Guru – Villager, Visionary, Winner (2007)

Regie: Mani Ratnam | 150 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Abishek Bachchan, Aiswarya Rai, Mithin Chakraborty en Vidya Balan.

Mani Ratnam doet het weer: met ‘Guru’ heeft hij een, ook voor een westers publiek, zeer kijkbaar, subtiel, en dramatisch interessant werk afgeleverd. Een werk dat de kijker inhoudelijk lange tijd geboeid weet te houden, maar waarbij de internationale toegankelijkheid gelukkig niet ten koste gaat van het vertrouwde massalasausje. Zang en dans zijn namelijk goed vertegenwoordigd en ook de gebruikelijke romantische verwikkelingen ontbreken niet, al is dit laatste wel van ondergeschikt belang in de film.

Er waren geruchten dat de film gebaseerd zou zijn op het Indiase zakenicoon Dhirubhai Ambani, maar Ratnam ontkent dat het hier om een biografische film zou gaan. Volgens de regisseur kan Guru iedereen vertegenwoordigen die tot grote hoogtes is gegroeid in het leven. Ook Bachchan verklaart in een interview dat iedereen zich met Guru moet kunnen identificeren. In feite gaat het hier om de bekende structuur van het “rags to riches” verhaal. De arme man die uitgroeit tot een rijk, succesvol figuur door vast te houden aan zijn dromen en hard te werken.

Hoewel we dit soort verhalen al veelvuldig hebben gezien, houden de acteurs, samen met de toon en vaart van het verhaal, de film interessant genoeg voor de kijker. Het eerste half uur vliegt voorbij, waarbij op bondige en aantrekkelijke wijze het achtergrondverhaal van Guru uit de doeken wordt gedaan. We zien hoe Guru als kleine jongen bij zijn vader komt om te vragen of hij naar het buitenland mag om zijn geluk te beproeven. Zijn vader, een wiskundeleraar, is hier niet laaiend enthousiast over, aangezien zoonlief zojuist voor zijn examen is gezakt. Schoorvoetend staat hij toe dat zijn zoon naar Turkije vertrekt alwaar het hem snel voor de wind gaat. In een grappige scène op een markt zien we hoe hij keer op keer geluk heeft bij een spelletje “balletje balletje”, dit tot ergernis van de eigenaar van het kraampje. Het blijkt echter om wijsheid in plaats van geluk te gaan, waarmee het zakelijk talent van Guru voor het eerst wordt aangetoond.

Vanaf dit punt gaat het alleen nog maar bergopwaarts. Even later zien we hem een flinke promotie krijgen als werknemer van Burma Shell… die hij vervolgens afslaat om terug naar India te gaan en voor zichzelf te beginnen. Hij is van plan om Shell naar de kroon te steken door zelf net zo succesvol te worden. Guru’s ambities zijn grenzeloos.

Net als in ‘Yuva’, weet Ratnam hier indruk te maken met zijn strak vertelde verhaal en realistisch aandoende personages en vertolkingen. We hebben hier niet te maken met karikaturen, maar tamelijk driedimensionale personages. De goeden in de film zijn niet compleet goed, en de slechteriken geen stereotiepe bad guys. De meeste personages handelen op volkomen begrijpelijke, menselijke wijze, wat deze figuren meer tot leven doet komen dan anders het geval zou zijn. Mithun Chakraborty speelt een felle, standvastige reporter die overtuigd is van zijn gelijk en Guru ten val wil brengen. Toch komt hij meestal sympathiek over en is zijn kruistocht deels gerechtvaardigd, al zijn z’n methoden niet altijd wettig. Immers, Guru heeft meerdere malen de wet overtreden of omzeild, gefraudeerd, en mensen omgekocht, om zijn grote succes te kunnen behalen. Wat meteen de niet geheel vlekkeloze persoonlijkheid van Guru aangeeft. Iets waar hij pas echt bij stil gaat staan wanneer zijn eigen werknemers hem niet meer vertrouwen.

Jammer dan, dat circa het laatste half uur van de film wordt ingezet om Guru in een ontegenzeggelijke slachtofferrol te drukken en als nobele martelaar ten tonele te laten verschijnen. Wanneer hij wordt aangeklaagd vanwege zijn diverse illegale praktijken, verschijnt hij praktisch als een invalide de rechtszaal, waarbij zijn vrouw het woord voor hem moet doen. Als hij dan eindelijk spreekt en hij in zijn “inspirerende” speech zelfs Gandhi erbij haalt om zijn argumenten kracht bij te zetten, gaat het allemaal toch wel iets te ver. Zijn verklaringen dat de deuren alleen open gingen voor rijken, en dat de enige optie voor Guru was om ze zelf open te trappen of mensen om te kopen, zijn wel degelijk belangrijk, maar om zichzelf op zo’n groteske manier op een voetstuk te plaatsen, is wat misplaatst. Ook valt het te betreuren dat in het laatste gedeelte van de film de melodrama, waar de rest van de film van gespeend is gebleven, te erg wordt opgestapeld. We krijgen te maken met een instortende Guru, een zelfmoordpoging, een sterfgeval, en dan nog de opgeblazen climax in de rechtszaal. Hoewel de individuele scènes vaak subtiel genoeg worden geacteerd, wordt het toch iets teveel van het goede.

Maar deze kanttekeningen doen weinig af aan de kracht van de rest van de film, die dramatisch, en vaak ook humoristisch, zeer goed slaagt. Bachchan speelt misschien wel zijn beste rol ooit in ‘Guru’, waarbij hij uitstekend de verschillende nuances van de rol weet te vertolken. Hij hoeft niet meer mee te liften op het succes van vader Amitabh. Ratnam lijkt het beste in hem naar boven te halen, aangezien hij in ‘Yuva’ ook al indruk wist te maken als de onderkoeld explosieve echtgenoot van Rani Mukherjee. Met Aiswarya Rai, heeft hij een goede chemie, ongetwijfeld een resultaat van hun daadwerkelijke romance buiten de set. Dit komt voor het eerst goed door in een scène op een schommel, waarbij beiden fantaseren over het komende succes en wat ze allemaal wel niet kunnen kopen met de inkomsten. Het geplaag in deze scène en eentje in bed, later in de film, laten een aanstekelijke, natuurlijke speelsheid zien. Rai’s rol op zich is echter wat karig, en haar dramatische ontwikkeling verloopt niet altijd even logisch. Zo is er in het begin van de film een leuke spanning tussen haar personage en dat van Bachchan, maar zo gauw ze getrouwd zijn – waartoe Guru overgaat zodat hij kan profiteren van de bruidsschat – is ze ineens als was in zijn handen en lijkt ze in een compleet ander persoon te zijn veranderd. Gelukkig komt de gezonde strijd later weer een beetje terug.

Meer nog dan Rai, valt de bijrol van actrice Vidya Balan op, die alle aandacht naar zich toe trekt wanneer ze het scherm betreedt. Ze speelt een goede vriendin van Guru, die later zich romantisch zal inlaten met reporter Chakraborty. Ze lijdt aan multiple sclerose en zit in een rolstoel, maar dit wordt niet overdreven dramatisch behandeld. Zowel zij, als de personages om haar heen, gaan hier op subtiele wijze mee om, en haar romantische moment in de regen werkt verrassend goed. Er is al snel het gevaar dat hier uit de bocht wordt gevlogen. Jammer is wel dat dit plotje slechts zijdelings aangeraakt wordt en dat de afronding ervan samenkomt met veel andere dramatiek aan het einde van de film, waardoor het wat van zijn subtiliteit en kracht verliest.

De zang- en dansnummers zijn weer eens ouderwets solide. Geen overgeproduceerde, geremixte discoknallers als in ‘Don’, maar lekker sfeervolle, charmante nummers van componist A.R. Rahman, zoals Rai’s introductienummer “Barso Re”, waarin Rai in de regen danst in een adembenemende omgeving, of het prachtige liefdesthema “Tere Bina”.

Al met al is dit weer een geslaagde productie van Ratnam. Het simpele verhaal heeft een interessante uitvoering door zijn aantrekkelijke toon, goede acteerwerk, mooie muziek, en prachtige camerawerk. De bombastische dramatiek in het laatste half uur zal waarschijnlijk niet iedereen kunnen bekoren, maar over de gehele linie genomen is ‘Guru’ een meer dan verdienstelijke film geworden.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 18 januari 2007