Hélas pour moi – Oh, Woe Is Me (1993)
Regie: Jean-Luc Godard | 84 minuten | drama, komedie | Acteurs: Gérard Depardieu, Laurence Masliah, Bernard Verley, Aude Amiot, Roland Blanche, Marc Betton, François Germond, Jean-Louis Loca, Anny Romand, Monique Couturier, Benjamin Kraatz, Manon Andersen, Raphaël Potier, Delphine Quentin, Véronique Varlet.
Jean-Luc Godard is geen regisseur die de premisse van zijn films makkelijk weggeeft, en zeker in de jaren 90 gaf zijn cinema vooral een verwarde en pretentieuze indruk. De Zwitser was destijds vooral bezig met het samenvatten van zo’n 100 jaar aan (film)geschiedenis in ‘Histoire(s) de cinema’; de fictieprojecten die hij daarnaast maakte bevatten grootse thema’s en werden in zijn eigen tijd en tempo gemaakt, vaak met grote acteurs.
In ‘Hélas pour moi’ overheersen de thema’s dood en verdriet; liefde en lijden, en worden deze emoties vertolkt door Gérard Depardieu en de vaak naamloze karakters die hem omringen. Waar de thema’s ontleed zijn aan het werk van de Italiaanse dichter Leopardi, is het narratieve verhaal – voor zover daarover mag worden gesproken – een variatie op de mythe van Alkmene en Amphitryon, waarin God probeert om menselijke verlangens te ervaren. Het doel is om te leren waar de liefde begint, waar ze plaatsvindt en hoe de schepping uiteindelijk in zijn werk gaat.
Hoewel hij schitterende beelden en enkele oneliners van haast onbeschrijfbare schoonheid bevat, slaagt de film maar deels. Godard is niet op zoek naar het behagen van zijn publiek en het ontbreken aan houvast kan voor de kijker een onoverbrugbare hindernis kan zijn. De vaak poëtische teksten zijn even zwaar als het werk van Leopardi zelf, en beeld en geluid, evenals actie en dialoog, worden op onorthodoxe wijze gemixt. Zo omringt Godard de hoogtepunten met talloze scènes waarbij het doel ver te zoeken valt. De rol van Depardieu als de door God bezeten Simon is echter een klassieke prestatie van groots acteren die twijfelaars over de streep kan trekken.
De regisseur is als verlegen narcist en oud-voorloper van de Nouvelle Vague zelf misschien minstens zo interessant en tegenstrijdig als zijn films, en dat is waarom er aandacht blijft voor zijn vaak moeilijk of mank lopende projecten. Vanwege zijn bezigheden aan ‘Histoire(s) de cinema’ – een project dat al even bleu en egoïstisch is – wordt er in de film verwezen naar talloze andere cinema, waaronder die van Hitchcock, talloze B-horrors en hemzelf; het is onduidelijk tot welke orde de Zwitser zich rekent. ‘Hélas pour moi’ behoort als speelfilm ook niet tot de hoogtepunten van Godards werk. Waar de Griekse mythe van Alkmene en Amphitryon leidde tot de geboorte van Hercules, komt er uit de film geen briljante uitkomst. Daarvoor tilt de context van momenten het geheel te weinig naar boven. Geen gemakkelijke kost voor een ontspannen avond, maar als vertaling van poëzie in beeld is ‘Hélas pour moi’ fascinerend.
Luuk Imhann