In a Dark Place (2006)

Regie: Donato Rotunno | 94 minuten | drama, horror, thriller | Acteurs: Leelee Sobieski, Tara Fitzgerald, Christian Olson, Gabrielle Adam, Graham Pountney, Jonathan Fox, Thomas Sanne, Cleo Rotunno, Jean Schimdt, Patrice Ristic, Chris Bearne

Een goede horror kan zich van clichés bedienen zolang er maar constante dreiging is en de kijker ongemakkelijk in zijn stoel zit, in het ongewisse over wat er straks gebeurt. Zodra zelfs de nuchtere kijker quasi-nonchalant op zijn telefoon kijkt, of de popcorn van zijn trui klopt heb je ook deze groep te pakken. ‘In a Dark Place’, een verfilming van Henry James’ The Turn of the Screw mist niet alleen de dreiging, maar vreemd genoeg het hele horrorelement. De eerste ‘enge’ scènes beginnen pas halverwege de film en worden daarna niet veel beter. Vreemd, want in ‘The Innocents’ (1961) speelt Deborah Kerr een meesterlijke rol in een ijzersterke adaptatie van James’ boek. Het kan dus wel.

Het verhaal: Schuchtere schooljuf Anna Veigh (Leelee Sobieski) wordt seksueel geïntimideerd door de schooldirecteur en kan haar baan niet behouden. De directeur weet haar als kindermeisje te slijten aan een rijke zakenman die de voogdij over zijn neefje en nichtje heeft gekregen nadat diens ouders zijn verongelukt. Anna wordt wegwijs gemaakt door de persoonlijke secretaresse Ms. Grose (Tara Fitzgerald, de enige die aan acteren doet in deze film). Deze relatie, die steeds stroef begint en ontaardt in een dubieuze lesbische liefde zal waarschijnlijk het enige zijn wat je gaat onthouden over een week.

Staat veel bijna-naakt en een overdaad aan lesbische accenten garant voor een spannende thriller? Nee natuurlijk. Ondanks Sobieski’s mysterieuze schoonheid werkt de – weliswaar begrijpelijke – fascinatie voor Sobieski’s lichaam van regisseur Donato Rotunno toch eerder averechts. We zien Sobieski namelijk constant in badjas met een riante decolleté glazig voor zich uit te staren. Niet alleen dient dit geen doel, maar het is ook erg afleidend voor de spanning die al vrij summier is.

Anna begint uiteraard spoken te zien na enkele dagen op het naargeestige kasteel. Er ontvouwt zich een suffig wel-waar-niet-waar/zag ik daar nou een spook?-spelletje, waar de tenenkrommende kindacteurtjes van hier naar daar hupsen en voortdurend ‘kwijt’ zijn. Het einde onthult zowaar een interessante dubbele laag in het verhaal die de film in een ander daglicht zet, maar die veel te laat komt om eens lekker na te denken over wat je net hebt gezien.

Caspar Kraaijpoel