Hamlet – Shakespeare’s Hamlet (1969)

Regie: Tony Richardson | 117 minuten | drama | Acteurs: Nicol Williamson, Judy Parfitt, Anthony Hopkins, Marianne Faithfull, Mark Dignam, Michael Pennington, Gordon Jackson, Ben Aris, Clive Graham, Peter Gale, Roger Livesey, John J. Carney, Richard Everett, Robin Chadwick, Ian Collier, Michael Elphick, David Griffith, Anjelica Huston, Bill Jarvis, Roger Lloyd-Pack, John Railton, John Treneman, Jennifer Tudor

‘Hamlet’ is een interessante en redelijk geslaagde filmversie van het befaamde toneelstuk van William Shakespeare, dat hij tussen 1600 en 1602 schreef. De film leunt zwaar op de acteerprestaties van de sterke cast, maar komt net wat te kort om een klassieker te zijn.

In de loop der eeuwen zijn er veel en uiteenlopende interpretaties geweest van het stuk, zowel op het toneel als voor film en televisie. Regisseur Tony Richardson, Oscar-winnaar voor ‘Tom Jones’ (1963) baseerde deze film op de bewerking die hij maakte voor het toneel eind jaren 60. Voor de verfilming werd ook het Roundhouse Theatre gebruikt, wat een erg minimalistisch effect geeft. Er zijn nauwelijks shots van de omgeving van het kasteel Elsinore en binnen zijn er bijna geen decors gebruikt. In plaats daarvan worden er vaak close-ups gebruikt en ligt de focus puur bij de gesproken tekst. Deze keuze van Richardson, misschien ingegeven door het beperkte budget, heeft voordelen en nadelen. De nadruk op de tekst zonder verdere opsmuk, laten de prachtige zinnen van Shakespeare nog meer uitspringen. Het kleurgebruik en de lange schaduwen (vooral als Hamlet zijn monologen houdt) geven soms het knappe effect dat de kijker het gevoel krijgt dat de film in zwart-wit is geschoten. Anderzijds doet de beperkte aankleding en enscenering kunstmatig en onrealistisch aan. Het Deense hof wordt hier immers gepresenteerd als een immorele en losgeslagen bende, waarbij toch andere associaties te bedenken zijn dan kale muren en grotendeels afwezige rekwisieten. Zeker vergeleken met de kenners van Kenneth Branagh’s uitbundige versie uit 1996, met de spiegelmuren en kleurrijke kostuums, valt deze versie in het niet.

Elke productie van ‘Hamlet’, zij het op toneel of film, staat of valt bij de vertolking van de hoofdpersoon en in dat opzicht is deze verfilming haast onovertroffen. Nicol Williamson levert een fantastische prestatie als de tobbende prins van Denemarken. Williamson is een briljante acteur, maar ook een absolute “enfant terrible” in de toneelwereld. Zijn explosieve en excentrieke gedrag heeft zijn carrière in belangrijke mate om zeep geholpen. Juist zijn bizarre gedrag in combinatie met zijn genialiteit als acteur, maken hem tot een ideale Hamlet. “The Dane” is hier absoluut niet krankzinnig zoals in andere interpretaties, maar hij wendt voor krankzinnig te zijn. Williamson haalt alles uit de kast om zowel de waanzinnige vonk in zijn ogen te leggen, als Hamlet’s wanhoop over zijn situatie en zijn zelfverachting over zijn twijfel. Geloofwaardig van begin tot einde en een genot om naar te kijken. Een ander sterk punt is, dat hij regelmatig recht de camera in kijkt. Zo wordt de kijker nog meer betrokken met zijn worsteling en afwegingen.

Alhoewel Williamson begin dertig was toen de film werd gemaakt, is hij zelf niet te oud om Hamlet te kunnen spelen. Shakespeare zelf had een man van ongeveer die leeftijd op het oog, volgens de experts. Wel vreemd is dat de rollen van zijn moeder Gertrude en zijn oom/stiefvader Claudius gespeeld worden door acteurs die nauwelijks ouder waren dan hemzelf. Actrice Judy Parfitt was maar drie jaar ouder en Anthony Hopkins nog geen jaar ouder. Zij zijn zeker te jong gecast, ten opzichte van de rol van Hamlet, wat verder geen afbreuk doet aan hun prestaties. Met name Hopkins zet een uitstekende prestatie neer met zijn gelaagde Claudius. In plaats van een ééndimensionaal monster laat hij een complex en genuanceerd karakter zien. Niet al zijn voorgangers en navolgers in dezelfde rol is dat gelukt. De bijrollen zijn adequaat genoeg bezet, onder bijzondere positieve of negatieve uitschieters. Zelfs Marianne Faithfull, voornamelijk bekend als zangeres en liefje van Mick Jagger, laat zien dat ze best aardig kan acteren. Mark Dignam is een irritante Polonius, maar dat ligt meer aan zijn tekst dan aan hemzelf. Gordon Jackson speelt Hamlet’s studievriend Horatio en is, net als Gertrude en Claudius, ook te oud voor zijn rol. Zijn goede vertolking ten spijt, is het te zien dat hij een man van in de veertig is, wat absoluut niet strookt met het karakter. De rol van Laertes, Hamlet’s rivaal en Ophelia’s broer, wordt wat vlak gespeeld door Michael Pennington. Ook duikt grappig genoeg een jonge Angelica Huston op in een piepklein rolletje als hofdame.

Het is overduidelijk dat de film in de jaren 1960 is gemaakt. Vooral de make-up en de haardracht (zie Laertes) verraden de tijdsgeest. Evenals sommige thema’s, want daar moet haast wel de incestueuze en intense kus tussen Ophelia en Laertes vandaan komen. Op zich verrassend en vernieuwend, maar doordat er verder in de film nergens meer aan gerefereerd wordt, vooral een storende stijlbreuk. Een goed gemaakte ‘Hamlet’, die de liefhebber zeker gezien moet hebben. Op sommige punten sterker dan de concurrentie, maar zeker leuk om te vergelijken met bijvoorbeeld Laurence Olivier’s Oscarwinnende ‘Hamlet’ uit 1948, de versie van Franco Zeffirelli uit 1991 met (verrassend!) Mel Gibson in de titelrol en de superieure, al eerder genoemde versie van de hand van Branagh.

Hans Geurts