Het eiland Zeekraai: De smokkelaars – Skrållan, Ruskprick och Knorrhane (1967)

Regie: Olle Hellbom | 94 minuten | familie | Acteurs: Hans Alfredson, Kajsa Dandenell, Tage Danielsson, Louise Edlind, Bengt Eklund, Siegfried Fischer, Manne Grünberger, Kristina Jämtmark, Maria Johansson, Stephen Lindholm, Eva Stiberg

‘Het eiland Zeekraai: De smokkelaars’ is de vierde en laatste film over de kinderen die op het eiland Zeekraai, vlak voor de kust van Stockholm, wonen. Mops, Stina, Pelle en zijn nichtje Skrållan gaan voor een weekje vakantie met de boot naar een tante, maar bij aankomst blijkt zij met een gebroken been in het ziekenhuis te liggen. De telefoon doet het niet en de kinderen zijn op zichzelf aangewezen. De boot die hen weer naar huis zal brengen, komt pas over een week, en tante woont alleen op het betreffende eiland. De kinderen gaan niet bij de pakken neerzitten, maar varen zelf terug. Jammer genoeg begeeft de motor het al gauw en komen ze aan op een schijnbaar verlaten eiland. Je moet er als ouders niet aan denken dat je kind van nog geen tien samen met vriendjes een aantal dagen voor zichzelf moet zorgen, maar ach, in de wereld van Astrid Lindgren kan alles en de jaren zestig sfeer is duidelijk herkenbaar: de zorgeloosheid van het motto ‘vrijheid, blijheid’ straalt overal van af. Wanneer hun boot dankzij een actie van Skrållan wegdrijft, blijven de kinderen nog vrij laconiek. Ook wanneer het viertal honger krijgt, is hun houding nog behoorlijk kalm.

Ondertussen heeft het publiek kennisgemaakt met twee smokkelaars, die op hetzelfde eiland verblijven en een lading sigaretten bij zich hebben. De twee liggen voortdurend met elkaar in de clinch. Dat het geboefte niet uitblinkt in snuggerheid is al gauw duidelijk. Het is dan ook geen verrassing dat de kinderen na de eerste ontmoeting doorhebben wat de heren te verbergen hebben. De Zweedse titel slaat overigens op de vriendschap die de kleine  Skrållan met de twee smokkelaars sluit, vooral de sullige “Knorrepot” heeft een zwak voor de schattige kleuter.

“Gemenerik” is niet gediend van de aandacht die Skrållan aan de twee geeft, omdat hij bang is ontmaskerd te worden. De vele scènes met de twee (amateuristisch overkomende) smokkelaars  in de hoofdrol halen de film behoorlijk uit balans. De focus ligt af en toe te veel op de onderlinge onenigheden en belachelijke handelingen van het duo. Zo zijn ze als de dood voor de goedaardige Sint Bernardshond Bootsman. Dit is waarschijnlijk humoristisch bedoeld, maar deze scènes zijn flauw en zelfs de doelgroep zal hier niet de lol van in zien. De kracht van de betere ‘Zeekraai’ films ligt juist in het natuurlijke spel van de kinderen, maar omdat de aandacht hier regelmatig naar de twee kruimeldieven getrokken wordt, is de film gewoonweg minder leuk om naar te kijken.

Monica Meijer