In de armen van Morpheus (2019)
Regie: Marc Schmidt | 82 minuten | documentaire
In de Griekse mythologie is Morpheus een god van de dromen. Hij is een zoon van Hypnos (slaap) en de uitdrukking ‘in Morpheus armen liggen’ betekent zoveel als ‘lekker slapen’. De titel van Marc Schmidts nieuwe documentaire (eerder verschenen van hem onder andere ‘De regels van Matthijs’ (2012) en ‘Bewaarders’ (2018)) geeft daarmee niet aan wat de geportretteerden gegund is, maar eerder waar ze naar op zoek zijn. Alle personen in de documentaire hebben namelijk een gecompliceerde verstandhouding met hun slaap of met hun dromen.
Niemand wordt voorgesteld, maar uit de namenlijst van deelnemende personen valt op te maken dat onder andere The Ex-frontman Arnold de Boer (‘exploding head syndrome’) en dichteres Astrid Haerens (insomnia) geportretteerd worden. Haerens bijt het spits af en verschaft gedurende de 82 minuten speeltijd de nodige filosofische overpeinzingen en dromerige poëzie, maar ze is niet de kern van de documentaire. Die wordt gevormd door Emily Simons (slaapwandelen) en Roselien Beerten (narcolepsie). Zij zijn de enige twee die hun reis naar een heilzame slaap afronden. Maar mogelijk niet helemaal met het gewenste resultaat.
Voor Emily betekent het een zoektocht die haar naar familie in Suriname voert. Tijdens haar slaapwandelen wordt ze regelmatig gewelddadig, alsof ze bezeten is, en de schilderijen die ze maakt naar aanleiding van haar dromen zijn onheilspellend. Naast nare herinneringen aan de tijd dat ze tot de Jehova’s Getuigen behoorde, komt een onverkwikkelijke familiegeschiedenis naar boven, waarmee ze in het reine poogt te komen. Roselien op haar beurt valt overal in slaap. Ze leeft van dutje naar dutje, zegt ze zelf. Nooit uitgeslapen, altijd vermoeid. Ook zij vat haar dromen in beeld, maar dan in het schemergebied tussen waken en slapen.
Schmidt zelf zoekt ook de grenzen van het bewustzijn op, bijvoorbeeld door stemmen te dempen of de camera heel strak te focussen. Het geeft de documentaire nu en dan een dromerige flair, hoewel er van een ware trance nooit echt sprake is. De prachtige shots van Roselien die in haar dikke wollen trui ogenschijnlijk vredig buiten in het gras ligt te slapen (cinematografie: Jean Counet), worden gecontrasteerd met opnames in een kille kliniek, waarin haar slaap gemonitord wordt. Voor haar narcolepsie blijkt uiteindelijk een oplossing te zijn: een medicijn waardoor ze onafgebroken vier uur kan slapen. Voor het eerst raakt ze uitgerust door acht uur gezonde slaap, maar ze kijkt daarna lichtelijk ontredderd naar haar droomtekeningen. De creativiteit waar haar bijna-slaap voor zorgde, lijkt voorgoed verdwenen.
‘In de armen van Morpheus’ toont zo beide kanten van de medaille. Slaapproblemen kunnen tot verhoogde creativiteit leiden, maar ook tot verminderde levensvreugde, of zelfs tot angsten. Fotografe Claire Oei kampt bijvoorbeeld met zulke lucide dromen, dat ze moeite krijgt met het onderscheid tussen slapen en waken. Ze vraagt zich af wie ze nu werkelijk is. Want in haar dromen voelt ze zich ook volledig zichzelf. Roselien loopt tegen dezelfde kwestie aan. Was ze zichzelf toen ze aan narcolepsie leed, of is ze sinds ze kan uitrusten en dus meer energie heeft eindelijk zichzelf geworden? Astrid Haerens tenslotte, geeft aan dat er voor haar niks eenzamers bestaat dan in je eentje dromen. Met andere woorden: welke prijs betaal je ervoor om in de armen van Morpheus te mogen liggen?
Wouter de Boer
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 9 juli 2020