I Am Number Four (2011)
Regie: D.J. Caruso | 109 minuten | actie, science fiction | Acteurs: Alex Pettyfer, Dianna Agron, Timothy Olyphant, Teresa Palmer, Kevin Durand, Callan McAuliffe, Jake Abel, Judith Hoag, Beau Mirchoff, Emily Wickersham, Brian Howe, Monica Ciszczon, Tucker Albrizzi, Cody Johns, Patrick Sebes, Karina Fernandez, Jeff Hochendoner, L. Derek Leonidoff, James Werley, Peter Mozingo
Pittacus Lore is een buitenaardse ouderling van de planeet Lorien, die naar de planeet Aarde is gekomen om zijn verhaal te doen. Hij vertelt over negen uitverkorenen: jonge buitenaardse wezens (die er overigens uitzien als aardse tieners) die als enige de verwoesting van hun planeet hebben overleefd en op aarde zijn gedropt om de toekomst van hun volk veilig te stellen. Ze worden echter dwarsgezeten door Mogadorians, een vijandig buitenaards volk dat hen probeert uit te roeien. Ze sporen de Loriens één voor één op, om ze uit te schakelen. De nummers een, twee en drie hebben ze al te pakken: de volgende op hun lijstje is nummer vier: een vlotte en sportieve tiener die onder de naam John Smith (Alex Pettyfer) probeert een normaal leven te leiden in de Verenigde Staten. Net wanneer hij ergens gesetteld lijkt te zijn, sommeert zijn voogd Henri (Timothy Olyphant) dat het tijd is om te verkassen. Te lang op dezelfde plek blijven maakt hen een makkelijk doelwit voor de Mogadorians.
Pittacus Lore is het pseudoniem van James Frey en Jobie Hughes. Hun novelle ‘I Am Number Four’ werd in 2010 uitgebracht en nog datzelfde jaar begon de verfilming ervan. Ongetwijfeld wil men meeliften op het succes van de ‘Twilight’-reeks, die op dezelfde jeugdige doelgroep mikt. Parallellen zijn er genoeg: net als in ‘Twilight’ zien we in de verfilming van ‘I Am Number Four’ (2011) uitsluitend mooie, jonge mensen wiens gebruinde torso’s en tandpastaglimlach al voldoende moet zijn om hordes tieners naar de bioscopen te trekken. Waar ‘Twilight’ Robert Pattinson heeft, komt ‘I Am Number Four’ met Alex Pettyfer (ook al een Brit trouwens). In het stadje Paradise, Ohio – de volgende halte op de route dwars door de VS – loopt hij op school de mooie Sarah (Dianna Agron uit ‘Glee’) tegen het lijf, een meisje waar hij direct voor valt (en Loriens worden schijnbaar maar één keer in hun leven echt verliefd). Bovendien sluit hij vriendschap met de nerdy Sam (Callan McAuliffe), die het nodige van buitenaardse leven afweet. Wanneer tijdens een les lichtstralen uit zijn handen schieten, ontdekt John dat hij unieke speciale krachten heeft. Krachten die hem moeten beschermen tegen de kwaadaardige Mogadorians, die hem op het spoor zijn.
Voor de verfilming van ‘I Am Number Four’ hebben de makers opzichtig leentjebuur gespeeld; alles wat we zien hebben we al eens eerder gezien in andere films. Elementen uit series als ‘Roswell’, ‘The X-Files’ en ‘Buffy the Vampire Slayer’ en films als ‘X-Men’ en de al eerder genoemde ‘Twilight’-saga zijn in een grote kom gegooid, goed door elkaar gehusseld en ‘I Am Number Four’ kwam eruit. Soms levert zo’n mix een aardige film op, soms ook niet. Met DJ Caruso (‘Disturbia’, 2007) aan het roer mag je verwachten dat de balans in dit geval positief uitslaat, maar helaas is dat niet zo. De belangrijkste oorzaak daarvan is misschien wel het feit dat de personages nauwelijks tot leven weten te komen of sympathie weten op te wekken, zodat het je geen snars uitmaakt wat er met hen gebeurt. Op een vervelende voice-over aan het begin en aan het einde van de film na, krijg je geen enkele achtergrondinformatie over de Loriens. Wat is er met hun planeet gebeurd en waarom, hoe zijn de negen uitverkorenen op Aarde terechtgekomen, hoe komt het dat ze er net zo uitzien als wij? ‘I Am Number Four’ geeft er geen antwoorden op. In plaats daarvan krijgen we de saaie romance tussen Alex en Sarah te zien, waarna de hel losbarst op een manier waarop alleen Michael Bay dat voor elkaar krijgt: de finale staat bol van de bombastische special effects, overdadig licht- en geluidsspektakel en spetterende vechtscènes. Oh ja, er wordt ook al verwezen naar eventuele sequels (mits deze eerste film natuurlijk genoeg geld opbrengt).
De finale is er een uit de categorie ‘veel geschreeuw, weinig wol’. Gelukkig is er een schattige hond die de show steelt, want van de acteurs hoeft ‘I Am Number Four’ het niet te hebben. Pettyfer en Agron zijn mensen die het vooral van hun uiterlijk moeten hebben en weinig diepgang in hun spel leggen. De overige personages zijn zo plat als een dubbeltje (de nerd, de pestkop). De Australische actrice Teresa Palmer is een frisse verschijning als de stoere ‘Number Six’, maar zij duikt pas tegen het einde van de film op. Tot die tijd is Timothy Olyphant de enige die nog enigszins boven de oppervlakte weet uit te stijgen, maar ook zijn tijd is beperkt. De kwaadaardige Mogadorians, die zo te zien dezelfde plastisch chirurg hebben bezocht als Voldemort, wekken met hun leren jassen en getatoeëerde koppen eerder op de lachspieren dan dat ze angst inboezemen.
Het mag duidelijk zijn: ‘I Am Number Four’ heeft weinig om het lijf. Voor Alex Pettyfer geldt dat zelfs letterlijk, want hij showt zijn welgevormde lichaam graag en vaak. Alleen dat zal voor veel tienermeisjes al genoeg reden zijn om naar de bioscoop te gaan om deze film te gaan bekijken. Zij zullen er niet van wakker liggen dat geen spoortje originaliteit te bekennen is, het verhaal nergens naartoe gaat en de acteurs absoluut niet overtuigen. Tienerjongens zullen zich tegoed doen aan de bombastische finale en de stralende glimlach van Dianna Agron. Veel meer is deze film namelijk niet. Ach, overal is een doelgroep voor…
Patricia Smagge
Waardering: 2
Bioscooprelease: 10 maart 2011