en de kijker) een korte pauze wordt gegund.

Bij vlagen is ‘Grotesque’ dus spannend. Er valt zeker wat te zeggen rond alle controverse rond deze film, al zullen er ongetwijfeld nog hardere films bestaan. Aanrader voor de fan van lompe horror die het van de shock value moet hebben. Koji provoceert, maar imponeert tegelijkertijd. De beste man weet namelijk wel hoe hij zijn film moet presenteren.

Frank v.d. Ven