Human Planet (2011)

Regie: Nicolas Brown, Mark Flowers, Tom Hugh-Jones, Tuppence Stone | 400 minuten | documentaire | Nederlandse stemmencast: Carice van Houten | Originele stemmencast: John Hurt

De mens: een diersoort die zich in de loop der eeuwen heeft aangepast aan de extreemste leefomstandigheden die de aarde hem voor de voeten heeft geworpen. De Noordpool, de broeierige regenwouden, piepkleine eilandjes of barre en gortdroge hafwoestijnen, bijna overal vind je wel mensen of op zijn minst sporen van menselijke beschaving. De missie van ‘Human Planet’ is om te laten zien hoe mensen in extreme omstandigheden overleven door complexe en vaak wederzijds nuttige verbonden te sluiten met de vaak vrijgevige, maar regelmatig ook meedogenloze Moeder Natuur. Een soort biologisch-antropologische ontdekkingstocht dus. En de BBC zou de BBC niet zijn als ze ook dit project niet groots zou aanpakken. De Britten hebben het maken van natuurdocumentaires tot een ware kunst verheven en met het extreem succesvolle ‘Planet Earth’ onze planeet al op adembenemend mooie wijze alomvattend in beeld gebracht. Het team van ‘Human Planet’ filmde in totaal op meer dan tachtig plaatsen verspreid over de globe. De verhalen die de makers hebben opgetekend zijn in veel gevallen nog nooit eerder vertoond op televisie, en al heel zeker niet in de beeldkwaliteit die maatgevend is voor deze groots opgezette serie. Maar dat mag je ook verwachten van een miljoenenproductie die met de nieuwste HD-camera’s en technische snufjes is opgenomen.

Thematisch is de serie opgedeeld in een achttal, vaak contrasterende biotopen, te weten oceanen, woestijnen, de Noordpool (de Zuidpool is een van de weinige gebieden die de mens niet permanent heeft weten te koloniseren), oerwouden, bergen, graslanden, rivieren en stadsjungles. Deze diversiteit aan woongebieden levert dan ook een rijkgeschakeerd en kleurrijk palet aan fraaie beelden en bewonderenswaardige staaltjes menselijke overlevingskunst op. Een traditionele visser die meerdere minuten over de zeebodem wandelt op een enkele ademteug, een Pacifische ‘haaienfluisteraar’, Mongolen (Gobi) en de Toubou (Sahara) die de hitte, kou en droogte van twee wereldwoestijnen trotseren, Mongonje, een lid van de Bayakastam (Congobassin) die een tientallen meters hoge woudreus beklimt op zoek naar honing, en mensen in India die van boomwortels ‘levende’ loopbruggen en oeververstevigingen weten te maken, toch een toppunt van innovatief en ecologisch verantwoord ingenieurschap waar de westerse mens eigenlijk alleen maar van kan dromen. Visueel en kwalitatief vertoont ‘Human Planet’ grote overeenkomsten met ‘Planet Earth’, maar inhoudelijk verschilt de documentaire significant van zijn vermaarde voorganger door de belangrijke rol die is weggelegd voor de menselijke component, zowel in natuurhistorisch als cultureel opzicht. Toch kreeg de BBC, met name op verschillende serieuze internetfora, ook de nodige kritiek op ‘Human Planet’. De klachten hadden voornamelijk betrekking op een aantal vrij expliciete jachtscènes, zoals de langzame en pijnlijke dood van een potvis of een jachtpartij met primitieve harpoenen en steekwapens op een narwal. Aan de ene kant is het natuurlijk logisch dat ‘Human Planet’ de werkelijkheid gewoon toont en benadrukt dat de jagers maar een beperkt aantal walvissen doden om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, maar anderzijds is het wel een beetje ongepast om verteller John Hurt met onverholen enthousiasme, haast juichend te horen uitroepen “ze hebben hem” op het moment dat een van de jagers zijn primitief gefabriceerde harpoen in het lijf van de potvis plant. Zeker als je later van diezelfde Hurt te horen krijgt dat de doodsstrijd van de potvis maar liefst acht uur duurde. Dit had ook wat empatischer en respectvoller gekund. Gelukkig is onze eigen Carice van Houten wat objectiever en ingetogener in de Nederlandstalige versie. Sowieso neemt de bewieroking van alle culturele en sociale fenomenen die in de serie langskomen soms wat te overdreven vormen aan, waardoor een kritische blik achterwege blijft. De Inuit worden bijvoorbeeld voorgesteld als traditionele jagers en verzamelaars, maar de makers vergeten te vermelden dat deze mensen vaak zwaar gesubsidieerd worden door overheden (visserijnaties houden nu eenmaal niet van zeezoogdieren) om hun ’traditionele’ levensstijl in stand te houden. Uit andere documentaires blijkt bovendien dat diezelfde Inuit op land vaak gewoon met geweren en sneeuwscooters jagen. En zo komen er wel meer verheerlijkte ‘culturele’ gebruiken langs waar je toch met een wat kritischere blik naar zou kunnen kijken.

Hoewel het ontegenzeggelijk waar is dat de mensen die langskomen in ‘Human Planet’ heel wat minder druk op hun leefmilieu uitoefenen dan wij rijke westerlingen, vervalt de documentaire te vaak in het gemakkelijke, romantische stereotype van de ‘edele wilde’ dat we ook terugzagen bij veel achttiende-eeuwse filosofen zoals bijvoorbeeld Jean-Jaques Rousseau. Bovendien lijkt het visuele plaatje belangrijker te zijn dan het informatieve aspect. Soms lijkt ‘Human Planet’ meer een collage van bijzondere cultuurmanifestaties in onbekende uithoeken van de wereld dan een doorwrocht portret van de symbiose tussen mens en natuur.

Ondanks wat punten van kritiek is ‘Human Planet’ zonder meer een prachtig gefilmde en razend interessante documentairereeks. De beelden zijn adembenemend en laten zien dat er nog een andere, ecologisch houdbare wereld is buiten de consumptiemaatschappij waarin wij zijn grootgebracht. Toch had de serie nog beter kunnen zijn als de makers – waarschijnlijk zelf ook onder de indruk van de gadegeslagen taferelen – een wat afstandelijkere en kritischere houding hadden aangenomen. Nu heeft ‘Human Planet’ soms iets te veel weg van een hoogstaand audiovisueel plaatjesboek zonder overdreven veel diepgang.

Frank Heinen