In America (2002)

Regie: Jim Sheridan | 103 minuten | drama | Acteurs: Paddy Considine, Samantha Morton, Sarah Bolger, Emma Bolger, Neal Jones, Randall Carlton, Ciaran Cronin, Djimon Hounsou, Juan Carlos Hernández, Nye Heron, Jason Salkey, Rene Millan, Sara James, Bob Gallico, Jason Killalee

Jim Sheridans ‘In America’ is een film die eigenlijk niet zo goed zou mogen werken als hij doet. De film neemt op verschillende momenten de vorm aan van onbeschaamd melodrama dat recht op de hartsnaren mikt, zit vol met potentieel tenenkrommende toevalligheden en ontbreekt het op punten aan welkome achtergrondinformatie of diepgang. Tegelijkertijd is de film zó waarachtig, is het acteerwerk zó innemend, en zijn vele situaties en thema’s zo hoopvol en herkenbaar dat je bijna niet anders kan dan je overgeven aan dit intieme, intense drama over de moeizame start van een immigrantenfamilie in het land van de onbegrensde mogelijkheden.

Één van de belangrijkste redenen dat de film zo goed werkt en overtuigt in zijn emoties, is ongetwijfeld dat dit verhaal zo enorm persoonlijk is voor de regisseur. En niet alleen voor hem: zijn halve familie heeft namelijk aan de film meegewerkt, vooral op het gebied van het script. En dat voel je. Elke emotie, elk personage (binnen het gezin) voelt zo authentiek aan, dat het niet moeilijk te begrijpen is dat er hier uit persoonlijke ervaringen geput is. De regisseur geeft met ‘In America’ een deel van zijn leven bloot.

Voor zo’n persoonlijk verhaal als dit – Sheridan draagt zijn film ook nog eens op aan zijn overleden broertje – heb je acteurs nodig die een personage echt tot leven kunnen wekken, en Sheridan heeft ze gevonden. Vooral Sarah en Emma Bolger blijken de reddende engelen van de film te zijn. Het helpt ongetwijfeld dat de zusjes in de film ook gespeeld worden door actrices die echt zussen van elkaar zijn, maar ze zijn daarnaast zo ongedwongen in hun dialogen en gedrag, dat je ze gewoon gelooft en ze onmiddellijk in je hart sluit. Het helpt natuurlijk dat de regisseur ze nooit heeft opgejaagd op de set en ze liet ontspannen zodat er spontane, magische momenten konden ontstaan.

De zusjes stelen elke scène waar ze in voor komen en dat zijn er veel. En hun dialogen komen meestal totaal niet “gescript” over. Zoals wanneer ze samen in het bad achter het douchegordijn staan – dat zich middenin de kamer bevindt – en een soort verstoppertje met papa spelen, die probeert kalm te blijven in de gierende hitte – de airconditioner doet het niet. “Daddy!” roepen ze achter elkaar, en wanneer hij dan op een gegeven moment antwoordt met “Yes?”, is de reactie simpelweg “Nothing.”, gevolgd door veel gegiechel. Het is een volkomen spontaan moment, dat zo uit het leven gegrepen lijkt te zijn. Want wie stopt zoiets in een film? De scène heeft immers geen functie voor de plot. Maar het zijn dit soort grappige momenten die de film zijn geloofwaardigheid en charme geven.

Het is ook die kinderlijke onschuld en verwondering voor de wereld om hen heen die de kijker door de hele film heentrekt. Een mooi moment is bijvoorbeeld wanneer het gezinnetje voor het eerst hun vervallen appartement binnenloopt en de ouders hun best doen om maar de potentie van het pand te zien, nadat er veel aan gewerkt is. De kinderen zien echter weinig om triest van te worden. Integendeel: er zit net een stel duiven op de vloer, dat via de ramen naar binnen is gevlogen, en dit is reden voor een feestje: “Oh, wow! Duiven! Mogen we ze houden?” Kinderen zien alleen maar mogelijkheden.

Vanwege die blik van de kinderen zijn ook de meer fantastische, minder geloofwaardige elementen makkelijker te verteren. Het is namelijk via Christy (Sarah Bolger) dat het verhaal aan de kijker gecommuniceerd wordt, terwijl ze alles via haar handycam op video vastlegt. Dus gebeurtenissen die op wonderen lijken vinden dan bijvoorbeeld plaats omdat Christy ze gewenst heeft (ze heeft drie wensen). Daarbij moet het verhaal ook sterk symbolisch gezien worden, of als een parabel. Zo is er een “kwade” man aanwezig in de flat (Djimon Hounsou) – de “schreeuwende man”, zoals de zusjes hem noemen – die zijn hele appartement vol heeft staan met abstracte schilderijen die pijn of taferelen uit de hel lijken uit te beelden. Hij blijkt echter een wolf in schaapskleren te zijn en bijna letterlijk een reddende engel. Hij ontfermt zich over de zusjes en neemt bijna de vaderrol van de echte vader Johnny over, die zelf te emotioneel gesloten is vanwege de dood van hun zoontje Frankie.

Veel gaat over het vermogen om los te laten. Wedergeboorte kan als een thema van de film worden gezien. Het einde dat een nieuw begin inluidt. En wanneer deze thematiek aan het einde van de film zijn apotheose bereikt, en het gevoel en medeleven van de kijker wordt aangesproken, ben je ten volste bereid hier in mee te gaan. Het is zo aandoenlijk wanneer de oudste dochter de vader en haar zusje aan de hand neemt en kort de ouderrol overneemt, dat dit alle geplengde tranen waard is.

De vader heeft wellicht moeite om los te laten, hij wil wel zijn kinderen de beste toekomst mogelijk bieden, of liever: hij wil zijn kinderen niet datgene ontzeggen wat hun leeftijdgenoten wel kunnen beleven. Misschien is ook dit een gevolg van zijn starheid – dat hij niet wil en kan accepteren dat ze arm zijn of ongeluk ten deel vallen – maar het zorgt wel voor mooie, of interessante, karaktermomenten wanneer Johnny op een kermis bij het ballen gooien bijna al zijn huurgeld verspeeld om een knuffel voor zijn kleinste dochter te winnen. Het is pijnlijk om te zien hoe hij het maar blijft proberen en steeds mis gooit. Je wilt de bal wél in het gat kijken, maar het lukt maar niet. Frustrerend.

Maar ook al zie je de worstelingen en problemen van dit gezin en van immigratie in zijn algemeenheid, de overwegende thematiek van de film is er één van hoop en liefde. Het is natuurlijk ook de enige manier om goed de toekomst in te gaan. Het is de boodschap die regisseur Sheridan en ieder ander mens in zijn persoonlijke leven nodig heeft om niet de moed te verliezen, al zal het natuurlijk niet altijd even magisch of rooskleurig aflopen. Maar met Christy en Ariel zal het gelukkig, zeer waarschijnlijk, allemaal wel goed komen. Één blik in hun ogen, en je ziet dat alles mogelijk is wat ze zich maar wensen.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 11 december 2003