Hanging Garden – Kûchû teien (2005)
Regie: Toshiaki Toyoda | 113 minuten | drama, familie | Acteurs: Kyoko Koizumi, Seiji Chihara, Eita, Masahiro Hirota, Asami Imajuku, Itsuji Itao, Ryo Katsuji, Jun Kunimura, Hiromi Nagasaku, Seiroku Nakazawa, Michiyo Ookusu, Kiyohiko Shibukawa, Sonim, Anne Suzuki, Shinsuke Suzuki, Yoshitaka Yamamoto
Het is een interessant gegeven met veel potentie tot diepgravend drama: een gezin dat aan de oppervlakte perfect en harmonieus lijkt, terwijl er allerlei onzaligheden en persoonlijke geschiedenissen onder deze bedriegende bovenlaag schuil gaan, die het daglicht niet kunnen verdragen. Echter, aangezien dit contrast er te dik bovenop ligt en de personages in de eerste helft van de film te weinig worden uitgewerkt, mist de intense openbaring aan het einde van de film zijn dramatische uitwerking op de toeschouwer. Dat is jammer, aangezien veel aspecten – zoals de vorm, thematiek, symboliek, en dialogen – op zichzelf intrigerend genoeg zijn.
De film begint vrij dromerig en desoriënterend met een exotisch beschilderde lamp die in close-up en al ronddraaiend met de camera getoond wordt, begeleid door speeldoosmuziek. Pas wanneer er langzaam wordt uitgezoomd, zien we dat het een lamp is in de eetkamer van het, op het eerste gezicht, idyllische gezinnetje in de film. De boodschap dat niets is wat het lijkt is al meteen gecommuniceerd. De ideale werkelijkheid van deze familie wordt door de camera even later ook letterlijk op zijn kop gezet, wanneer deze langzaam rondtolt op het moment dat het flatgebouw – met tuin op het balkon van het gezin in kwestie – in beeld wordt genomen. Op dit punt verschijnt ook de titel in beeld, die letterlijk geïllustreerd wordt door de op zijn kop hangende tuin.
Al snel in de film krijgen we een beeld van de spanningen die er bestaan tussen de oma en moeder van het gezin wanneer de laatste bij de eerste langs gaat in het ziekenhuis. Oma heeft een handige “tip” voor haar dochter: “Je zou je rok wat hoger moeten optrekken. Je hebt totaal geen sex appeal”. Fijn. De toon is gezet. Wanneer oma later in de film, wegens haar verjaardag, bij dochterlief op bezoek is, krijgt ze te horen hoe blij haar dochter is met dit soort gedragingen wanneer deze zegt: “Waarom ga je niet gewoon dood?”.
Het is vooral de tragiek van de moeder die het perfecte gezin wil creëren – levend in het perfecte huis en de perfecte omgeving – maar voortdurend in een illusie leeft, waar het de film uiteindelijk om te doen is. Ze was gewoon geobsedeerd, geeft ze zelf laat in de film aan haar zoon toe, maar vindt dit zelf te verantwoorden omdat ze haar ideaalbeeld wilde realiseren. Dat ze beseft dat dit nooit gelukt is, en dat haar zoon gelijk heeft wanneer deze zegt dat ze door haar obsessie de realiteit buitensluit, is te merken aan haar opmerking over de constante glimlach die ze (ver)toont. “Mijn glimlach is een gebed om dit gezin te beschermen”, zo stelt ze.
Maar er zit ook humor in de film. Oma die de bijleslerares van zoonlief met haar tasje om de oren slaat, een dagdroom van moeder die met haar vork op bloederige wijze haar tafelgenoten te lijf gaat, en steeds hetzelfde vrolijke liedje in de auto van zijn “seksvriendin”, met als terugkerende regel: “ik beet iets te hard in je tepel”.
Het is alleen jammer dat de kapriolen van het gezin in de eerste helft van de film zo weinig om het lijf hebben, of liever: zo weinig interessant worden uitgewerkt. We snappen al meteen dat ze niet het perfecte gezin zijn, en dit wordt slechts bevestigd. De personages krijgen nauwelijks diepte. Aan het einde van de film vindt er mooie symboliek plaats door middel van bloed dat als regen op de moeder neerstort, wat lijkt te verwijzen naar een stuk dialoog van een ander personage in de film over hoe ieder mens “huilend en bloederig in het leven komen”. Toepasselijk aangezien het hier om een wedergeboorte lijkt te gaan. Dit had allemaal echter een stuk emotioneler kunnen zijn als er meer was geïnvesteerd in de levens en gedachtewerelden van de personages. ‘Hanging Garden’ is een aardige, interessante film geworden, maar had nog veel meer kunnen zijn.
Bart Rietvink