Hilde (2009)

Regie: Kai Wessel | 136 minuten | drama, muziek, biografie | Acteurs: Heike Makatsch, Dan Stevens, Monica Bleibtreu, Hanns Zischler, Johanna Gastdorf, Trystan Wyn Puetter, Michael Gwisdek, Roger Cicero, Anian Zollner, Sylvester Groth, Fritz Roth, Hary Prinz, Jeroen Willems, Stanley Townsend, Sebastian Bender, Hans Brückner, Leon Clingman, Sebastian Fuhrmann, Grischa Huber, Rüdiger Kühmstedt, Susanne Menner, Ben Posener, Matthew Dylan Roberts, Paul Schlase, Oliver Unkel, Marlon van den Boogaard, Joe Vaz, Ricky Watson, Mario Zuber

Een close-up van een vrouw, dik opgemaakt, grote ogen, dikke lippen, warrige haren. Het lijkt alsof ze in bed ligt, achter haar haren zie je stof. Het volgende shot is van verderaf genomen: de vrouw zit in een vliegtuigstoel en naast haar een jongeman, waarschijnlijk haar partner. Hij steekt een sigaret aan en geeft deze aan haar om vervolgens een sigaret voor zichzelf op te steken. Opmerkelijk, roken in een vliegtuig, maar het is 1966 en toen mocht dat nog.

Zo zijn in de hele film ‘Hilde’ kleine dingetjes verwerkt die het tijdsbeeld weergeven, zoals oude zwart-wit Hollywood tijdschriften en het roken van een sigaret met een pijpje. Ook de oude auto’s kleuren dit beeld, en het interieur, en voor wie er oog voor heeft: de garderobe van Hildegard Knef. Allereerst de huidkleurige slobberpanty die met jarretels opgehouden worden (jaren 40), de cardigan vestjes en wijd uitstaande lange rokken (jaren 50) en de bekende zwarte Ray-Ban zonnebril met een sjaaltje over het haar gedragen (jaren 60). Dit maakt ‘Hilde’, een film die je in een aantal decennia van het leven van Hildegard Knef binnen sleept, een aangename produktie. De sfeer is goed en het doet direct aanspraak op je gevoel in welke tijd haar jeugdjaren zich afspeelden. Toen was het zo, toen leefden mensen zo, toen waren de (on)mogelijkheden zo. En in die wereld kwam Hildegard Knef met vallen en opstaan tot bloei.

Ook al heb je nog nooit van haar gehoord, het is boeiend om te zien hoe iemand haar dromen achterna jaagt om gelukkig te worden. Juist op de dag dat Hilde in 1944 in Berlijn aangenomen wordt aan de toneelacademie vallen de bommen. Vrijwel iedereen vlucht maar Hilde kiest ervoor om in Berlijn te blijven, tegen haar moeders wil in en ondanks het gevaar. Als haar minnaar opgeroepen wordt om te vechten gaat ze met hem mee het leger in om te vechten zodat ze bij hem kan blijven. Als ze een aantal jaren later – ze is getrouwd en woont in Amerika – wel betaald wordt door een filmmaatschappij maar drie jaar lang niet heeft kunnen spelen breekt ze haar contract open om terug te gaan naar Duitsland en daar te kunnen spelen. Als haar man vraagt te kiezen tussen acteren en hem, kiest ze haar werk.

Zelf legt Hilde uit: “Ik wil het niet maken, ik móet het maken.” Haar drijfveer is enorm. Dat maakt dat ze na vele teleurstellingen toch steeds opnieuw weet op te krabbelen. Nadat, weer terug in Duitsland, haar film flopt gaat ze naar New York en staat drie jaar op Broadway en wordt een succes in Amerika. Het harde werken doet haar op een gegeven moment vergeten wie ze is en waarom ze het allemaal doet.
Nogmaals terug gekeerd naar Berlijn schittert ze in een aantal rollen en lijkt het niet meer stuk te kunnen gaan. Totdat ze betrapt wordt door de pers op haar verhouding met een getrouwde acteur. Even lijkt ze door het lint te gaan maar ditmaal blijkt niet het werk haar gelukkig te maken maar de man.

Zonder geld besluit Hilde een sprong te maken in haar carrière: ze gaat zingen. Ze blijkt prachtige chansons te kunnen schrijven en zingen. Eindelijk lijkt ze ontdekt te hebben waar ze naar op zoek was. Het publiek omarmt haar en het succes volgt, ze heeft het gemaakt. En als toeschouwer van de film gun je het haar van harte. Toeschouwer inderdaad en geen aanschouwer. De rol van Hilde wordt zo overtuigend neergezet door Heike Makatsch dat je het gevoel hebt de Hilde echt al die jaren gevolgd te hebben. Net als Hildegard Knef is Heike een actrice/zangeres/schrijfster en heeft zich een jaar lang voorbereid op de rol met acteer- en zanglessen. Ook sprak ze haar eerste man Kurt Kirsch.

Scenarioschrijfster Maria von Heland benadrukt dat de film geen document is van het leven van Hildegard Knef, “Het wil haar leven begrijpen. Het is een psychologische reis en wil niet laten zien welk merk sigaretten ze rookte in 1962.” En dat is zeker gelukt. Regisseur Kai Wessel heeft zijn tijd genomen haar te verbeelden op de mooiste maar ook de zwaarste momenten uit haar leven. Hij laat de leuke kanten zien maar ook de donkere kanten. Daarnaast weet hij sfeer te scheppen met zijn typische beelden van die specifieke tijdsperioden. De flarden van haar muziek en songteksten, die duidelijk biografisch zijn, versterken Hilde’s eigen perceptie van haar indrukwekkende leven. Dat was Hildegard Knef.

Barbara Plasmans

Waardering: 4

Bioscooprelease: 5 november 2009