If Beale Street Could Talk (2018)

Recensie If Beale Street Could Talk Cinemagazine Regie: Barry Jenkins | 120 minuten | misdaad, drama | Acteurs: KiKi Layne, Stephan James, Regina King, Colman Domingo, Teyonah Parris, Michael Beach, Aunjanue Ellis, Ebony Obsidian, Dominique Thorne, Diego Luna, Finn Wittrock, Ed Skrein, Emily Rios, Pedro Pascal, Brian Tyree Henry, Bobby Conte Thornton

Het was in 2017 een van de grootste verrassingen in de geschiedenis van de Oscars. Zo’n grote verrassing zelfs, dat de uitreiking volledig in de soep liep. Een kleine, intieme arthousefilm over een homoseksuele, zwarte jongen won de Oscar voor Beste Film. Had dat pakweg vijftien jaar geleden voorspeld, en je was geheid voor gek verklaard. Des te knapper wat regisseur Barry Jenkins destijds voor elkaar wist te boksen. Amper bekomen van de emotionele mokerslag die ‘Moonlight’ heette, is Jenkins daar nu met ‘If Beale Street Could Talk’, naar het gelijknamige boek van James Baldwin.

Waar Jenkins zijn camera in ‘Moonlight’ richtte op de worsteling van een homoseksuele Afro-Amerikaanse jongen in Miami, is het in ‘Beale Street’ een liefdesrelatie die centraal staat. Tegen de achtergrond van de immer door racisme verscheurde wijk Harlem in New York begin jaren zeventig, probeert de negentienjarige Tish (debutante KiKi Layne) met alle macht de onschuld van haar vriend Fonny (Stephan James, bekend uit de serie “Homecoming”) bewijzen, onderwijl zwanger van hun eerste kind.

Fonny is door een racistische agent ten onrechte beschuldigd van een verkrachting. Alle belangrijke getuigen zijn verdwenen of gevangengezet, en het politiesysteem wordt nog altijd gekenmerkt door een door en door verdorven racistische cultuur. Parallel aan deze verhaallijn volgen we de ontstaansgeschiedenis van de romance tussen Tish en Fonny: van kinds af aan beste vrienden, langzaam ontluikend in een beeldschone relatie. Het resultaat is een haast poëtische verhandeling over de liefde, onderwijl verscheurd door de onrechtvaardige buitenwereld.

Het gaat dan ook te ver om ‘Beale Street’ enkel een aanklacht tegen racisme te noemen. Daarvoor zijn de personages te rijk, en is de liefdesrelatie tussen Tish en Fonny simpelweg te overweldigend. Natuurlijk is de film een (terechte) klaagzang op raciale spanningen in de jaren zeventig; veel meer dan dat is ‘Beale Street’ een ode aan de schoonheid van liefde en familie. Dit uit zich ook mooi in de rollen van de ouders van Tish, en dan met name moeder Sharon (de voor een Oscar genomineerde Regina King), die zich in allerlei bochten moet wringen om haar schoonzoon vrij te pleiten.

Maar pijnlijke confrontaties worden door Jenkins allerminst geschuwd. De scène waarin de gezinnen samenkomen om de onthulling van de zwangerschap van Tish te vieren, kan de boeken in als één van de pijnlijkste en tegelijkertijd meest zwart-komische filmconfrontaties van de afgelopen jaren. Maar ook de slotscène, die we hier niet weg zullen geven, gaat door merg en been, maar kent tegelijkertijd een opmerkelijk lief karakter.

Jenkins houdt de bordjes met de op het oog zware thema’s moeiteloos in evenwicht. En toch zal de film daarmee niet iedere kijker voor zich winnen: momenten winnen het in ‘Beale Street’ van een plot die een duidelijk afgebakende weg volgt. De kijker die daar moeilijk mee om kan gaan, zal wellicht ook wat moeite hebben om de film direct te omarmen. Wat dat betreft blijft Jenkins ook redelijk trouw aan het bronmateriaal: ‘Beale Street’ ademt het karakter van Baldwins roman.

Ondersteund door schitterend vormgegeven meanderingen en een verbluffende soundtrack wordt de film naar een nóg hoger niveau getild. Als Jenkins iets aantoont met zijn tweede grote speelfilm, dan is het wel dat zijn piek met ‘Moonlight’ absoluut nog niet achter hem hoeft te liggen. ‘If Beale Street Could Talk’ is een hartverwarmende én hartverscheurende liefdesodyssee. Een meer dan waardige opvolger van ‘Moonlight’.

Alex Mazereeuw

Waardering: 4

Bioscooprelease: 14 februari 2019
DVD-release: 7 augustus 2019