Hwaran (2023)
Regie: Kim Chang-hoon | 124 minuten | thriller | Acteurs: Hong Xa-bin, Song Joong-ki, Park Bo-kyung, Bibi, Jeong Jae-kwang, Kim Jong-soo
Midden op het schoolplein slaat de zeventienjarige Yeon-gyu (HONG Xa-bin) met een steen op het hoofd van een klasgenoot die zijn stiefzusje heeft bedreigd. Zonder blikken of blozen loopt Yeon-gyu weg. Later op de dag krijgt hij thuis een fors pak slaag van zijn stiefvader die te diep in het glaasje kijkt vanwege geldproblemen. Zijn moeder kijkt toe als haar nieuwe man weer tekeer gaat tegen haar zoon. Het stief zusje Hayan (KIM Hyoung-seo (BIBI)) verzorgt hem naderhand. Het is allesbehalve een fijne boel bij hun thuis. Eigenlijk gewoon uitzichtloos.
Als bijbaantje bezorgt Yeon-Gyu voor een klein lokaal restaurant waar hij zich nog het meest op het gemak voelt. Zolang hij maar niet thuis hoeft te zijn. Toch is ook daar het geweld om de hoek. Zijn baas heeft schulden openstaan bij een lokale bende en die schuwen geen intimidatie bij het collecteren. Vervolgens krijgt Yeon-Gyu, haast logischerwijs, de vriendengroep van de jongen die hij met de steen bewerkte, achter zich aan. Geweld broedt geweld. Ciske de Rat is niks bij deze Zuid-Koreaanse stadsdoorsnede.
Ondanks al het geweld rondom en van Yeon-gyu heeft hij een grote droom, of misschien juist daarom. Soms browset hij naar plaatjes van dit, in zijn ogen, paradijs. Het liefst zou hij zo snel mogelijk veel geld verdienen om naar Nederland, een land van grote gelijkheid, te emigreren. Maar waar haalt hij al de poen vandaan? Inmiddels van school afgetrapt heeft hij slechts het bezorgbaantje. Totdat hij een lokale bendebaas Chi-geon (SONG Joong-ki) hem rekruteert die met schimmige zaakjes en brute kracht geld binnen harkt in de stad. Ze herkennen iets in elkaar. Het is meer dan alleen ambitie. Beiden zijn letterlijk getekend door geweld en proberen hun woede om te zetten voor eigen gewin in een meedogenloze omgeving.
De Engelse titel van ‘Hwaran’ is ‘Hopeless’. De film laat inderdaad weinig heel van de hoop bij de jonge Yeon-gyu. Bijna iedere man is een klootzak dan wel incompetent. Slechts weinigen tonen compassie en worden alsnog door alle haat en nijd even hard verdrukt als degenen die deze emoties wel omarmen. Hierin echoot het de film noir. Het psychologische en fysieke geweld zijn als geldtransacties: voor wat hoort wat. Toch biedt geld misschien ook een slangenpaadje uit de giftige stadsjungle. Echter om dat geld bijeen te schrapen is de morele prijs torenhoog. Op die hoogte kunnen alleen rijken zitten (maar hoe kwamen die daar ook alweer?).
Tegelijk vraag je je af waar de politie of enige vorm van overheidsautoriteiten rondhangen gedurende Yeon-gyu’s beproeving? Al is het maar om over hun onvermogen te lachen of boos te worden over de verbitterde corruptie zoals in de klassieke film noir. Er is geen redding in zicht behalve de moed van een tienermeisje. Hoewel dat veel waard is, is dat zelfs voor een expliciet gewelddadige film (de regisseur toont het verzot gedetailleerd) karig op het hellend vlak van het kwaad. Bovendien is de afwikkeling van de plot rommelig. De relaties tussen Yeon-gyu, stiefzusje Hayan en de bendeleider Chi-geon komen goed tot hun recht. Maar meerdere zijpaadjes en intriges, zoals de relatie tussen bendeleider Chi-geon en de opperbaas, weer zo’n valse vaderfiguur, en de corrupte politiek, voelen er met de haren bijgesleept.
In ieder geval houdt de kei- en keiharde wereld van ‘Hwaran’, waar Yeon-gyu al rond zich heen slaand met de ziel onder de arm doorheen rent, de aandacht vast tot aan het verontrustende eindshot toe. Je krijgt de neiging om stedelijk Zuid-Korea van je toeristenlijstje te schrappen. Dan maar in het ogenschijnlijk paradijselijke Nederland blijven.
Roy van Landschoot
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 5 september 2024