Ikiru (1952)

Regie: Akira Kurosawa | 143 minuten | drama | Acteurs: Takashi Shimura, Shinichi Himori, Haruo Tanaka, Minoru Chiaki, Miki Odagiri, Bokuzen Hidari, Minosuke Yamada, Kamatari Fujiwara

De Japanse regisseur Akira Kurosawa vergaarde zijn bekendheid en populariteit met name door samurai-films als ‘Seven Samurai’ en ‘Rashomon’. Volomen terecht natuurlijk, maar toch doe je de Aziatische grootmeester dan tekort. Naast het inblikken van grootste spektakelfilms, was Kurosawa ook een niet te onderschatten acteursregisseur. Zijn intieme ‘Ikiru’ is zo’n zeldzame film die de tand des tijds bijzonder goed heeft doorstaan.

In ‘Ikiru’, wat ‘leven’ betekent, maak je kennis met Watanabe (Shimura). De man is een echte bureacraat die al twintig jaar lang dag in dag uit werkt als zielloze kantoorslaaf. In twintig jaar tijd kan veel gebeuren, ook heel weinig trouwens. Watanabe heeft zich twee decennia lang volledig op zijn saaie baan gestort, met als gevolg dat hij compleet vervreemd is geraakt van zijn zoon. Op een dag krijgt de man te horen dat hij niet lang meer te leven heeft: maagkanker sloopt hem. Watanabe’s wereld stort in en hij duikt in het nachtleven. Na enkele wilde dagen besluit de kantoorslaaf om nog een daad te stellen: het bouwen van een speelveldje voor de buurtkinderen. Ironisch genoeg stijgt de levenslust van Watanabe als zijn leven langzaam wegsijpelt.

Hoewel ‘Ikiru’ een zwaar uitgangspunt heeft, is de film een ode aan het leven. Pas op het einde ziet de hoofdpersoon de zin van het leven in. Kurosawa doet een oproep aan iedereen: geniet van wat je hebt en leef daar ook naar. Je famillie, vrienden en je geliefde zijn veel belangrijker dan werk of wat dan ook. Zorg ervoor dat als je de balans op moet maken dat juist zij al je aandacht en liefde hebben ontvangen. Als je denkt dat deze boodschap een bijzonder clichématige en mierzoete film heeft opgeleverd dan heb je het mis. Kurosawa weet alle valkuilen van het genre behendig te omzeilen. Zo is het hoofdpersonage niet bijster sympathiek. Je leert Watanabe kennen als een grijze muis die alle banden met zijn zoon en schoondochter kwijt is geraakt doordat hij zijn werk altijd voor liet gaan.

Ook zwelgt de hoofdpersoon in zelfmedelijden en jaagt hij met zijn losbandige gedrag veel mensen tegen zich in het harnas. Ook het gegeven dat Watanabe niet even eerlijk is tegen zijn famillie over zijn naderende dood werkt niet in zijn voordeel. Toch is de slome bureaucraat een overwegend sympathiek personage. Takashi Shimura, huisacteur van Kurosawa, zet een onvergetelijk karakter neer. De manier waarop Shimura de metarmorfose van saai burgermannetje naar ambitieuze weldoener vertolkt is prachtig gedaan. De acteur weet het brede scala aan emoties goed weer te geven, je leert de bureaucraat kennen als een schijnbaar onverschillig mens. Later, als Watanabe hoort over zijn naderende dood, verandert hij van een man die zwelgt in zelfbeklag dan opeens transformeert tot feestbeest om vervolgens zijn leven te slijten als man van het volk. Een echte held wordt Watanabe echter nooit. Kurosawa toont zowel de goede als zwakke punten van zijn hoofdpersoon.

Het knappe spel van Shimura wordt versterkt door het camerawerk van Kurosawa. De camera zoemt soms minutenlang in op de gemoedstoestand van een acteur. Zo kent ‘Ikiru’ een prachtige scène waarin een huilende Shimura gedurende een dansnummer vol in beeld is. Er gebeurt in feite niets, je ziet enkel de tranen van het personage, maar de combinatie van muziek en de pure emotie zorgt voor een kippenvelmoment van epische proporties. Als je denkt dat Kurosawa een trage film vol close ups heeft ingeblikt dan heb je het mis. De film is vlot gemonteerd en het tempo ligt vrij hoog, op enkele scènes na.

Juist de tragere momenten geven ‘Ikiru’ een melancholisch gevoel, een tijd van bezinning. De goed gedoseerde muziek van Fumio Hayasaka geeft de film een dromerige, licht bedroefd sfeertje. Toch wordt ‘Ikiru’ nooit een depressief tranendal. Kurosawa heeft wat geestige scènes in de film gestopt, zodat het drama nooit te zwaar op de hand wordt. Zo is de bezopen kop van Watanabe een genot om naar te kijken, ook de onbeholpen manier waarop de man contact probeert te leggen met een oud-collega is aandoenlijk. Ook de scènes waarin ‘Ikiru’ de draak steekt met de ambtenarij zijn een mooie spanningsbreker. De beginsequentie waarin Kurosawa de papieren rompslomp laat zien die een op het eerste gezicht zo simpel verzoek voor het bouwen van een bescheiden speeltuintje allemaal teweeg brengt, is schrijnend en komisch tegelijk.

‘Ikiru’ is een lieve film over een man die er, weliswaar te laat misschien, achterkomt dat het leven wel degelijk de moeite waard is. Een mooie boodschap in een mooie film.

Frank v.d. Ven