Gruppo di famiglia in un interno – Conversation Piece (1974)
Regie: Luchino Visconti | 121 minuten | drama | Acteurs: Burt Lancaster, Helmut Berger, Silvana Mangano, Claudia Marsani, Stefano Patrizi, Elvira Cortese, Philippe Hersent, Guy Tréjan, Jean-Pierre Zola, Umberto Raho, Enzo Fiermonte, Romolo Valli, George Clatot, Valentino Macchi, Vittorio Fanfoni, Lorenzo Piani, Margherita Horowitz, Claudia Cardinale, Dominique Sanda
Burt Lancaster (1913-1994) was de zoon van een postbode. Hij begon zijn carrière ooit als circusacrobaat en brak pas in 1946 door in de filmwereld met ‘The Killers’. Zijn carrière begon pas echt goed te lopen in de jaren vijftig, toen hij dankzij zijn knappe, atletische gestalte in actiefilms als ‘The Flame and the Arrow’ (1950) en westerns als ‘Gunfight at the OK Corral’ (1957) terechtkwam. Hij werd echter ook steeds meer gevraagd voor uitdagende, dramatische rollen, zoals die van sergeant Warden in ‘From Here to Eternity’ (1953). Memorabele rollen als de cynische journalist in ‘Sweet Smell of Success’ (1957), de bedrieglijke priester in ‘Elmer Gantry’ (1960, de enige van vier Oscar-nominaties die hij wist te verzilveren) en de gerehabiliteerde veroordeelde in ‘Birdman of Alcatraz’ (1962) volgden. Lancaster voelde een sterke rivaliteit met Marlon Brando, die groot werd dankzij een rol (Stanley Kowalski in ‘A Streetcar Named Desire’ op Broadway) die hij had afgewezen. Die rivaliteit leidde ertoe dat Lancaster zich waagde aan steeds uitdagendere projecten. Voor de acteur was zijn samenwerking met de Italiaanse regisseur Luchino Visconti, met wie hij twee films maakte, het ultieme bewijs dat hij een arrivé was.
Het bekendste project van Lancaster en Visconti is ‘Il gattopardo’ uit 1963. Elf jaar later zou het tweetal echter nog een film maken, ‘Gruppo di famiglia in un interno’ (1974). Hierin speelt Lancaster een oude wetenschapper (wiens naam overigens niet bekend wordt gemaakt) die zich heeft teruggetrokken van de buitenwereld. Tussen boeken en kunstwerken slijt hij zijn eenzame dagen. Zijn gezapige leventje wordt echter drastisch op zijn kop gezet als jetset-madam Marchesa Bianca Brumonti (Silvana Mangano) met haar gevolg de leegstaande bovenetage van hem huurt. Plotseling wordt de professor geconfronteerd met de jeugdige dochter Lietta (Claudia Marsani) en haar vriendje Stefano (Stefano Patrizi) en Bianca’s veel jongere minnaar Konrad (Helmut Berger). Het contact met de jeugd, hun afwijkende moraal en vernieuwende politieke ideeën schudden de professor wakker en doen hem de steriliteit van zijn eigen bestaan beseffen. Zijn rustige bestaan in zijn ‘gouden kooi’ valt langzaam maar zeker uit elkaar. Oppervlakkigheid wint het van wetenschap en kennis. Het leven van alle dag blijkt (nog altijd) vitaler te zijn dan de kunst en wetenschap samen.
‘Gruppo di famiglia in un interno’ was de op een na laatste film die Luchino Visconti maakte. De regisseur was tijdens de opnamen als doodziek en regisseerde de film vanuit een rolstoel. Het is geen gemakkelijke film om te volgen, aangezien Visconti (die samen met Suso Cecchi d’Amico en Enrico Medioli verantwoordelijk tevens was voor het script) dit zwaar op dialoog leunende drama volstopte met wijsheden, (zelf-) kritiek en subtiele erotische ondertonen. De film voegt tal van thema’s die we kennen uit Visconti’s werk samen, waaronder de strijd tussen de klassen (want hoewel beide partijen in deze film steenrijk zijn, is er toch een wereld van verschil), de effecten van sociale decadentie en het versplinterde gezinsleven. Visconti kiest geen partij en wijst niemand aan als ‘goed’ of ‘kwaad’, maar observeert hoe de levens van een aantal totaal verschillende mensen zich ontwikkelen als ze samenkomen. Hoe boeiend dat schouwspel ook had kunnen zijn, het lukt de grote Visconti niet om zijn film spannend te houden. De slaapwandelende sfeer zoals we die kennen uit zijn hele oeuvre is hier alom tegenwoordig. ‘Gruppo di famiglia in un interno’ doet bovendien veel gekunstelder en geforceerder aan zijn meesterwerken ‘Rocco e i suoi fratelli’ (1960) en ‘Il gattopardo’.
De prachtige rollen van Lancaster en Mangano redden veel. Lancaster speelt de professor meer dan overtuigend en toont ons zijn angsten, onzekerheden en twijfels over de levensweg die hij gekozen heeft. Dit is iemand die tevens moeite heeft met ouder worden. Het verhaal ging dat de film autobiografisch was, maar Visconti heeft dat altijd ontkent omdat hij in vergelijking met de professor altijd een actieve sociaal- maatschappelijke leven heeft gehad. De parallellen zijn echter opmerkelijk. De eenzaamheid van de professor is aangrijpend: de blik van Lancaster als hij over zijn moeder droomt (‘Ik heb zelfs geen hond’) gaat door merg en been. De Oostenrijkse acteur Helmut Berger was jarenlang de geheime metgezel van Luchino Visconti, die in hem de verpersoonlijking van de demonische, gestoorde en seksueel perverse man zag. Hij komt hier prima voor de dag, maar het is Silvana Mangano die de show steelt als de ordinaire maar steenrijke Bianca Brumonti. Let ook op Claudia Cardinale in een piepkleine cameo!
‘Gruppo di famiglia in un interno’ is geen lichte kost. Sterker nog, deze filosofische film ligt vrij zwaar op de maag, vordert bijzonder langzaam en is geen makkelijke kennismaking met het werk van Luchino Visconti. Wie nieuw is met zijn oeuvre kan beter beginnen met ‘lichtere’ films als ‘Ossessione’ (1943) en ‘Rocco e i suoi fratelli’, hoewel geen van Visconti’s films echt als ‘licht’ bestempeld kan worden. De geoefende Visconti-kijker zal zich een stuk gemakkelijker door dit dialoogrijke ‘Kammerspiel’ heen kunnen werken, maar ook hij zal tot de conclusie komen dat ‘Gruppo di famiglia in un interno’ niet het beste is wat de legendarische regisseur ooit gemaakt heeft.
Patricia Smagge