Het land der vaderen (1974)

Regie: George Sluizer | 34 minuten | documentaire

‘Het land der vaderen’ is de eerste film uit een serie van vier, over twee Palestijnse families die verdreven zijn uit hun thuisland toen de staat Israël werd uitgeroepen. In deze korte documentaire zien we wat van het dagelijks leven in een kamp in Libanon, waarbij de moeilijke vragen niet geschuwd worden. Het is een boeiend portret, zonder makkelijke antwoorden, maar ook zonder oordeel of overduidelijke stellingname. Nu, ruim vier decennia later, is het schrijnend om te zien dat er eigenlijk niets veranderd is. Wel krijg je door dit soort films steeds meer inzicht en het besef dat het vooral een zeer tragische situatie is; een vicieuze cirkel, waaruit niet te ontsnappen lijkt en waarbij met vingers wijzen zinloos is.

We zien een moslim en katholieke familie en in beide gevallen zijn het gewoon sympathieke gezinnen die hun leven vorm proberen te geven en een enigszins menswaardig bestaan proberen te leven. Maar er is natuurlijk ook een diepgeworteld verlangen om terug te keren naar hun thuisland, dat ze ooit moesten ontvluchten, en dat ze is ontnomen door Israël. We zien het resultaat van bombardementen, en hoe de inwoners van het kamp gewoon maar weer met frisse moed hun huizen weer opbouwen, gordijntjes ophangen, en blijven strijden tegen hun onderdrukkers. Hoewel veel van de personen die in beeld deelnemen aan de gewelddadige strijd tegen Israël, zijn het niet domme, schreeuwerige militanten, maar ‘gewoon’ redelijk pratende mensen die er alles voor over hebben om hun land terug te krijgen en zich ergens echt thuis te kunnen voelen.

Het is ook niet het geval dat de camera wordt weggeduwd of het antwoord vaak ‘geen commentaar’ luidt. Nee, vrijwel iedereen doet zijn verhaal, soms kort, krachtig en in duidelijke termen, soms uitgebreid en wat genuanceerder. Echt goed weten wat je moet denken, doe je waarschijnlijk na het zien van deze film niet, en dat is juist goed. De film prikkelt en laat je zelf kritisch nadenken.

George Sluizer heeft na het voltooien van de vier documentaires over deze families van de Palestijnen een onderscheiding gekregen; voor het steunen van de Palestijnse zaak. Daardoor zou je denken dat hij zich ook nadrukkelijk geprofileerd heeft als anti-Israël of pro-Palestina. Maar dit is geen simpele, goedkope propagandafilm. Dit eerste deel nog niet in ieder geval.

Zo ontwijkt Sluizer de moeilijke vragen niet. Sterker nog, hij gaat er vrij snel al met gestrekt been in door te vragen of de zoon een van de families een terrorist is. Verrassend. Maar de man (die wel wat wegheeft van een jonge Al Pacino) wordt niet kwaad. Hij houdt zich op de vlakte door te zeggen dat hij niet goed snapt wat de interviewer ermee bedoelt. Dat hij vindt dat er niet zoiets bestaat als een terrorist. Heel ontwijkend natuurlijk en het smeekt om verdere vragen en uitdieping, die helaas niet volgen, maar het is duidelijk dat hij zich enerzijds niet schaamt of van plan is zich te verontschuldigen voor zijn gewapende strijd, en dat hier anderzijds complexe motivaties achterzitten. Kortom: laat de kijker zijn oordeel maar vellen.

Het lijkt allemaal ook heel vreedzaam – bijna verdacht vreedzaam – te blijven als zijn vader wordt gevraagd of hij veel haat in zich voelt. Deze zegt dat hier geen sprake van is. En dat hij absoluut geen haat voelt jegens het joodse volk in zijn algemeenheid, maar vooral jegens de Zionistische, Israëlische regering. Geruststellend voor de kijker die hoopt vooral een menselijk – lees: vredelievend – portret te zien. Later wordt het – gelukkig, zou je bijna zeggen – wel wat scherper wanneer dezelfde man ingaat op de geschiedenis en uitlegt dat het de schuld is van de Britten, maar vooral de Amerikanen, dat ‘de Joden’ massaal hun land zijn ingetrokken. Dus als hij ooit in de gelegenheid zou komen om twee Amerikanen, één Brit, en één Jood te doden, zou hij vredig kunnen sterven. Ja, je moet het in perspectief zien, maar toch: het blijft moeilijk te verkroppen.

De discussies in het kamp zelf zijn verfrissend, ook door de deelnemers hieraan: oud, jong, man en vrouw worden allemaal in de gelegenheid gesteld hun mening te geven, al is er wel een duidelijke hiërarchie te zien. Interessant is het wanneer de ouderen stellen dat ze nooit de strijd mogen opgeven, al is het alleen maar om hun gezicht en waardigheid te kunnen bewaren jegens hun eigen kinderen (en kleinkinderen). Zij zullen ook over hun geschiedenis leren en zich afvragen waarom hun ouders niet ten strijde trekken (of hebben getrokken).

Ook boeiend is om te zien hoe het hele leven doordrenkt is van de zucht naar vrijheid en het terugkeren naar het huisland, van de almaar voortdurende strijd. Waar ze zich ook mee bezighouden, het blijft altijd aanwezig, op de achter- of juist heel erg op de voorgrond. Enigszins verontrustend maar ook begrijpelijk is het hoe kinderen massaal vrijheidsleuzen scanderen, schijnbaar als dagelijks ritueel. Of ze alles snappen is de vraag – ze lachen en spelen daarna vrolijk verder – maar langzaam maar zeker nestelen deze denkbeelden zich uiteraard permanent in de hoofden van deze kinderen. Terecht of niet, gezien onrecht dat het volk is aangedaan, het is heel jammer dat ze niet gewoon alleen kind kunnen zijn en los kunnen komen van hun historie.

‘Het land der vaderen’ is een intrigerend eerste blik op deze twee families en het maakt zonder meer nieuwsgierig naar de volgende delen.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

DVD-release: 1 februari 2019 (exclusief bij de Volkskrant)
DVD-release: 23 april 2019