Harry Brown (2009)

Regie: Daniel Barber | 103 minuten | thriller | Acteurs: Michael Caine, Emily Mortimer, Iain Glen, Liam Cunningham, Ben Drew, Jack O’Connell, David Bradley, Raza Jaffrey, Charlie Creed-Miles, Joseph Gilgun, Sean Harris, Chris Wilson, Klariza Clayton, Forbes KB, Amy Steel, Lee Oakes, Orla O’Rourke, Ashley George, Grace Vallorani, Tony Massiah, Jamal Downey, Claire Hackett, Radoslaw Kaim, Liz Daniels

Er zal niemand twijfelen aan het feit dat Michael Caine de beste Britse acteur van zijn generatie is. Zijn palmares van de afgelopen zestig jaar (!) leest als dat van een Alec Guiness of een Laurence Olivier, waarbij zelfs op te merken valt dat Caine er (vooralsnog) maar liefst tweemaal in geslaagd is een nominatie van de Academy te verzilveren (voor ‘Hannah and Her Sisters’ respectievelijk ‘The Cider House Rules’), waar zijn voorbeelden ieder maar één gouden beeldje in de wacht sleepten. Wat overigens geen lijnrechte verhouding weergeeft, maar dat terzijde; een film met een (hoofd)rol voor de Londense grootmeester is er hoe dan ook één om in de gaten te houden.

Het gevaar van een dergelijke opvatting is echter dat je de film logischerwijs beoordeelt als zijnde van de bewuste acteur, niet (toevallig) met hem. Waardoor je uiteindelijke mening in potentie een positieve afwijking naar boven heeft. Caine voldoet namelijk aan alle verwachtingen en schittert als de ouderwetse filmdragende protagonist die hij al meer dan een halve eeuw op het scherm weet te zetten. Dat maakt het (speelfilm)debuut van regisseur Daniel Barber, die in 2007 naar een script van Elmore Leonard de korte film ‘The Tonto Woman’ maakte, echter nog geen onvoorwaardelijk succes. En dat is jammer, want dat 35 minuten durende romantische drama werd destijds onder andere genomineerd voor een Oscar (Beste Korte Film), dus ook in zijn geval worden er bepaalde verwachtingen aan de dag gelegd.

In eerste instantie lijkt misdaadthriller ‘Harry Brown’ overigens wel degelijk op een vergelijkbare status van onvervalst wraakepos als bijvoorbeeld ‘Get Carter’ (1971) af te stevenen. Een klassieker die bijna veertig jaar geleden al liet zien dat er met Michael Caine niet te spotten valt, wanneer je hem of zijn geliefden een strobreed in de weg legt. Een klassieker ook, die de voor de hand liggende vergelijkingen tussen ‘Harry Brown’ en ‘Death Wish’ (1974) en haar vele vervolgen, waarin hoofdrolspeler Charles Bronson herhaaldelijk op vergelding uit is, enigszins afzwakt omdat Caine dus daarvóór al eens voor een titelrol in de huid kroop van een wraakbeluste vedette. Hij lijkt hier dus vooral een hommage te brengen aan één van de meest geliefde karakters uit zijn eigen acteerverleden.

Een groot verschil, waardoor de eerste act van ‘Harry Brown’ vooral aanspreekt, is dat ‘Get Carter’ opende met de begrafenis van de vermoorde broer van Carter en het meteen duidelijk is waar en waarom de dolle rit vol gewelddadige represailles van start gaat. Barber daarentegen neemt na een zeer geslaagde overgang van de drukke en extreem agressieve openingsscène naar een kalme en ingetogen introductie van de hoofdrolspeler eerst rustig de tijd om het karakter van Brown en daarmee de spanning op te bouwen. Harry Brown is op het eerste gezicht een introverte en berustende oude man, die lijdzaam toe moet zien hoe hij langzaam zijn vrouw verliest aan een uitputtende ziekte. Pas wanneer hij haar in een schrijnende scène van eenzaamheid en rouw onvermijdelijk kwijt raakt aan haar terminale aandoening, komen we iets meer te weten over het bestaan en vooral het verleden van de teruggetrokken 75-plusser. Zo blijkt hij tegenwoordig naast de lokale barman nog maar één vriend en contactpersoon te hebben, met wie hij regelmatig in de kroeg afspreekt om een pot te schaken. Daarnaast heeft hij een traumatisch verleden als marinier (ten tijde van de religieuze crises in Noord-Ierland); een gezien de plot broodnodige voorgeschiedenis, die overigens weinig subtiel en eigenlijk ook onnodig vaak benadrukt wordt.

Zo overdreven vetgedrukt als Barber in de openingsscène aantoonde hoe bruut en gewelddadig het eraan toe gaat in de door criminelen in angstgreep gehouden achterstandsbuurt waar Harry woont, zo subtiel heeft hij het publiek kennis laten maken met een op het oog vreedzame man, wiens verhaal toch een aantal diepere en mogelijk verontrustende lagen heeft. De fout die de regisseur ondanks zijn goede bedoelingen vervolgens maakt, is dat het daar vervolgens compleet gedaan is qua subtiliteit. De wendingen die het verhaal neemt wanneer ook Harry’s maat Leonard (David Bradley) uit zijn leven verdwijnt, als hij door leden van de lokale bende vermoord wordt, is weliswaar volgens de route die het verhaal onafwendbaar inslaat, maar zorgt er tevens voor dat je het contact met zowel de plot als het karakter enigszins kwijt raakt. De matig uitgewerkte verhaallijn(en) van het tweede deel van de film en de weinig indrukwekkende bijrollen waar het script mee uitpakt halen het in eerste instantie hoge niveau dan helaas naar beneden. Zo blijven Emily Mortimer en Charlie Creed-Miles platte, weinig verrassende stereotypen van respectievelijk de inspectrice als intelligente doorzetter en de ondergeschikte agent als onbeholpen sidekick, die zich geen raad weten met de situatie die de held vervolgens in een handomdraai voor ze op lijkt te gaan lossen. En de spreekwoordelijke eindbaas heeft lang voor zijn gewisse einde het publiek al tegen zich in het harnas gejaagd.

Uiteindelijk vervalt ‘Harry Brown’ daarmee na een zeer geslaagde eerste helft toch grotendeels in het standaard stramien van een actiefilm waarin thematiek als wraak, misdaad, ongeremde criminaliteit en onkunde aan de zijde van de politiemacht op een tamelijk voorspelbare wijze op de plot vooruit lopen. Hierdoor raakt ook de in eerste instantie prominente boodschap van de ‘verloren generatie’ en de problematiek van het verslechterde straatbeeld in Engelse prachtwijken aanzienlijk ondergesneeuwd. Sir Michael Caine in een hoofdrol is dan niet de enige reden die de film toch de moeite waard maakt, maar duidelijk wel de voornaamste. En ook dat is toch eigenlijk wel voorspelbaar.

Robert Nijman

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 25 februari 2010