Hatchet (2006)

Regie: Adam Green | 85 minuten | horror | Acteurs: Joel Moore, Tamara Feldman, Deon Richmond, Kane Hodder, Mercedes McNab, Parry Shen, Joel Murray, Joleigh Fioreavanti, Richard Riehle, Patrika Darbo, Robert Englund, Joshua Leonard, Tony Todd, John Carl Buechler, Rileah Vanderbilt, Adam Green, Lance Kelly, John Gross

Voor horrorfestivals, in een zaal vol enthousiaste genrefanaten, is ‘Hatchet’ een prima film. Lekkere gore-momenten: afgehakte handen, afgedraaide hoofden, en door midden gekliefde lichamen, hier en daar wat droge humor, en blote borsten van domme huppeltjes. Dan zijn toch eigenlijk alle ingrediënten aanwezig voor een aangename anderhalf uur in de bioscoopzaal. Dat dit alles dan plaatsvindt binnen de context van een verhaaltje van niets en dat er een ernstig gebrek aan spanning is, is dan jammer maar niet rampzalig.

Want, het moet gezegd worden, de film is qua creativiteit, inhoud, en verhaal niet bepaald een licht in de duisternis. Een groep toeristen gaat op een spookachtige moerastocht, waarop ze stranden en een verminkte psychopaat met een jeugdtrauma tegen het lijf lopen, die iedereen stuk voor stuk afslacht. De moordenaar heeft veel weg van Jason uit ‘Friday the 13th’, de afzichtelijke bruut uit ‘The Texas Chainsaw Massacre’, en Michael Myers uit de ‘Halloween’-films. Van een frisse impuls in het genre is dus weinig sprake. En aangezien de film in feite niets meer is dan een serie confrontaties is tussen de schurk en zijn slachtoffers, is er weinig ruimte voor meerwaarde.

Het eerste half uur, waarin het slachtvoer in het moerasje van de charmante Victor Crowley dient te arriveren, biedt hiertoe de enige mogelijkheid. En gelukkig zorgen de scènes in dit gedeelte nog wel voor een paar glimlachen op het gezicht van de kijker. Vooral de dodelijk saaie manier waarop Ben (Joel Moore) contact probeert te krijgen met Marybeth – “Dat is een mooie naam. Omdat… het eigenlijk twee namen zijn. Je hebt Mary… en Beth. Veel beter dan “Ben”. Ben… Wat een mooie jas is dat…” – en de gefrustreerde reacties van de waardeloze toergids Shawn (Parry Shen) zijn amusant. Sporadisch zorgen zelfs de domme amateur (soft)porno actrices, die om zoveel tijd hun borsten moeten laten zien aan “filmmaker” Shapiro (Joel Murray), voor een vrolijke noot. Meestal zijn de grappen omtrent hun ontzettende domheid echter flauw en ver gezocht.

De essentie van een splatterfilm, dat ‘Hatchet’ toch eigenlijk is, is de hoeveelheid en effectiviteit van de gore-momenten, en daar is weinig op aan te merken. Crowley gaat lekker grof, ruw, en plastisch te werk, en alles wordt expliciet getoond. Er is een “leuke” onthoofding met een schop, een personage wordt gespiest op een hark, ogen worden uitgestoken, en ingewanden en bloed worden rijkelijk op bomen en grafzerken gesproeid, al in de openingsmoord van de film. Jammer genoeg is er nauwelijks spanning in de film aanwezig. Het is slechts wachten op de volgende moord en dan vooral op de manier waarop dit in beeld gebracht wordt. Slechts één of twee momentjes zit het publiek even in spanning om wat er zou kunnen gaan gebeuren, al is het dan wel duidelijk dát er iets gaat gebeuren. Verder zijn de personages te simpel geschetst om veel betrokkenheid met ze te kunnen ontwikkelen. Maar gelukkig kan de kijker om ze lachen, en komen ze op een amusante wijze aan hun eind.

Bart Rietvink