Icon (2005)

Regie: Charles Martin Smith | 170 minuten | thriller | Acteurs: Patrick Swayze, Annika Peterson, Patrick Bergin, Ben Cross, Joss Ackland, Jeff Fahey, Michael York, Marian Bachev, Velizar Binev, Katerina Blatechki, Vladimir Bonev, Rositza Danailova, Dodel Daneti, Paraskeva Djukelova, Valentin Ganev, Georgy Gatzov, Ventzislav Kisyov, Marta Kondova, Kamen Kostov, Krasimir Kutzoparov, Lili Lazarova, Emil Markov, Dermot Martin, Hristo Mitzkov, Barry Morse, Niko Nicotera, Gelu Nitu, Boris Pankin, Susan Pari, Ana Pencheva, Levon Sharafyan, Victor Shchuliakovsky, Nikolai Sotirov, Aleksandr Sountsov, Steven Spiers, Atanas Srebrev, Jonas Talkington, Tom Wlaschiha, George Zlatarev

Redelijke, maar tamme thriller naar het boek van Frederick Forsyth. Het boek “Icoon” is feitelijk alleen intact gebleven qua titel en belangrijkste personages. Deze miniserie heeft inhoudelijk nog maar weinig raakvlakken met het boek en gaat niet over de diefstal van het Zwarte Manifest (dit geschrift komt pas veel later aan bod) maar over de diefstal van een dodelijk virus en de bedreiging die daarvan uit zou kunnen gaan.

Het begin is veelbelovend, met een liquidatie in 1985 en een bomaanslag in “het heden”, die meteen voor spanning en volledige aandacht zorgen. De bomaanslag is een dekmantel om een dief de gelegenheid te geven om een virus uit één van de farmaceutische bedrijven van presidentskandidaat Komarov (Patrick Bergin) te stelen – en dat twee weken voor de verkiezingen. De Britse ambassadeur Sir Nigel Irvine (Michael York) schakelt ex-CIA agent Jason Monk (Patrick Swayze) in om te onderzoeken wat er met het virus is gebeurd. Hij krijgt hulp van de Russische FSB-agente Sonia Astrova (Annika Peterson) – en van de dochter die hij 15 jaar eerder met haar moeder had achtergelaten.

Swayze is een geloofwaardige Monk en laat goed spel zien als actieheld. Bergin is gewoon eng (duidelijk geënt op bepaalde 20e eeuwse dictators) en Ben Cross is een ijskoude FSB-directeur Grishin. Atypische bijrol ook van Jeff Fahey als gladde Amerikaanse PR-adviseur.
Moskou wordt prachtig in beeld gebracht (al is een deel in Sofia opgenomen – president Poetin zal weinig op hebben gehad met het filmen van duizenden demonstranten op het Rode Plein) en het is er wel aan af te zien dat er zorg en aandacht is besteed aan de productie.

Hoewel de miniserie veel vaart heeft, komt het geheel op een aantal punten toch tekort. Vooral het kwistig gebruik van zo’n beetje alle spionage/actie clichés die er maar te bedenken zijn is storend. Schietpartijen, elimineren van de minder belangrijke hulpjes van de hoofdpersoon, stelen van data van de slechteriken en achtervolgingen door nauwe straatjes, waarbij de blijkbaar onvermijdelijke kar met waterflesjes geramd wordt – en natuurlijk een gevangenname van de held, inclusief entree van de slechterik die de details van zijn meesterplan verklapt en weggaat om de held over te leveren aan een ingenieuze dood, wat natuurlijk faalt. (blijkbaar heeft men sinds de parodie van ‘Austin Powers’ niets geleerd)

Jammer genoeg zakt het geheel daardoor wat in, om maar te zwijgen over de merkwaardige ontknoping, waarbij de rol van Monk in werkelijkheid zeker tot een internationale rel en diplomatiek schandaal geleid zou hebben.
Hadden de makers zich maar meer aan het boek gehouden, dat zeker niet geloofwaardiger is – maar wel met meer panache en een spannender climax verteld.

Hans Geurts