Holy Electricity (2024)

Recensie Holy Electricity CinemagazineRegie: Tato Kotetishvili | 95 minuten | drama | Acteurs: Nikolo Ghviniashvili, Nika Gongadze

Het regiedebuut van Tato Kotetishvili is zeker niet de eerste film waar hij een belangrijke rol heeft, maar in zijn vorige films deed deze Georgiër toch vooral het voortreffelijke cinematografische werk zoals in ‘Negative Numbers’ en in ‘Blind Dates’. Het is geen vanzelfsprekende carrièreswitch van director of photography naar regisseur. Het is een tamelijk klein rijtje van personen die dit pad met succes hebben gevolgd. Onze eigen Jan de Bont is één van de weinigen. ‘Holy Electricity’ mag zeker een geslaagd debuut genoemd worden, hoewel je wel een beetje van het genre moet houden. Dat is het best te omschrijven als een zwart drama met een knipoog naar de komedie. Het bevat een soort van Breugheliaanse opsomming van typetjes en situaties die allemaal de moeite waard zijn om gezien te worden.

‘Holy Electricity’ gaat over ernstige zaken, zaken van leven en dood, of liever gezegd, van overleven of bijna leven naar bijna dood. Gaandeweg komen allerlei levensvragen boven, maar alvorens we daar zijn begint de film met een dode. Deze ligt opgebaard in een wat armoedige huiskamer in Tblisi in Georgië. Vijf vrouwen zitten te treuren om de overledene. Dit rouwen wordt nogal prozaïsch onderbroken door twee mannen die de boeketten, die om de baar met de kist heen liggen, meenemen. Vervolgens worden de stoelen uit de kamer gehaald – alles in één take – en draaien de dragers de kist twee keer in de rondte in de kleine huiskamer. Op dat moment hebben we kennis gemaakt met de twee belangrijkste personages uit de film: Gonga (debutant Nika Gongadze), de zoon van de overledene en zijn neef Bart (Nikolo Ghviniashvili). Deze laatste doet een dure belofte: hij gaat proberen om een vader te zijn voor Gonga.

De twee mannen gaan samen op stap en bezoeken daarbij vuilnisbelten, autosloperijen, oude dametjes die van hun oude rommel af moeten, verzamelingen van oude muziekinstrumenten en dergelijke. Eigenlijk is niets te gek voor deze beide heren en ze hebben het idee dat de pot met de gouden munten om elke hoek en onder elke stukje vuilnis kan liggen.

Die locaties in ‘Holy Electricity’ worden getoond in een caleidoscoop van beelden en scènes waarin de mannen als het ware hun evenbeelden ontmoeten. In Tblisi zijn veel – overwegend – mannen die hopen nog een grijpstuiver te verdienen met de rommel die iemand anders al heeft gekocht van iemand die er ook geen behoefte meer aan heeft. Dat is toch wel de gemene deler in deze hele film. Alles is oud en afgetrapt behalve misschien de Hyundai waarin de gangsters rondrijden die Bart afpersen omdat hij gokschulden bij ze zou hebben. Ook daarin zit een zekere romantiek, zoals die ook zit in de vuilnisbelten die we samen met Bart en Gonga bezoeken. De romantiek zit ook in de uitstalling van hun ontbijtwaren op de motorkap van hun auto, waarin zij de nacht doorbrengen. Op een van die plekken vinden ze een flinke hoeveelheid metalen kruizen. Die komen zeker als geroepen, want het graf van Gonga’s vader heeft nog geen kruis. Nadat ze een kruis pimpen door het te voorzien van een paar ledstripjes trekt het op het graf de aandacht. Nu begrijpen ze dat dit het goud is waarnaar ze al zo lang op zoek zijn.

Volgt een weinig succesvolle toch langs huisdeuren en winkels. Deze tocht biedt ook weer de gelegenheid om tal van typetjes en situaties de revue te laten passeren. Denk aan de ruziënde oude mannetjes die tenslotte toch weer om de tafel belanden om te eten en te zingen. Terwijl ze dat doen zit op een andere verdieping een oud mannetje op zijn drumstel een beetje mee te tikken met de muziek. Twee oude dametjes, op een andere verdieping, horen de zingende mannen en doen samen hun gymnastiek en – een soort van running gag – is er weer het mannetje dat zo ongelooflijk lenig is dat hij zichzelf kan opvouwen in een oude doos. Het is werkelijk een prachtig circus. ‘Holy Electricity’ is voor de regisseur een mooie gelegenheid om het gekste, het liefste en het meest excentrieke te laten zien van zijn woonplaats Tbilisi.

Missie geslaagd. De niet-professionele acteurs zijn spontaan en houden geïmproviseerde dialogen met elkaar. Dit draagt bij aan de documentaire-achtige feel. Zoals te verwachten is ook het camerawerk bijzonder sprekend. Als de mannen voor een deur staan om hun kruizen te verkopen, blijkt er niemand thuis te zijn. Als ze doorlopen blijft de camera toch nog even bij de deur hangen, alsof om erbij te zijn, als de deur toch nog onverwacht opengaat. Zo zitten er meerdere verhaallijnen in ‘Holy Electricity’ en is er ook een zekere gelaagdheid te ontdekken (de rol van het kruis in de Georgische maatschappij bijvoorbeeld). Overigens is de film tot stand gekomen met financiële ondersteuning van het Hubert Bals Fonds en Nederlands Film Fonds. Ongetwijfeld een goede keus om de kleine Georgische filmindustrie te steunen. Het is duidelijk dat er voldoende talent zit.

Ton IJlstra

Waardering: 4

Bioscooprelease: 3 april 2025