House of Usher (1960)
Regie: Roger Corman | 79 minuten | horror, thriller | Acteurs: Vincent Price, Mark Damon, Myrna Fahey, Harry Ellerbe, David Andar, Bill Borzage, Mike Jordan, Eleanor LeFaber, Nadajan, Ruth Oklander, Gerald Paul, Geraldine Paulette, Phil Sulvestre, John Zimeas
Deze ‘The House of Usher’ is van de hand van de binnen horrorkringen bekende Roger Corman en is gebaseerd op een verhaal van Edgar Allen Poe. We maken kennis met de jonge Philip die arriveert bij het landgoed van zijn verloofde Madeline en haar broer Roderick, de laatsten van het geslacht van de Ushers. Het landgoed zal bij de horrorfans direct de harten sneller doen kloppen gezien de verdienstelijke vormgeving ervan. Een afgelegen en verlaten streek, een geblakerd landschap, kale bomen, de bijna tastbare om niet te zeggen ondoordringbare mistnevels, het grauwe, eenzame en spookachtig aandoende landhuis, kale en verweerde muren, spinnenwebben…het spreekt, tezamen met de aanvankelijke niet al te hartelijke ontvangst van Philip, voor een uitermate sfeervolle inleiding.
Snel zal duidelijk worden dat het in dit verhaal gaat om het oproepen en vasthouden van sfeer. Zeker in het eerste deel van het verhaal waarin vooral de karakters centraal staan, de misdadige en psychopathische trieste familiegeschiedenis van de Ushers wordt verteld, Philips verbale confrontaties met Roderick voorbijkomen en Phillip geleidelijk ontdekt dat er wat mis is met de familie en het landhuis. En dat iets of iemand het op Phillip het voorzien lijkt te hebben gezien de bijna-ongelukken die hem overkomen. Corman weet er, hoewel hij van minimale en vrij kleinschalige middelen gebruik maakt, een overtuigende unheimische en allesoverheersende droefgeestige sfeer mee te bereiken. Ook een sfeer waarin een onbestemde dreiging onafwendbaar en duidelijk voelbaar aanwezig is. Een die in zijn ‘…entire sphere of sickness and desillusion…’ recht doet aan de sfeer zoals ook Poe die in zijn verhaal bereikt. Een kort verhaal waarvan in deze verfilming de gevolgen aangaande een te lange speelduur zich overigens wel laten gelden. Het is relatief langdurig onduidelijk welke richting Corman in zijn verfilming heen wil. Er zijn onnodige scènes en even overbodige verbale confrontaties. Er is veel gepraat over de vloek die op de Ushers rust – vooral Rodericks al te frequente waarschuwingen over de vloek van de Ushers hadden wel wat minder en korter gemogen – en het een en ander speelt zich herhaaldelijk in een wel erg traag tempo af. Reden waarom voor de liefhebbers van een meer voortvarend tempo en wat explicietere taferelen er wel wat geduld nodig kan zijn.
Niettemin weet Corman er wel de aandacht mee vast te houden. Zeker voor de horrorfans die een droefgeestige en ingehouden sfeer wel weten te waarderen. Door het met zorg vormgegeven interieur van het huis komt deze mede tot stand. Kleurrijke gotische decors, grote en rijke kamers in het landhuis, lange al dan niet geheime gangen, schaars verlichte grafkelders, spinnenwebben… het is, zoals in meerdere van Cormans films met zorg voor detail weergegeven en draagt in aanzienlijke mate bij aan de beoogde en bereikte sfeer in ‘House of Usher’.
In een later stadium wordt een ietwat andere aanpak gehanteerd. Wat hardhandige confrontaties, een om het welzijn van zijn verloofde in paniek rakende Philip en de horror die naar voren komt door het idee van levend begraven zijn – een aspect dat in de verhalen van Poe regelmatig terugkomt – weten qua horror voor wat meer expliciete taferelen te zorgen. Met her en der wat bloederigheid, hoewel niet al te uitbundig vormgegeven. Ook Phillips nachtmerrieachtige beelden hebben hun nut door de surrealistische en licht spookachtige sfeer die ze meegeven. Gevolgd door het bijna geheel loslaten van de ingehouden insteek naarmate de ontknoping nadert. Wellicht wat teveel overtrokken en een wel opvallend contrast vormend met de voorheen ingehouden ontwikkelingen en afwijkend van de droefgeestige sfeer die Poe in zijn verhaal van begin tot eind oproept en vasthoudt. Niettemin levert het, hoewel niet al te dik gezaaid, de nodige aansprekende beelden en spanning op waar de liefhebbers de nodige waardering voor zullen opbrengen.
Keurig werk van horrorster Vincent Price die in zijn allesoverheersende en opvallende verschijning Cormans film draagt. Dit ondanks Price’s ingehouden spel dat past bij de droefgeestigheid van de gekwelde en melancholieke Roderick Usher die niet aan de kwalijke invloeden van het gedoemde huis van Usher wil ontkomen en zijn naderende dood lijkt te verwelkomen. En die naast het medeleven dat hij oproept ook voor afkeer zorgt door ook de dood van zijn zuster te willen bespoedigen. Ondanks dat hij door Price op het scherm wordt overheerst aardig werk van de weliswaar wat langzaam op gang komende Mark Damon die de jonge Phillip in zowel in zijn opstandigheid tegen Roderick als in zijn bezorgdheid om zijn verloofde Madeline geloofwaardig neerzet. Ook degelijk werk van Myrna Fahey als Madeleine Usher. Met wellicht wat te overtrokken agressieve trekjes, maar ook in die opzet verdienstelijk neergezet. Ook degelijk werk tenslotte van de schijnbaar met het landgoed vergroeide en in de schijnbare ondergang daarvan berustende bediende bediende Bristol.
Het maakt deze ‘House of Usher’ tot een op meerdere onderdelen geslaagde verfilming van Poe’s verhaal. Een die qua horror niet bijster indringend of ijzingwekkend is, iets dat gezien de ontwikkelingen in Poe’s verhaal daartoe ook weer niet al teveel mogelijkheden heeft. Behoudens dan de afwijkingen die Corman daartoe in zijn verhaal opgenomen heeft. Maar sfeervoller is het van begin tot eind des te meer. Aan te raden derhalve voor met name de fans van de verhalen van Poe, de fans van Corman en Price en voor de liefhebbers van meestentijds ingehouden, licht duistere en droefgeestig gestemde horrorfilms.
Frans Buitendijk