Gunda (2020)

Recensie Gunda CinemagazineRegie: Viktor Kosakovskiy | 93 minuten | documentaire

‘Gunda’ is een film die zowel inhoudelijk als artistiek sterk van de gebaande paden afwijkt. Het is een observerend en intiem portret van Gunda, een forse, net bevallen zeug die leeft op een Noorse boerderij. De film opent met een kort shot van de donkere ingang van de stal, waarna de camera ons mee het stro in neemt om kennis te maken met een stel pasgeboren en enorm schattige biggetjes. Dit luilekkerland, waar de varkens vrijelijk kunnen ravotten in het stro en regelmatig naar buiten gaan om zich te laven aan frisse vegetatie of een heilzaam modderbad te nemen, lijkt mijlenver verwijderd van de intensieve veehouderij, een helse omgeving die dieren behandelt als handels- en productiewaar in plaats van als levende wezens.

Wat vooral opvalt is de soberheid van de film. Alle beelden zijn in zwart-wit geschoten, terwijl de muziek en voice-over schitteren door hun afwezigheid. De enige auditieve elementen die je hoort zijn de geluiden van de boerderijdieren en insecten, het gekwetter en gezang van vogels en het gekletter van de regen tegen de houten stalwand als er een bui losbarst. Daarnaast is er geen sprankje antropomorfisme in de film te bespeuren. Regisseur Victor Kosakovskiy observeert en documenteert. Hij volgt Gunda en haar kroost op afstand, zonder de dieren te vermenselijken, op te hemelen, te mythologiseren of te zien als wetenschappelijk studieobject. Omdat Gunda zich absoluut niet bekommert om de camera’s die haar volgen, krijgen we van heel dichtbij te zien hoe de gevoelslevens van een moedervarken en haar kroost, beestjes die met een jeugdige speelsheid en naïviteit hun leefomgeving verkennen, eruitzien.

Behalve op Gunda en haar biggen zoomt Kosakovskiy ook in op twee andere prominente boerderijdieren, kippen en koeien. We zien hoe een groepje kippen de eerste stappen zet buiten een krap bemeten vervoerskist. Mooie beelden die laten zien hoe de vogels delicaat het gras aftasten en voorzichtig kennismaken met een omgeving die beantwoordt aan hun natuurlijke behoeften. Minstens zo ontroerend zijn de koeien, die speels en vol enthousiasme door de graslanden banjeren en met zichtbaar plezier de geur van verse bloemen opsnuiven. De film neemt de tijd om de beelden te laten spreken. Verwacht geen snelle montages of veel verandering van decor: de docu volgt het langzame ritme van het rustieke landleven.

Soms zijn er ook korte momenten die de boerderij-idylle doorbreken. Een goed voorbeeld is de scène waarin Gunda nogal ruw omgaat met een van de biggen en het machteloze beestje lijkt te vertrappen. Een foutje of wellicht een instinctieve, natuurlijke reactie op een zwak dier dat op termijn niet levensvatbaar is? Het staat in elk geval in schril contrast met de zachtzinnige manier waarop Gunda gedurende de rest van de film haar biggen behandelt. Bij de kippen zien we exemplaren met weinig veren en zelfs een dier dat nog maar één poot heeft. Slachtoffers van de vaak onbarmhartige pikorde?

Hoewel hij nooit in beeld komt, is de mens wel continu latent aanwezig op de achtergrond, alsof hij ongezien en ongehoord achter een wand staat toe te kijken. Alle dieren in de film zijn uiteindelijk namelijk aan zijn genade overgeleverd. Dat muurtje wordt tegen het einde van de film geslecht, wat resulteert in een hartverscheurende scène (die de regisseur en crew in tranen deed uitbarsten) die je zou kunnen opvatten als een stil pleidooi voor een vegetarische of veganistische leefstijl.

De film werkt vooral omdat Kosakovskiy er met verve in slaagt om van Gunda een echt karakter te maken, een wezen met gevoelens, emoties, noden en behoeften in plaats van een anoniem productiedier. Omdat de regisseur dit bereikt met minimalistische middelen en zonder dieren te vermenselijken, is ‘Gunda’ vermoedelijk een nog krachtiger beeldbetoog voor de intrinsieke waarde van dierlijke levens dan de confronterende films die vol zitten met gruwelijke slachthuisbeelden.

‘Gunda’ houdt de mens ook op uiterst subtiele wijze een spiegel voor. Dat dieren ons niet kunnen begrijpen, voeren we vaak terug op onze eigen superioriteit: ze zijn te dom om tot ons complexe meesterbrein door te dringen. Kosakovskiy speelt echter voorzichtig met de vraag of de rollen soms niet omgedraaid zijn. Is ons blikveld niet te beperkt om het vaak complexe gedrag van andere dieren te doorgronden? Achter het voor ons monotoon klinkende geknor van varkens gaan in werkelijkheid bijvoorbeeld honderden verschillende klanken schuil, geluiden die elk een andere betekenis hebben. Bovendien leeft een varken ook grotendeels in de wereld van de geuren, aangezien hun reukzin veel meer geurnuances oppikt dan de menselijke neus.

‘Gunda’ is dan ook een dappere duik in het verrassend complexe gevoelsleven van een dier dat voor veel mensen niet veel meer is dan de leverancier van een lekker speklapje of een dikke braadworst. Een organisme dat intelligenter is dan een hond, maar vooral gebruikt in plaats van vertroeteld wordt.

Frank Heinen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 17 juni 2021