Het nieuwe Rijksmuseum (2013)

Regie: Oeke Hoogendijk | 217 minuten | documentaire

We zien een duistere onderaardse wereld die langzaam wordt opengebroken, een bundel licht schijnt stoffig naar binnen, twee gestalten staan geheimzinnig in het tegenlicht. Langs de muren tekenen zich immense schaduwen van bouwvakkers af. Het is 2005, de renovatie van het Rijksmuseum in Amsterdam is nog maar net begonnen. Directeur Ronald de Leeuw leidt enthousiast een groepje genodigden door het gestripte museum. De koele haarscherpe groothoekbeelden van kale stenen muren en betonnen vloeren doen denken aan het memorabele tweede gedeelte van Stanley Kubricks ’Full Metal Jacket’ (1987). En net zoals de soldaten in deze oorlogsfilm die vol bravoure aan de strijd beginnen, maar op onverwachte tegenstand stuiten, lopen de medewerkers van het Rijksmuseum en de architecten bijna stuk tegen een muur van ambtenarij, kleinburgerlijkheid en polderpolitiek.

Weerstand komt onder andere in de vorm van de welstandscommissie die bij elk plan wilt weten of de houtnerven in de lengte of breedte richting lopen. Daarnaast is er ook nog de Fietsersbond die zich bespottelijk maakt over het ontwerp waarmee de Spaanse architecten het project hebben binnengehaald. Ze gooien roet in het eten door met eigen plannen te komen die ze weten door te drukken. De Spanjaarden snappen er niets van: zij hadden toch de oplossing gevonden voor het het probleem van de onderdoorgang en de positie van de ingang? Daarom waren zij toch gekozen om dit monsterproject vorm te geven? Waarom kwam hun ontwerp nu weer ter discussie te staan? De teneur van gepasseerde stations die telkens maar weer opnieuw bezocht worden, bepaalt de toon van de documentaire. Vier afleveringen van circa 50 minuten zien we de medewerkers en architecten als in een soap meegesleurd worden in een beheerst polderdrama waarin de Spaanse architecten het eerst zuchten maar uiteindelijk ook de meest flegmatische Hollanders zich rechtstreeks in de camera beklagen.

Regisseur Oeke Hoogendijk legt alles in een grandioze montage en Rijksmuseum waardige beelden vast. Naast bijvoorbeeld de schitterende opening, hierboven beschreven, zit de kracht van de documentaire ook vooral in de details. Wanneer directeur Ronald de Leeuw Japan bezoekt om twee sculpturen aan te schaffen, beschrijft hij in een voice-over de beelden als reusachtige figuren van twee meter hoog, ondertussen zien we Ronald zelf als een ware reus tussen de kleine Japanners op het vliegveld van Kyoto lopen. Het levert een humoristisch maar ook poëtisch beeld op. Hoogendijk toont gedurende de ruim drie uur nog veel meer van dit soort momenten die moeiteloos de gebeurtenissen vangen in slimme verwijzingen. Nog een voorbeeld: terwijl een conservator het plaatsten en inrichten van een kunstwerk vergelijkt met een bevalling, krijgen we een shot te zien van een medewerker die zijn hand door een incisie in de plastic verpakking van een beeld steekt om deze uit te pakken.

Een scène dus die plotseling iets voyeuristisch krijgt. Maar eigenlijk is ‘Het Nieuwe Rijksmuseum’ in zijn geheel een sterk staaltje van soap voyeurisme: zo krijgen we bijvoorbeeld te zien hoe op een veiling een fel begeerde Schoonhoven door een andere bieder wordt weggekaapt en directeur collecties Taco Dibbits gedesillusioneerd aan de telefoon achterblijft.

Het is vooral allemaal kommer en kwel maar natuurlijk gaat het ook om kunst en de conservatoren krijgen de ruimte om hun liefde hiervoor te etaleren. Echter wat duidelijk wordt in deze scènes is dat Hoogendijk inhoudelijk niet zo geïnteresseerd is in wat er gezegd wordt: lange monologen van de conservatoren worden regelmatig overstemd door dramatische muziekstukken. Verder snijdt Hoogendijk hard en monteert er lustig op los, alsof hij ons vooral groots en meeslepend wilt meevoeren in een epische vertelling waarin het informeren secundair is.

En dat is niet heel erg want meestal pakt het prima uit. Vooral in het derde deel waarin, om de chaos in orde en schoonheid te vangen, een collage van uitspraken spookachtig klinken in de nevelige krochten van het Rijksmuseum. Aan het eind van ditzelfde deel zweeft de camera in een prachtig wintertafereel boven het museum terwijl de nieuwe directeur Wim Pijbes de tragiek droog verwoordt in wederom een harde dramatische mix van tekst en muziek.

Toch gaat het ook mis. In het laatste deel probeert Hoogendijk er nog een schepje bovenop te doen, waarschijnlijk om met een flinke klapper af te sluiten. Maar het resultaat is op sommige momenten een onsamenhangende mix van beelden, zoals een rare montage waarin de excentrieke huismeester Leo van Gerven opzoek gaat naar duiven om af te knallen. Het idee doet denken aan het bekende executiescènes aan het einde van ‘The Godfather’ (1972). Maar in plaats van een steeds strakker wordende spanningsboog met grootse ontlading, leiden de knullige beelden van de scharrelende huismeester alleen maar af.

Het is documentairemaker Oeke Hoogendijk vergeven want inmiddels hebben we al genoten van een bijzondere documentaire die het midden houdt tussen schitterende visuele poëzie en poldersoap.

Alberto Ciaccio

Waardering: 4

DVD-release: 8 april 2014