Hiruko, the Goblin – Yôkai hantâ: Hiruko (1991)

Regie: Shinya Tsukamoto | 89 minuten | horror, komedie, fantasie | Acteurs: Kenji Sawada, Masaki Kudou, Hideo Murota, Naoto Takenaka, Megumi Ueno, Bang ho-Cho, Ken Mitsuishi, Imari Tsuji, Kimiko Yo

‘Hiruko, the Goblin’ is een film van de Japanse cultregisseur Shinya Tsukamoto die daarvoor binnen de eigen landsgrenzen al succes boekte met ‘Tetsuo: The Iron Man’, een obscure en avant-gardistische kruisbestuiving tussen horror en sci-fi. Als je een blik werpt op het Japanse horrorgenre kom je al snel tot de conclusie dat ‘Hiruko, the Goblin’ een vreemde eend in de bijt is. De film voldoet niet aan de standaardformule die typerend is voor de modernere exponenten van de stroming die bekend staat als J-horror. Geen ellenlange stiltes en uitgesponnen dialogen, zorgvuldig opgebouwde schrikscènes of vrouwelijke en jeugdige spookverschijningen. Ook de wat oudere, extreem gewelddadige films als ‘Evil Dead Trap’ of de ‘Guinea Pig’-serie verschillen hemelsbreed van het werk van Tsukamoto.

Wat kan de argeloze kijker dan wel verwachten als hij ‘Hiruko, the Goblin’ in zijn dvd-speler besluit te stoppen? Een deels op Amerikaanse leest geschoeide horrorfilm die desondanks stevig in Japanse grond verankerd is. Stijltechnisch heeft Tsukamoto duidelijk inspiratie opgedaan door goed te kijken naar de ‘Evil Dead’-reeks van Sam Raimi. Ook ‘Hiruko, the Goblin’ is een film die absurdistische humor aflost met heftige scènes waarin het bloed over je scherm spat en ledematen op weinig zachtzinnige wijze gescheiden worden van menselijke lichamen. Horror met een vette knipoog dus. Met name de afgehakte hoofden van de vrienden, vriendin en vader van hoofdpersoon Masao die muteren tot geleedpotige wezens vormen een originele en bijtijds hilarische vondst, ongetwijfeld geïnspireerd door het ambachtelijk vervaardigde meesterwerkje ‘The Thing’ van John Carpenter.

Deze Amerikaanse invloeden ten spijt is ‘Hiruko, the Goblin’ toch ook een typisch, authentiek Japans product, stevig geworteld in de rijke, mythologische verteltraditie van het land. Het wezen met de naam Hiruko komt namelijk ook voor in een eeuwenoude Japanse verhalenbundel, de Kojiki. In de Kojiki wordt het verhaal verteld van de schepping van het eilandenrijk Japan. Hiruko is volgens dit verhaal het eerste, misvormde kind van de oergoden Izanagi en Izanami. Het goddelijke paar doet afstand van Hiruko en laat het misbaksel wegdrijven op een vlotje over de oersoep. Tsukamoto laat Hiruko in zijn film terugkeren en voert het wezen op als een wraakzuchtige entiteit met maar een doel: het uitroeien van de mensheid, de gezegende nakomelingen van zijn oerouders Izanagi en Izanami. De muziek en een stevige portie surrealisme geven ‘Hiruko, the Goblin’ in veel opzichten toch een typisch oosters tintje.

In de bioscopen was dit experimentele werkje van Shinya Tsukamoto geen bijster groot succes. Toch heeft dit op zich weinig met de kwaliteit van de film te maken. Natuurlijk, op de productie valt zeker het een en ander aan te merken. De effecten zijn niet altijd het summum van verfijndheid en de film doet af en toe wat te cartoonesk aan. Toch is ‘Hiruko, the Goblin’ een originele, energieke, eigenzinnige en voor liefhebbers zeker genietbare prent. In veel opzichten een verademing als je kijkt naar de fantasieloze eenvormigheid die het Japanse horrorgenre momenteel teistert.

Frank Heinen