I Love You, Man (2009)

Regie: John Hamburg | 105 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Paul Rudd, Jason Segel, Rashida Jones, Sarah Burns, Greg Levine, Jaime Pressly, Jon Favreau, Jane Curtin, J.K. Simmons, Andy Samberg, Jean Villepique, Rob Huebel, Colleen Crabtree, Kym Whitley, Caroline Farah, Mather Zickel

Een leuk concept en een goede hoofdrolspeler zijn de elementen die ‘I Love You, Man’ draaiende houden. Het is een film in de lijn van ‘The 40-year Old Virgin’, ‘Knocked Up’, ‘Forgetting Sarah Marshall’, en ‘Superbad’; allemaal films waar Judd Apatow wat mee te maken heeft gehad, als producent of regisseur. Met deze film heeft hij echter niets te maken, maar hoofdrolspelers Paul Rudd en Jason Segal zijn wel eerder (samen) te zien geweest in zijn films. De films gaan op die manier een beetje lijken op r&b/hip-hop clips, waarin er slechts een pool van circa tien mensen lijkt te bestaan, die continu met elkaar meedoen in de vorm van “featurings” of duetten. Zo lijkt het hier ook om een select vriendenclubje te gaan dat elkaar steeds opzoekt en werk biedt. Een beetje incestueus misschien, maar voor de komediefan is het nier per se een slecht ding. Apatow en zijn clubje hebben namelijk voor een prettig soort humor gezorgd, met natuurlijke dialogen en herkenbare en (daardoor) vaak zeer grappige personages. Zo is het ook met ‘I Love You, Man’, een film waarin de gedragingen van de droogkomische, relaxte Paul Rudd voor vele vermakelijke momenten zorgen, maar waarbij tegelijkertijd de “relaxtheid” van het script en de dialogen ervoor zorgen dat het geen komisch meesterwerk is geworden en de film toch wat achterblijft bij ‘The 40-Year Old Virgin’ en ‘Knocked Up’. Toch zijn er zeer zeker vervelender manieren te bedenken om een dikke anderhalf uur door te brengen.

Naast het vrij originele uitgangspunt van de “man-dates” waar Peter toe overgaat en het ontwikkelen van een mannelijke (vriendschappelijke) relatie in een romantische komedie, is ‘I Love You, Man’ aantrekkelijk door zijn ongedwongen sfeer en de onderkoelde humor van Rudd. De dialogen komen vaak natuurlijk over en als toeschouwer zit je meestal niet geforceerd te wachten op de volgende clou of uitzinnige dijenkletser. In een interview heeft Rudd gezegd dat hij, net als regisseur Hamburg, van ongemakkelijke stiltes houdt en grappen die min of meer doodslaan, en dit soort momenten komen dan ook regelmatig in de film voor. Deze zijn vooral een resultaat van Peters (Rudd) pogingen om hip over te komen. Een leuke terugkerende grap is dat hij coole bijnamen probeert te bedenken voor zijn nieuwe vriend Sydney (nadat deze hem “Pistol Pete” heeft genoemd) maar de meest debiele creaties bedenkt. Dit is allemaal volkomen nieuw voor hem, aangezien hij normaal gesproken alleen maar met vrouwen omgaat en bijvoorbeeld de film ‘Chocolat’ kijkt met zijn vriendin op de bank. Of hij houdt zich bezig met aparte hobby’s als schermen, waarbij hij achteraf trots opmerkt dat hij zo’n geweldige “glissade” heeft gemaakt. Hij kan dus zeker wel een vlotte vriend als Sydney gebruiken, al weet hij zich in eerste instantie geen houding te geven bij hem. Hij is op eenzelfde manier een vis-op-het-droge als Steve Carrell in ‘The 40 Year Old Virgin’. En Rudd weet de humor in deze momenten als geen ander uit te buiten. Met grappig soort plaatsvervangende schaamte slaat de kijker hem gade terwijl hij stoer en eigentijds over probeert te komen.

Gelukkig vindt Sydney hem toch wel amusant en de twee bouwen uiteraard een hechte vriendschap op, waarbij ze samen in hun tweemansband jammen, gaan shoppen, en hun meest intieme geheimen aan elkaar toevertrouwen. Dit laatste resulteert in een grappige scène tijdens een etentje met de ouders van Peter en zijn verloofde Zooey, waarbij Sydney zo’n intiem stukje informatie gebruikt voor een seksueel getinte tip aan Zooey. Sydney is een beetje een anarchist, een vertegenwoordiging van het wilde vrijgezellenleven. Hij loopt met korte Hawaiibroek en van die vreselijke gevoerde Ugg-laarzen, maar toch werkt het allemaal bij hem. Hij heeft een klein, lelijk mormel van een hond, die hij Anwar Sadat noemt, naar de Egyptische president (vanwege de gelijkenis). Als ultiem voorbeeld van rebellie laat hij dit beest overal poepen zonder het zelf op te rapen met een zakje. In een wat vreemde, gekunstelde scène brult hij luid in het gezicht van een voetganger die in de drol van het beest stapt en hierover zijn beklag doet. Dit vormt de aanleiding voor de clichématige momenten van de “oerschreeuw” die hij vervolgens aan Peter gaat onderwijzen en die hem in contact moeten zien te brengen met zijn ware, ongeremde zelf. Het zijn geijkte scènes die deze film eigenlijk niet nodig zou moeten hebben, aangezien een grote kracht van de film nu juist is dat er nieuwe paden in worden geslagen voor een romantische komedie.

Ironisch genoeg is het echter ook weer het gebrek aan traditioneel conflict dat de film iets te vrijblijvend en vlak houdt. Peters verloofde hangt er een beetje bij als de begrijpende vrouw, die alleen in de laatste acte heel even tegengas biedt voor het verplichte obstakel dat het stel/de “held” moet tegenkomen. Maar veel heeft dit inhoudelijk of emotioneel gezien niet om het lijf. Het succes van de film is daarmee vrijwel uitsluitend afhankelijk van de humor, die gelukkig vaak goed werkt. Niet dat de kijker steeds op de grond ligt van het lachen – want ook de grappen van de film zelf slaan soms dood – maar het is meestal op zijn minst amusant. Toch lijkt er wat te veel af te hangen van de premisse van de film van de mannelijke relatie, die leuk is, maar niet zo hilarisch of origineel dat de hele film hierdoor grappig wordt. Goed, hij gaat op dates met mannen om de “vacature” voor beste vriend op te kunnen vullen en dit is best komisch. Het biedt mogelijkheid voor een scala aan homo-grappen, helemaal vanwege de aanwezigheid zijn homoseksuele broer (een leuke rol van Saturday Night Live-coryfee Andy Samberg), die hem helpt met het ontmoeten van mannen. Ook de gebruikelijke date-zenuwen die hij (nu) heeft ten aanzien van het ontmoeten/bellen van een man zijn in deze context natuurlijk amusant. Maar de komische potentie hiervan is op een gegeven moment wel uitgewerkt. Bovendien is het niet geheel nieuw: in de serie “Seinfeld” zijn vrijwel precies dezelfde – en betere – grappen gemaakt in de aflevering waarin Jerry een vriendschap wil opbouwen met een favoriete honkbalspeler van hem.

Toch is het, samen met de geslaagde cast, genoeg om van ‘I Love You, Man’ een vermakelijke, verfrissende komedie te maken. Paul Rudd is in droogkomische topvorm, Jason Segel is sympathiek, charmant, en grappig door zijn roekeloosheid en schaamteloosheid, en de leuke bijrolspelers J.K. Simmons, Jon Favreau en Andy Samberg geven de film net die unieke komische impulsen die hij nodig heeft als tegenwicht voor Rudds onderkoelde stijl. Alles bij elkaar weten deze acteurs het wat ongeïnspireerd voortkabbelende script gelukkig prima te compenseren. Misschien is ‘I Love You, Man’ niet direct een film om van te houden, maar velen zullen hem zeker graag zien.

Bart Rietvink

Waardering: 3

Bioscooprelease: 28 mei 2009