Holland Pop 1970 (2024)

Recensie Holland Pop 1970 CinemagazineRegie: Ferri Ronteltap | 71 minuten | documentaire | Met: Berry Visser, Georges Knap, Hedy D’Ancona

Documentairemaker Ferrie Ronteltap (1953, o.a. ‘Parade’ (2017)) draagt bij aan de geschiedenis van de Nederlandse pop met zijn nieuwste documentaire ‘Holland Pop 1970’ over het eerste meerdaagse popfestival in Nederland. Het Holland Pop Festival werd gehouden in juni 1970 in het Rotterdamse Kralingse Bos. Zeer grote namen stonden op het podium: Jefferson Airplane, Santana, Canned Heat, The Byrds, Country Joe en zelfs Mungo Jerry (“In the Summertime”) speelde nog, voor Pink Floyd het festival afsloot.

Ronteltap zet ‘Holland Pop 1970’ uitdrukkelijk neer als een waterscheiding tussen het oude Nederland en het nieuwe Nederland of, in de woorden van Hedy d’Ancona: ”We werden bevrijd van de gehoorzaamheid.” De maatschappelijke veranderingen die zich in de jaren zestig al lieten zien werden pas in de jaren zeventig doorgevoerd in Nederland. Paul Schnabel, voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau: “Onze generatie is oud geworden in de sfeer van de jaren zestig. Echt heel groot is de wereld van de jaren zestig in Nederland pas in de jaren zeventig geworden.” Daarmee is niet gezegd dat het Holland Pop Festival de enorme maatschappelijke veranderingen in die overgangsjaren in Nederland heeft veroorzaakt. Het was eerder een zwaluw in de lucht waar steeds meer zwaluwen vlogen. Immers, Woodstock, in 1969 het model waarop Holland Pop werd geproduceerd, was evenzeer een katalysator in de Verenigde Staten van gevoelens van onvrede over allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Denk rassensegregatie, denk oorlog in Vietnam. In ons land namen we afscheid van het brave Nederland en kwamen de ‘roaring seventies’ eraan.

Dit is precies ook wat in het Rotterdamse Kralingen plaatsvond. Het wat oubollige commentaar van de nieuwsmedia uit die tijd spreekt van jongelui die vreemd waren uitgedost en als hippies gekleed gingen. Daarnaast werd er op een zodanige schaal in het openbaar geblowd als we in Nederland niet eerder hadden gezien. De diverse geestverruimende middelen werden openlijk te koop aangeboden. Hetzelfde gold voor de ontwikkeling van de seksuele vrijheid. De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) had een drukbezochte kraam op het festivalterrein, niet in het minst omdat dat de enige vereniging was die openlijk voorbehoedsmiddelen kon aanbieden aan ongetrouwden. Het was geen toeval dat in 1969 en 1970 juist de NVSH kwam met de publicatie van drie boeken over verschillende standjes die men kon gebruiken bij het liefdesspel. Het zijn tekenen aan de wand van een veranderend Nederland.

Maar het ging om meer, het ging ook om de democratisering van het hoger onderwijs, ontwikkeling van de vrouwenemancipatie, meer vrije tijd en minder stands- en klassenbewustzijn. ‘Holland Pop 1970’ zet al deze ontwikkelingen in een begrijpelijke context. Daarom zijn de commentaren van Schnabel, d’Ancona en popjournalist Stan Rijven van grote waarde in ‘Holland Pop 1970’.

De documentaire beschrijft ook hoe het Kralingen popfestival heeft kunnen plaatsvinden. Een organisator met een festivalterrein (Georges Knap) ontmoet een van de toenmalige oprichters van Mojo (Berry Visser) die de contacten met de groepen heeft. Wat was ervoor nodig dat zij samen aan de gang gingen? Een gezonde dosis naïviteit, een bord voor je kop, belachelijk ambitieus, een dosis geluk en een goede timing (Berry Visser). De ontstaansgeschiedenis van het festival wordt getoond aan de hand van oude, zeer oude en recente interviews die kennelijk voor ‘Holland Pop 1970’ zijn gemaakt. Het is het minder boeiende deel, vooral leuk voor de geïnterviewden die zichzelf na 54 jaar nog eens terug zien als viriele jonge mannen. Het zijn (met uitzondering van Hedy d’Ancona) allemaal mannen, die het verhaal nog eens vertellen, wat ze al vele malen eerder hebben verteld.

In die zin is de doelgroep van ‘Holland Pop’ lastig te omschrijven. Een boomer met belangstelling voor de muziek uit die periode komt nauwelijks aan zijn trekken omdat de muziek slechts een opvulsel is van de interviews. De interviews gaan vaak over de totstandkoming van Holland Pop Festival, en dat is maar matig boeiend en weinig nieuwswaardig (veel interviews zijn al eens vertoond) en voor een heel kleine groep interessant. Bovendien wordt de herinnering aan het festival zeer levendig gehouden met regelmatig terugkerende uitgaven van een herinneringsbox, diverse boeken, films en andere parafernalia. Als je belangstelling hebt voor de maatschappelijk historische kant van het Kralingen Popfestival kom je aardig aan je trekken. Dan kun je in dik een uur nog wel wat opsteken. ‘Holland Pop 1970’ is absoluut wel leuk om te zien en je kunt er een aardig gat mee vullen in de kennis over de jaren zestig en zeventig.

Ton IJlstra

Waardering: 3

Bioscooprelease: 20 juni 2024