Indigènes (2006)

Regie: Rachid Bouchareb | 128 minuten | drama, oorlog, geschiedenis | Acteurs: Jamel Debbouze, Samy Naceri, Roschdy Zem, Sami Bouajila, Bernard Blancan, Mathieu Simonet, Benoît Giros, Mélanie Laurent, Antoine Chappey, Assaad Bouab, Aurélie Eltvedt, Thomas Langmann, Thibault de Montalembert, Dioucounda Koma, Philippe Beglia

Jamel Debbouze en Samy Naceri. Op Fransen na zullen de meeste mensen vragend kijken bij het horen van deze twee namen. Al speelde Naceri de hoofdrol in de ‘Taxi’-trilogie van Luc Besson en Debbouze een klein maar grappig bijrolletje in de kraker ‘Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain’, op internationaal niveau hebben beiden het nog niet ver geschopt. Misschien dat de film ‘Indigènes’ daar verandering in kan brengen. Naast onder andere Roschdy Zem en en Sami Bouajila schitteren Debbouze en Naceri in een ontroerend oorlogsdrama van regisseur Rachid Bouchareb. Ontroerend, maar vooral verbazingwekkend, omdat een cast en crew met weinig naamsbekendheid een film van wereldformaat weet neer te zetten.

‘Indigènes’ draait om de Marokkaanse en Algerijnse soldaten die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werden opgeroepen om voor het moederland Frankrijk te strijden tegen de Duitsers. Althans, dat is de setting. Want ‘Indigènes’ vormt het decor voor een discussie over de omgang tussen het Franse leger en de Afrikaanse soldaten destijds. Door middel van kleine schermutselingen en gesprekken wordt een enorm politiek statement aan het licht gebracht. Tijdens de lunch alleen tomaten voor de Fransen. Pardon? Inderdaad. Het gaat helemaal niet om de tomaten. In deze verbeeldingswijze zit dan ook de kracht van ‘Indigènes’. De boodschap is zo groot, de afzonderlijke berichten ervan zo subtiel.

De karakters in ‘Indigènes’ vormen eveneens een uitstekende wijze om de boodschap in stukjes te knippen. De soldaten Saїd, Yassir, Messaoud en Abdelkader hebben alle vier een sterk verschillend karakter en een net zo diverse kijk op hun situatie. Saїd, de persoonlijke assistent van sergeant Martinez, is een eenvoudige en verlegen jongen die niet weet hoe hij met de oorlog om moet gaan. Yassir, nog eenvoudiger en de meest achtergestelde van de vier, is een barbaar die het leger is ingegaan voor het geld dat hem beloofd is. Messaoud en Abdelkader zijn het meest ontwikkeld. De één blijkt over behoorlijke schuttersvaardigheden te beschikken, de ander kan lezen en schrijven en promoveert er geleidelijk op los. De subtiliteit van de rassenkwestie is ook op deze karakters toegepast en in meerdere confrontaties op het slagveld terug te vinden.

Kanonnenvoer of niet, de gevechten in Italië worden gewonnen en de soldaten vertrekken naar Frankrijk om definitief af te rekenen met de Duitsers. En daar ontstaan de grootste problemen. Want ‘Indigènes’ bouwt langzaamaan toe naar een climax, die het antwoord lijkt te gaan geven op de vraag die de Afrikanen zich steeds bewuster stellen: waarom doen wij dit? Waarom vechten wij voor de Fransen, die ons liedjes laten zingen en kogels laten opvangen, terwijl zij ons uiterst respectloos behandelen en zich nauwelijks om ons bekommeren? Abdelkader is de enige van de vier die daar nog een lichtpuntje in ziet, en overtuigt de anderen om de strijd te blijven voeren. Tegelijkertijd is hij ook degene die bij zijn superieuren aankaart dat niet alles soepel verloopt, en dat het tijd is dat de vrijheid, gelijkheid en broederschap waar de Afrikaanse soldaten voor strijden, ook voor hen beschikbaar wordt.

Bouchareb speelt met karakters, meningen en cultuurverschillen, maar nog meer met taal, muziek en beeldesthetiek. Alle locaties worden een eerste keer in zwartwit en van bovenaf vertoond, om ze vervolgens door middel van een soort wolk in te kleuren. Zo mixt hij echtheid met huidige beeldtechniek. Bovendien wordt in ‘Indigènes’ zowel Frans als Arabisch gesproken, en wordt er van beide culturen muziek gebruikt. En zelfs in de muziek zit symboliek: het Franse volkslied en de neerbuigende Franse liedjes over de Afrikaanse soldaten laten de Fransen niet van hun beste kant zien, de traditionele Arabische zang en muziek geeft de film meer diepgang en versterkt de ellendige gevoelens van de Afrikanen.

Zo kalm en symbolisch als Bouchareb zijn boodschap verbeeldt, zo hard en grof zijn de gevechten die in ‘Indigènes’ plaatsvinden. Het is en blijft natuurlijk een oorlogsdrama, en gelukkig gaat ‘Indigènes’ ook dat onderdeel niet uit de weg. Want juist deze beelden maken duidelijk waarom de Afrikanen zich vragen stellen: Duitse kogels maken geen onderscheid in Fransen of Afrikanen. Zonder extreme heldhaftigheid of overdreven bloederigheid doen de gevechten in ‘Indigènes’ niet onder voor grote producties als ‘Saving Private Ryan’ of ‘Band of Brothers’. Sterker nog, misschien lopen de emoties nog wel hoger op dan in welke oorlogsfilm dan ook. De emoties bij de kijker welteverstaan. En dat van een stel Franse komedianten en een onbekende regisseur.

Julien van Alphen

Waardering: 5

Bioscooprelease: 18 januari 2007