Harold & Kumar Escape from Guantanamo Bay (2008)

Regie: Jon Hurwitz, Hayden Schlossberg | 100 minuten | komedie, avontuur | Acteurs: John Cho, Kal Penn, Rob Corddry, Jack Conley, Roger Bart, Neil Patrick Harris, Danneel Harris,  Eric Winter, Paula Garcés, Jon Reep, Missi Pyle, Mark Munoz, James Adomian, Beverly D’Angelo, Echo Valley, Ava Santana, Chantel Silvain, Courtney Shay Young, Crystal Mantecon, Katheryn Ryce, Christopher Meloni, Todd Voltz, Richard Christy, Adam Herschman, Jackson Beals, Amir Talai, Kristen de Nes, Mark Turner, Randal Reeder, David Krumholtz, Eddie Kaye Thomas, Ed Helms, Errol Sitahal, Clyde Kusatsu, Mary Deese, Juli Erickson, Kelvin Payton, Ron Fagan, Frank Mondaruli, D’Anthony Palms, Mighty Rasta

Matig vervolg op de stoner comedy hit ‘Harold and Kumar Go to White Castle’ uit 2004, waar de originaliteit en sprankeling van het eerste deel vanaf is, zonder daar bijzonder veel voor in de plaats te brengen aan nieuwe en verse grappen. Het blijft voor een groot deel steken in een herhaling van zetten, wat ongetwijfeld leuk en herkenbaar is voor fans van de vorige film, die uitgroeide tot een kleine cult komedie, maar die status zal ‘Escape from Guantanamo Bay’ niet gaan halen. Daarvoor is de plot te dun en de grappen niet sterk genoeg.

Veel van die grappen en komisch bedoelde voorvallen mikken nogal letterlijk op de onderbuik, door veel “poep en pies” momenten in te bouwen, waarvan de slechtste meteen aan het begin zit, als Kumar zijn overactieve stoelgang (door alle White Castle burgers) demonstreert terwijl Harold er naast staat te douchen. De smakeloze toon is hiermee meteen gezet en er zijn ongetwijfeld een hoop tieners die dit het toppunt van humor zullen vinden. Zo erg wordt het bijna nergens meer, al zijn er sporadisch nog een aantal voorvallen waarbij lichaamsvloeistoffen een prominente rol spelen. Eigenlijk is het ergens zonde, want de makers hebben ook talent voor betere en inventievere grappen, waarbij wel een zeker niveau gehaald wordt, waardoor de “poep en pies” humor meteen ook de slechtste grappen van de film zijn.

Het verhaal bevat – uiteraard – de grootste onwaarschijnlijkheden die men maar kan bedenken. Om te beginnen de ontsnapping van de marinebasis Guantanamo Bay op Cuba. Amnesty International protesteerde overigens tegen het gebruik van de basis in de film, omdat Amnesty vond dat de (wan)toestanden op de basis geen aanleiding voor grappen diende te zijn. Een erg sterk segment in de film is het niet geworden. Eigenlijk geldt dit voor meer stops die Harold (ook wel Roldy genoemd) en Kumar onderweg maken. Terecht komen in een rally van de Ku Klux Klan of op een boerderij met een inteelt monsterkind in de kelder, is al vaker in films gedaan – en beter. Zo’n beetje het enige echt originele element is het feestje dat hun vriend Raza (Amir Talai) in Miami geeft: in plaats van een topless-feest heeft hij besloten een bottom-less feest te geven. Dit geeft weer mogelijkheden om flink over de randen van de goede smaak heen te gaan. Iets wat, zoals gezegd, bij puberende tieners het vast wel goed zal zijn.

‘Harold and Kumar Escape from Guantanamo Bay’ moet het vooral hebben van de capriolen van de hoofdrolspelers zelf, niet van de sketchmatige episodes waar ze in verzeild raken. John Cho en Kal Penn zijn uitstekend op elkaar ingespeeld als respectievelijk de stijve Harold en de ultrarelaxte Kumar. Als komisch duo zijn ze bijzonder geslaagd, dus de vraag rijst waarom de makers hen niet meer ruimte geven om hun talenten echt tentoon te spreiden. De beste momenten in de film zijn (afgezien van de weer hilarische bijdrage van Neil Patrick Harris) het gekibbel tussen Harold en Kumar en de manier waarop ze hun vriendschap beleven. Waarom daar dan niet meer op geconcentreerd? Hetzelfde geldt eigenlijk voor de al genoemde Neil Patrick Harris die niet zichzelf speelt maar iemand die Neil Patrick Harris heet. Zodra hij opduikt, komt de film echt tot leven en juist hierdoor valt het gebrek aan humor extra op wanneer hij niet in beeld is. Mocht er besloten worden om tot een derde deel over te gaan, dan zouden er drie hoofdrolspelers moeten zijn, in plaats van twee.

Rob Corddry (vooral bekend als correspondent bij de “Daily Show” heeft een vreselijke rol als Ron Fox, een hooggeplaatste ambtenaar bij de Department of Homeland Security die achter het tweetal aanzit na Kumars stommiteit op de vliegreis naar Amsterdam. Zijn gedrag is ronduit stuitend en zit vol met goedkope en absoluut niet grappige stereotiepe opvattingen, zoals proberen de joodse vrienden Rosenberg (Eddie Kaye Thomas) en Goldstein (David Krumholtz) te paaien met een zak geld. Zijn optreden slaat de plank volledig is en is bij vlagen zelfs pijnlijk om naar te kijken.

Voor Nederlandse kijkers is het aardig dat Amsterdam op het einde nog even prominent in beeld komt (zoals het Paleis op de Dam). Dat de Kijkwijzer overigens de film voor 12 jaar en ouder heeft gekeurd, is erg raar. De film heeft in de VS een R-rating en gezien het (verheerlijken van) drugsgebruik en het vele expliciete naakt, is dat eigenlijk niet meer dan terecht.

Hans Geurts