Happiness of the Katakuris – Katakuri-ke no kôfuku (2001)

Recensie Happiness of the Katakuris CinemagazineRegie: Takashi Miike | 113 minuten | komedie, fantasie | Acteurs: Kenji Sawada, Keiko Matsuzaka, Shinji Takeda, Naomi Nishida, Kiyoshirô Imawano, Tetsurô Tanba, Naoto Takenaka, Tamaki Miyazaki, Takashi Matsuzaki

Takashi Miike is een van de meest productieve regisseurs ter wereld. Zijn passie voor film is legendarisch: de 61-jarige Japanner heeft sinds zijn debuut in 1991 meer dan honderd films en tv-series gemaakt. Hij is voornamelijk bekend door zijn schokkende horrorfilms, waar brutaliteit geen grenzen kent en bloed en marteling aan de orde van de dag zijn. Alhoewel hij zijn inspiratie heeft geput uit werk van filmmakers als Paul Verhoeven en David Cronenberg, heeft Miike een geheel eigen stijl gecreëerd. Als je een beetje bekend bent met de regisseur, weet je dat zijn films unieke kijkervaringen opleveren. Hetzelfde geldt voor zijn hoogst eigenzinnige ‘The Happiness of the Katakuris’.

Nadat hij zijn baan heeft verloren, opent Masao Katakuri (Kenji Sawada) een hotel in de wildernis. Zijn familie, bestaande uit zijn vrouw Terue (Keiko Matsuzaka), zoon Masayuki (Shinji Takeda), dochter Shizue (Naomi Nishida), haar kind Yurie (Tamaki Miyazaki) en zijn vader Jinpei (Tetsurō Tamba) gaan ook mee. De familie werkt hard, maar het hotel blijkt niet de toeristische trekpleister te zijn waarop zij oorspronkelijk hadden gehoopt. Wanneer er eindelijk een gast komt, pleegt deze vervolgens ’s nachts zelfmoord, waardoor de Katakuri’s voor een duivels dilemma komen te staan. Bang voor een slechte reputatie, begraven de Katakuri’s de man in het aangrenzende bos. Maar ook de volgende gasten verlaten het hotel niet levend. Op de een of andere manier gaan alle gasten dood – door zelfmoord, een ongeluk of moord – en al snel beginnen de lichamen in het bos zich op te stapelen. De Katakuri’s worden al snel meegezogen in een mystieke strijd waarvan de gevolgen nauwelijks te overzien zijn.

Met ‘The Happinness of the Katakuris’, gebaseerd op de Zuid-Koreaanse film ‘The Quiet Family’ (1998), bewijst Takeshi Miike eens te meer wat een gekke, creatieve filmmaker hij is. Dit is een onvoorspelbare film. Alles wat we op het scherm zien, voltrekt zich alsof we ons in een vreemde droom bevinden, die op elk moment zou kunnen omslaan in een nachtmerrie. Miike speelt voortdurend met de toeschouwer. Eerst serveert hij scènes vol humor, dan confronteert hij ons met een dosis horror, en even later keert hij weer terug naar het eerdere pad van lachen en absurditeit. De allereerste scène, waarin claymation is toegevoegd, is hier een goed voorbeeld van. We krijgen een bizarre les over de cyclus van eten en gegeten worden voorgeschoteld, waarin een monsterlijk kleipoppetje de hoofdrol speelt. Enerzijds moet je lachen om de gekheid van deze scène, maar anderzijds laat het je ook met een vervreemdend en ongemakkelijk gevoel achter. Miike heeft hier zelf geen enkel probleem mee.

De regisseur heeft zelden met zoveel verschillende genres en stijlen gespeeld als hier het geval is. Horror, misdaad, thriller, romantiek, komedie; het passeert allemaal de revue. Het meest opmerkelijke is misschien nog wel dat Miike ervoor kiest om zijn film op sommige momenten te laten ontvouwen tot een musical, met karaoke-nummers en al. Het gevolg is dat we op sommige momenten niet meer precies weten waar we naar kijken. Is dat erg? Dat ligt compleet bij de toeschouwer. Waarschijnlijk zal elke kijker na het kijken van ‘The Happiness of the Katakuris’ een andere mening hebben. Sommigen zullen zich misschien afvragen wat het exacte doel van de film is, terwijl anderen zullen genieten van de totale vrijheid van interpretatie.

Len Karstens

Waardering: 3.5

VOD-release: 7 april 2021 – 26 mei 2021 (IFFR Unleashed: 50/50)
Speciale vertoning: IFFR 2002