Inferno – L’enfer d’Henri-Georges Clouzot (2009)

Regie: Serge Bromberg | 102 minuten | documentaire | Met: Romy Schneider, Bérénice Bejo, Serge Reggiani, Jacques Gamblin, Dany Carrel, Jean-Claude Bercq, Mario David, André Luguet, Maurice Garrel, Catherine Allégret, Barbara Sommers, Maurice Teynac, Henri Virlojeux, Blanchette Brunoy, Henri-Georges Clouzot, Gilbert Amy, Jacques Douy, Jean-Louis Ducarme, Costa-Gavras, William Lubtchansky, Thi Lan Nguyen, Joël Stein, Bernard Stora, Serge Bromberg, Burt Lancaster

Henri-Georges Clouzot, bekend van ‘Diabolique’ en ‘Wages of Fear’, was een visionaire filmmaker, die met zijn twaalfde film, getiteld ‘L’enfer’ (de hel), zijn meest visionaire film tot dan toe wilde maken. Een werk dat een nieuwe weg voor de filmkunst zou inslaan, met beelden en geluiden die nog niet eerder op die manier zouden zijn waargenomen. Een film als ‘2001: A Space Odyssey’, ‘A Bout de Souffle’, of ‘Otto e Mezzo’. Helaas is ‘L’Enfer’, ondanks verwoede pogingen van de filmmaker en zijn crew, nooit tot voltooiing gekomen. De productie werd zo ongeveer zijn eigen hel toen hij, na veel stress, fricties, en uiteindelijk een hartaanval, er bijna aan onder door ging. De vele uren filmmateriaal, met screentests, experimenten, en losse scènes, bleven hierna onberoerd en onvertoond. Totdat filmmaker Serge Bromberg dit verhaal ter oren kwam toen hij op een dag twee uur vast kwam te zitten in een lift met de weduwe van Clouzot. En wij zullen hem eeuwig dankbaar zijn dat hij besloot om Clouzots uiterst fascinerende, hypnotiserende beelden met de hele wereld te delen met zijn documentaire ‘Henri-Georges Clouzot’s Inferno’.

Clouzot werd dikwijls omschreven als de Franse Hitchcock vanwege hetzelfde genre waarin hij opereerde en zijn zelfde nauwgezette aanpak van filmmaken. Hoewel het natuurlijk een eer is om vergeleken met zo’n meester in de cinema als Hitchock, is het misschien een beetje oneerbiedig om hem louter op deze manier te typeren, en zijn eigenheid weg te vlakken. Wat echter wel opvalt bij het kijken van Brombergs documentaire, is dat Clouzot, net als Hitchock, veel van zijn acteurs eist en zich weinig ruimhartig opstelt. Hij beschouwt zijn acteurs simpelweg als instrumenten om zijn visie op beeld te krijgen. En dat kan dan behoorlijk botsen met acteurs met een eigen wil, zoals Serge Reggiani, die uiteindelijk ook is weggelopen omdat Clouzot zich onmogelijk opstelde.

Onmogelijk of niet, Clouzot had een droom, en hij was bereid om alles en iedereen daarvoor op te offeren. Hij leidde zelf aan slapeloosheid en was ook ’s nachts nog met zijn grote filmproject bezig. Niets mis mee, natuurlijk, maar dit ging zover dat hij andere crewleden midden in de nacht wakker maakte om aan de film te werken. Hij had ook kosten nog moeite gespaard om zijn ultieme magnum opus te kunnen creëren. Hij had een legendarische crew van filmtechnici om zich heen verzameld en deed ontelbare filmische experimenten om zijn visie werkelijkheid te laten worden.

Sommigen zullen zijn aanpak misschien pretentieus noemen, maar och, wat was het mooi geweest om zijn voltooide film te mogen aanschouwen als je alleen al af gaat op de hier getoonde beelden. ‘L’enfer’ zou een zwart-wit film worden waarbij de jaloerse hallucinaties van de man (Reggiani) in kleur zouden plaatsvinden. Deze hallucinaties is waar het vernieuwende aspect van de film plaats zou vinden. Koortsig, psychedelisch, extravagant, hypnotisch, sensueel, intrigerend, zijn enkele woorden die te binnen schieten bij het zien van deze beelden, vaak close-ups van ogen of gezichten, meestal van ster Romy Schneider, die zich voor Henri-Georges Clouzot helemaal bloot gaf. Veel gefragmenteerde, vermenigvuldigde, kleurrijke beelden komen voorbij, als door een prisma of kaleidoscoop geschoten. Slow-motion wordt effectief ingezet, net als een fascinerend gebruik van belichting en schaduwen, bijvoorbeeld om een sigarettenrook uitblazende Schneider in een soort ronddraaiend licht-schaduwspel te hullen, wat een vervreemdend effect heeft, met schijnbaar veranderende gezichtsuitdrukkingen, puur door het lichtgebruik.

‘L’enfer’ zou ook goed het hoogtepunt in de carrière van Romy Schneider geweest kunnen zijn. Ze heeft er in ieder geval nooit verleidelijker, sensueler, mysterieuzer, en levenslustiger dan in de hier getoonde beelden. Het is mooi om haar lachend en plagend de kostuumtests te zien doen, om haar in haar zomerse kledij op straat te zien lopen, en om haar heupwiegend op waterski’s gade te slaan. Alleen al deze nooit eerder getoonde beelden van Schneider maken deze documentaire de moeite waard.

Wellicht was het project te groot, te allesbepalend voor Henri-Georges Clouzot, wiens perfectionisme bij een film als deze misschien teveel van het goede was. Hij bleef maar doorgaan met het doen van zijn filmische experimenten en het opnieuw schieten van al gefilmde scènes. Volgens zijn schrijvers en crewleden wist deze normaal gesproken nauwgezette regisseur, die geen scène of moment teveel in zijn films stopte, niet zo goed waar hij mee bezig was. Nadat Reggiani was weggelopen en toen hij een scène met zijn twee belangrijkste actrices aan het opnemen was, kreeg hij plotseling een hartaanval. Misschien een “wake-up call”, die op het juiste moment kwam, zo beredeneert zijn dochter. Het was een project dat niet zo had mogen zijn, maar de (vele) glimpen die de kijker krijgt middels de documentaire van Bromberg zijn een geweldig geschenk. En door zijn gefragmenteerde, meta-benadering is het bijna de ultieme vorm om deze toch al abstracte film te tonen. Clouzot zelf zou misschien nog wel tevreden geweest zijn.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 1 april 2010