Hair India (2008)

Regie: Raffaele Brunetti, Marco Leopardi | 75 minuten | documentaire

In deze film wordt inzichtelijk hoe aan de ene kant van de wereld (India) door arme sloebers haar wordt geofferd aan de goden in de tempel, waarna het haar door de priesters wordt verkocht om aan de andere kant van die wereld (Italië) te worden vermaakt tot exclusieve en peperdure haarextensies. Die worden verkocht over de gehele wereld en dus ook weer aan de hogere klasse in ….. India.

De film opent met beelden van snelle zakenjongens en een duidelijk gefortuneerde westerse handelaar in mensenhaar die enthousiast uitroept: ‘keep that hair coming”. Hij woont uiterst luxueus, vliegt in een helikopter over zijn landgoed en rijdt in een peperdure auto. Dan gaat het beeld over naar een arme familie in India, die onder povere omstandigheden in een krottenwijk woont. Het wordt ons direct duidelijk gemaakt dat lang haar alles is voor vrouwen in India en dat mooi lang haar alles uitmaakt voor de mate van het vrouw zijn aldaar. Het is in India belangrijker dan een mooie huid. Vervolgens gaat het beeld over naar een loods waar vrouwen afgeschoren mensenhaar sorteren en soepel maken. Een snelle jongen belt op de achtergrond en het wordt ons duidelijk dat hij net voor 400 kilo eerste klas lang haar US$ 400.000 heeft betaald.

Haar wordt in India traditioneel geofferd aan de tempel om een grote schuld die de god Vishnu ooit bij Kubera, de financiële man van de goden, had opgebouwd om met de godin Padmavathi te kunnen trouwen. Die was overeengekomen dat gelovigen nog vele generaties lang de lening moesten terugbetalen. Dat kon met geld en juwelen als offer, maar als je niets bezat mocht je ook je haar offeren. Tegenwoordig offeren zo’n 40.000 pelgrims per dag hun haar als een ritueel van reiniging en zuivering.

De film laat ons zien hoe dit inmiddels op iets andere wijze wordt afgewikkeld: de tempelaars organiseren veilingen waarop handelaren dit haar kunnen kopen. Deze laten dit bewerken tot haarextensies en verkopen die met veel winst aan filmsterren, vrouwen van voetballers. Velen onder hen hebben één of meer haarextensies. Het is op zich fascinerend om te zien hoe dit hele productieproces verloopt. Na het afscheren worden de haren gewassen en de grijze haren worden er handmatig uitgehaald! Een eerste klas dikke en lange haarextensie kost inmiddels zo’n US$ 4.000!

In de film volgen we tevens een groepje dames uit de Indiase hogere klassen die al babbelend aangeven waarom ze deze haarextensies kopen en wat het voor hen betekent. Naast het gehele productie- en transformatieproces is het fascinerend om te zien hoe dit haar over de hele wereld gaat om dit dan in hun geval weer terug te zien keren.

De beelden van de haarofferingen in de tempel zijn fraai, de gelovigen staan in enorme rijen. De handelaren staan te wachten, maar de arme sloebers die hun haar schenken zijn zich dit niet bewust. Vroeger werd het haar verbrand of gebruikt voor matrassen, er zit nu duidelijk meer handel in (de pelgrims uitgezonderd).

De beelden zijn op zich prima gefilmd, maar het is jammer en eigenlijk ook wel een tekortkoming dat de regisseurs niet duidelijker stelling nemen. De handel in ‘tempelhaar’ heeft er toe geleid dat de tempel één van de rijkste is India is geworden. Daar wordt niet op ingegaan. Een neveneffect is dat tegenwoordig handelaars door het land reizen. Zij azen zonder enige scrupules op jonge meisjes om hun haar tegen een minimale vergoeding te laten afscheren. De armoede van deze mensen wordt door deze rondreizende harenopkopers misbruikt, soms wordt het haar gewoon onder dwang van geweld afgeschoren.

Een film over de aanbidding van een schoonheidsideaal in het tijdperk van de globalisering van de economie.

Rob Veerman