Indestructible Man (1956)
Regie: Jack Pollexfen | 70 minuten | horror, misdaad, science fiction | Acteurs: Lon Chaney Jr, Max Showalter, Marian Carr, Ross Ellot, Stuart Randall, Ken Terell, Marjorie Stapp, Robert Shayne, Peggy Maley, Robert Foulk, Rita Green, Roy Engel, Madge Cleveland
Deze film dateert uit de jaren 50, toen het science-fiction genre in Amerika hoogtij vierde. Ook werden er herhaaldelijk meerdere genres in een film verenigd. Zo ook in deze ‘Indestructible Man’ uit 1956. Het resultaat is een film van ietwat curieuze aard. In de openingsscène maken we direct kennis met de misdadiger Charles ‘Butcher’ Benton die in de dodencel zijn wraakplannen tegen kenbaar maakt aangaande zijn vroegere collega’s die hem erin geluisd hebben. Benton wordt echter geëxecuteerd en daarmee lijkt er ook een einde aan zijn wraakplannen te zijn gekomen.
Benton heeft echter een meevaller. Zijn dode lichaam belandt in handen van de geleerde Dr. Bradshaw die er experimenten mee uitvoert. Benton wordt onverwacht weer tot leven gewekt en het blijkt dat ‘ … tremendous electrical voltage… increased his cellular structure…he was no longer a man… a vicious brutal animal with an almost inconceivable amount of strength…’. En niet alleen dat, ook blijkt hij bijna onkwetsbaar voor verwondingen te zijn geworden. Natuurlijk de ideale gelegenheid om wraak te kunnen nemen. En Benton gaat voortvarend te werk: hij maakt Bradshaw en diens assistent van kant en gaat met een gestolen auto op weg naar zijn vroegere medecriminelen, onderwijl hardhandig afrekenend met eenieder die hem in de weg loopt.
Het bovenstaande komt binnen de gangster-toonzetting in deze film aanvankelijk nogal misplaatst over. Bradshaws experimenten, Bentons opstanding uit de dood en zijn merkwaardige verkregen fysieke eigenschappen zorgen voor taferelen die rechtstreeks uit een Frankensteinfilm geplukt lijken. En het roept ook nogal wat vraagjes op. Hoe heeft Bradshaws assistent het lichaam van Benton zomaar uit het mortuarium mee kunnen krijgen? Ook al is dat tegen betaling gebeurd? Hoe kan een lijk door een stroomstoot van 287.000 volt weer tot leven komen? Hoe kunnen Bentons stembanden daardoor zijn verbrand maar hoe is tegelijkertijd zijn brein intact gebleven? En aangezien Benton in het laboratorium geen getuigen heeft achtergelaten, hoe weet inspecteur Chasen – zijn voice-over begeleidt diverse gebeurtenissen – dan wat er in het laboratorium van Bradshaw is gebeurd en waarin Benton precies is veranderd?
Zoals duidelijk gaat de twijfelachtigheid van het hele gebeuren al gauw de boventoon voeren. Het wordt maar al te duidelijk dat de bovenstaande gang van zaken enkel in het leven is geroepen om Benton op wraaktocht te kunnen laten gaan en dat zijn onkwetsbaarheid dient om hem zo lang mogelijk zijn gang te laten gaan. Niet echt geloofwaardig allemaal, maar regisseur Pollexfen getroost zich daartoe ook niet veel moeite en laat zich er nog minder aan gelegen liggen. En daarnaast vallen, naarmate het verhaal zich ontrolt, ook de nodige andere onvolkomenheden van deze productie op. Een herhaaldelijk matige montage, de belichting is niet altijd je van het, de muziek is ook niet steeds even lovenswaardig, twijfelachtige motieven van personages en merkwaardige plotwendingen, niet altijd overtuigende dialogen, goedkope sets… De conclusie kan niet anders luiden dan dat het hier om een B-film gaat waar nogal wat aan verbeterd zou kunnen worden.
Maar ondanks het bovenstaande heeft deze productie genoeg pluspunten om het de moeite waard te maken, zeker voor de kijker die aan dit soort tekortkomingen bij voorbaat niet al te zwaar tilt. Voordeel van deze film is ook dat het zichzelf overduidelijk niet al te serieus neemt en dat de entertainmentwaarde voorop staat. En binnen de begrenzingen en tekortkomingen die er aan deze productie zijn te onderkennen lukt dat prima. Op weg naar Los Angeles en daar eenmaal aangekomen maakt Benton hardhandig meerdere slachtoffers, niet alleen onder zijn vroegere collega’s, maar ook onder wie hem dan ook voor de voeten loopt. Achtervolgingen, knokpartijen en andersoortige confrontaties zijn daarmee het gevolg. De vaart zit er goed in en door de vele gebeurtenissen blijft het boeien. Ook Bentons onberekenbaarheid draagt daaraan bij evenals de speurtocht naar Benton door inspecteur Chasen. En wanneer Bentons confrontaties met diverse handhavers van de wet plaatsvinden is zijn fysieke onkwetsbaarheid een mooie reden er steeds zwaarder wapentuig tegenaan te gooien bij de steeds heftiger wordende confrontaties. Van pistolen tot aan vlammenwerpers en bazooka’s aan toe dienen er bijgesleept te worden in de pogingen om Benton te stoppen. In combinatie met de nodige aardige speciale effecten is er wat dat betreft weinig reden tot klagen. Ook geslaagde opnamen van drukbevolkte straten die een interessant tijdsbeeld geven van het Los Angeles in de jaren 50. Waarbij opvalt dat sommige straten opeens wel erg opvallend stil zijn wanneer Benton met deze en gene afrekent…
Als vertolker van Benton duikt Lon Chaney Jr. op, vooral bekend vanwege zijn ‘Wolf Man’ vertolkingen. En het is ook Chaneys verschijning dat deze film voor een groot deel de moeite waard maakt. Bijster veel meer dan dreiging uit te stralen en hardhandig optreden hoeft Chaney overigens niet te doen, maar binnen de beperkingen van het verhaal kwijt hij zich met zijn fysiek imponerende en charismatische verschijning daar keurig van. Ook redelijk acteerwerk van de andere acteurs in deze productie, aansprekend genoeg in elk geval voor een overduidelijke B-film als deze. Wel kan gesteld worden dat het nergens eng of zenuwslopend spannend wordt. De hele opzet van Bentons verrijzenis komt daarvoor te onzinnig over en zijn ook meerdere ontwikkelingen in het verhaal te vergezocht om deze film nagelbijtend te ondergaan. Ook omdat, hoewel Chaney als Benton dreigend genoeg overkomt, er in zijn optreden en in de gebeurtenissen daaromheen herhaaldelijk een humoristische noot aanwezig is. Bentons van woede en verbetenheid verwrongen grimassen, zijn dichtgeknepen en in close-up in beeld gebrachte ogen, de schrik- en paniekreacties van Bentons slachtoffers wanneer ze hem zien aankomen, de manier waarop Benton diverse slachtoffers door de lucht smijt… een humoristische ondertoon is er her en der wel in te onderkennen.
Hetzelfde geldt voor de overtrokkenheid van de steeds heftiger wordende confrontaties, de twijfelachtigheid van diverse gebeurtenissen en de foutjes die er verder in deze film zijn te vinden. Benton’s kleding bijvoorbeeld vertoont nauwelijks opvallende beschadigingen ondanks dat hij door moordend pistoolvuur, door vlammenwerpers en een bazooka is bestookt. Uit dit soort foutjes blijkt dat de makers van deze film links en rechts wel wat steekjes hebben laten vallen. Maar tezamen met de overtrokkenheden in deze film draagt dit voor wie er oog voor heeft wel op gepaste wijze bij aan het entertainment dat deze film te bieden heeft en vergroot het ook de charme van deze film. En in zijn totaliteit maakt dat deze ‘Indestructible Man’ tot een opmerkelijke mix van verschillende genres en, hoewel onmiskenbaar een B-film, ook tot een productie die garant staat voor het nodige geslaagd en onderhoudend vermaak.
Frans Buitendijk