Hail the Conquering Hero (1944)
Regie: Preston Sturges | 101 minuten | komedie, oorlog | Acteurs: Eddie Bracken, Ella Raines, Raymond Walburn, William Demarest, Franklin Pangborn, Elizabeth Patterson, Georgia Caine, Al Bridge, Freddie Steele, Bill Edwards, Harry Hayden, Jimmy Conlin, Jimmie Dundee
Hij was de eerste goedbetaalde scenarioschrijver van Hollywood én de eerste scenarist die het heft in eigen hand nam en besloot zijn eigen schrijfsels te gaan regisseren. Maar Preston Sturges had nog meer talenten. Zo is hij tevens de uitvinder van de kissproof lippenstift. Zijn excentrieke moeder Mary Estelle Dempsey (ook bekend als Mary Desti of D’Este) runde haar eigen cosmeticabedrijf en leefde het leven van een bohémien. Dankzij haar reisde hij op jonge leeftijd door Europa, kende hij prominenten als ballerina Isadora Duncan en occultist Aleister Crowley, met wie zijn moeder een affaire zou hebben gehad. Een groot deel van zijn jeugd bracht Sturges door in Frankrijk – dat begon al als dreumes, in de periode dat zijn moeder een zangcarrière ambieerde – en hij sprak de taal vloeiend. Mary had wel vaker vreemde fratsen, gaf niet zelden haar eigen draai aan de werkelijkheid, al zou Sturges later zelf zeggen dat ze ‘zo’n bijzonder rijke verbeeldingskracht had dat ze alles dat ze drie keer hardop zei, zelf ging geloven. Al was twee keer vaak ook al genoeg.’ Tussen de uitbundige avonturen en carrièremoves van zijn moeder door, parkeerde ze de jonge Preston vaak in New York, bij zijn stiefvader wiens achternaam hij droeg. Die wilde niets liever dan dat zijn zoon net als hij de financiële wereld in zou stappen. Als tiener had hij verschillende baantjes op de effectenbeurs in New York. Maar net zoals dat het geraffineerde high society-leven van zijn moeder niet echt bij hem paste, gold dat net zo voor Wall Street. Dus besloot Preston zich maar bij het leger aan te sluiten.
Hoewel hij nooit werd uitgezonden om daadwerkelijk mee te vechten, vormde Sturges’ tijd in het leger wel een inspiratiebron voor ‘Hail the Conquering Hero’ (1944), de film die samen met ‘The Miracle of Morgan’s Creek’ uit datzelfde jaar wordt gezien als de kroon op zijn carrière. Sturges stond bekend om zijn briljante satires waarin hij Amerikanen genadeloos een hak zet. In ‘Hail the Conquering Hero’ zet hij hen een spiegel voor in de manier waarop ze blindelings hun helden vereren. Hoofdpersoon is Woodrow Lafayette Pershing Truesmith (Eddie Bracken), een eenvoudige man die gebukt gaat onder de reputatie van zijn vader. ‘Hinky Dinky’ Truesmith was namelijk een marinier die een heldendood stierf in de Eerste Wereldoorlog, maar Woodrow zelf wordt binnen een paar weken zonder pardon afgekeurd vanwege ‘chronische hooikoorts’. Omdat hij zijn moeder niet onder ogen durft te zien, doet hij net of hij aan het front strijdt in Europa, terwijl hij stiekem eigenlijk gewoon in een scheepswerf in San Diego zijn dagen slijt. Dan ontmoet hij in een bar een groep veteranen, overlevenden van de slag om Guadalcanal onder leiding van de hoge legerbaas Heffelfinger (William Demarest), die ooit met zijn vader diende. Ze horen zijn verhaal aan een besluiten om van Woodrow een oorlogsheld te maken. Hoewel hij aanvankelijk protesteert, dulden de mariniers geen tegenspraak. Ze trekken hem een van hun eigen pakken aan waar mooie medailles op prijken en zorgen ervoor dat hij als een echte held wordt onthaald in zijn thuisstad. Hele fanfares worden opgetrommeld om hem zijn heldenontvangst te geven en het duurt niet lang of hij wordt zelfs voorgedragen als burgemeester van de stad…
Slechts vijf jaar lang – tussen 1939 en 1944 – was Sturges op zijn top. Maar in die vijf jaar heeft hij wel een stevig stempel gedrukt op de Amerikaanse filmwereld. Met zijn messcherpe satires en hilarische screwball comedies weet hij zelfs het publiek vandaag de dag nog te vermaken. Het feit dat Sturges in zijn jeugd jarenlang in Europa doorbracht, heeft er wellicht voor gezorgd dat hij met andere ogen – als een soort buitenstaander – naar Amerikanen kon kijken en hen met zijn rake dialogen feilloos een spiegel wist voor te houden. In het geval van ‘Hail the Conquering Hero’ richt hij zich op het dwepen dat Amerikanen doen met hun helden. Of het nu sport-, film- of oorlogshelden zijn, ze kunnen niets fout doen. Van Nederlanders wordt weleens gezegd dat we onze helden juist wel wat meer mogen vereren en koesteren, maar in de VS slaan ze behoorlijk door in hun verafgoding van mensen die ‘wel eens wat bijzonders gepresteerd hebben’. Daarnaast legt Sturges nóg een vinger op een gevoelige plek: de manier waarop de mariniers moeiteloos een draai aan het verhaal van Woodrow weten te geven en daarmee de publieke opinie beïnvloeden, daar doet menig ‘spin doctor’ anno 2023 een moord voor. Dat maakt ook deze film van Sturges weer behoorlijk actueel, ook al is ie al zo’n 80 jaar geleden gemaakt.
‘Hail the Conquering Hero’ was de laatste film van Sturges in de vijf jaar dat hij écht toonaangevend was (‘The Great Moment’, 1944) werd weliswaar later uitgebracht, maar was eerder opgenomen). Hij lag in de clinch met Buddy Da Silva, een van de grote bazen van Paramount Pictures, over zaken als de controle over de eindmontage en het proberen te ontwijken van de censuur. Het grootste struikelblok voor Da Silva vormde echter het feit dat Sturges zo trouw vasthield aan zijn vaste groep bijrolacteurs, die hij liefkozend zijn ‘stock company’ noemde. Waar Da Silva ervan overtuigd was dat het publiek het op een gegeven moment zat zou zijn om steeds maar naar dezelfde koppen te moeten kijken, vond Sturges dat iedereen die zoveel had bijgedragen aan zijn succesvolle eerste films het morele recht had om ook in zijn latere werk te mogen opdraven. Ook over Ella Raines, die in ‘Hail the Conquering Hero’ Woodrows vriendinnetje Libby speelt, was Da Silva ontevreden. Zij had niet genoeg star power. Daar heeft de producent overigens wel een punt, want vergeleken met bijvoorbeeld Barbara Stanwyck in ‘The Lady Eve’ (1941) steekt Raines er ondanks haar schoonheid maar bleekjes bij af (maar wie zou dat niet, naast de geniale Stanwyck?). Eddie Bracken is ook niet de bekendste naam, maar hij paste wel naadloos in Sturges’ plannen. Bracken schitterde ook al in Sturges’ heerlijk absurde screwball comedy ‘The Miracle of Morgan’s Creek’, maar had in die film in Betty Hutton een gelijkwaardigere tegenspeelster. En die ‘stock company’-acteurs als Demarest, Al Bridge, Esther Howard en Arthur Hoyt? Die hebben vaak de beste oneliners!
Tussen 1939 en 1944 was Preston Sturges op zijn allerbest: in hoog tempo vuurde hij de meest vlijmscherpe dialogen op zijn publiek af, hen onderwijl een confronterende spiegel voorhoudend. ‘Hail the Conquering Hero’ is niet per se de beste uit de reeks van zeven films die hij in die periode maakte, maar is desondanks toch zeer de moeite waard. Heerlijk hoe Sturges de Amerikanen hier op de hak neemt; geen wonder dat de vaak conservatieve studiobonzen hem liever zagen gaan dan komen! Ook acht decennia later staan de dialogen en observaties uit ‘Hail the Conquering Hero’ nog als een huis. Met een iets overtuigendere tegenspeelster voor Bracken had deze film zelfs nog een half puntje hoger gescoord.
Patricia Smagge
Waardering: 3.5
Speciale vertoning: Written and Directed by Preston Sturges, Eye Filmmuseum (21 september – 15 oktober 2023)