Inside – À l’intérieur (2007)
Regie: Alexandre Bustillo, Julien Maury | 83 minuten | horror | Acteurs: Béatrice Dalle, Alysson Paradis, Nathalie Roussel, François-Régis Marchasson, Jean-Baptiste Tabourin, Dominique Frot, Claude Lulé
Zonder in onnodige hyperbool te vervallen kan met een gerust hart gesteld worden dat ‘Inside’ één van de meest ijzingwekkende en pure horrorfilms is van deze eeuw. Het Franse regisseursduo Maury en Bustillo bedient zich van enkele slimme vondsten en een meedogenloze, niets en niemand ontziende stijl om hun verhaal van terreur te vertellen. Zelfs de meest geharde horrorfanaat zal toch op zijn minst in zijn stoel zitten draaien en een knoop in zijn maag krijgen tijdens één van de vele expliciete, “gory” momenten die de film rijk is. En anders is het wel de constante dreiging van op handen zijnde moorddaden of de algemene onheilspellende sfeer die de kijker in één brok zenuwen verandert. ‘Inside’ is onuitwisbaar: bruut, berekenend, en briljant.
‘Inside’ speelt in op een hele basale angst van de mens, waar in Disneyfilms en soapachtige tv-films aan de lopende band gebruik van wordt gemaakt: de angst voor het verlies van een kind. Maar ‘Inside’ is geen schattige familiefilm over knuffelbare hertjes of kleurrijke clownvissen. Nee, deze film tapt uit een veel duisterder en bloederiger vaatje. Het kind is in dit verhaal zelfs nog niet op de wereld gezet: de killer is van plan om eigenhandig het kind uit de buik van de moeder te snijden. Als dat je geen onvoorstelbare angsten uit doet staan en je survivalinstinct aanwakkert, valt het te betwijfelen of je wel tot het menselijk ras behoort. Alleen het centrale verhaalelement van de film zorgt dus al voor een letterlijk en figuurlijk inwendige en onderhuidse terreur.
Ook leuk gevonden: het verhaal wordt begonnen, en afgewisseld met, het gezichtspunt van het ongeboren kind. Of liever, er wordt getoond hoe het kind alle gruwelen en aanslagen ondergaat vanuit de baarmoeder en of het nog wel in leven is. Dit soort shots zijn niet geheel nieuw – kijkers bekend met de videoclip ‘Teardrop’ van de band ‘Massive Attack’ zal het bekend voorkomen – maar het is wel een originele toevoeging, al doet het vrij weinig om de betrokkenheid van de kijker bij het lot van het kind te verhogen. In feite omdat een dergelijke verhoging helemaal niet nodig is. Het is voldoende om de hoogzwangere vrouw te zien vechten voor haar leven – en dat van haar kind – tegen de monsterlijke, met een vlijmscherpe schaar gewapende killer.
De schaar is in ‘Inside’ een volwaardig, kippenvel bezorgend horrorwapen geworden die niet onder doet voor het fikse keukenmes uit ‘Pscyho’ of de mesvingers van Freddy Krueger. Het ding is groot, glimmend, en vlijmscherp, en wordt op vele afgrijselijke manieren gebruikt: om mee te knippen, steken, snijden, en, zoals in een bewuste scène in de film, als een mes te gooien, waarbij de schaar zich diep in de muur achter het slachtoffer weet te boren. Het is een onmiddellijk iconisch moordwapen, praktisch vergroeid met de persoon die haar hanteert. En deze persoon, gestalte gegeven door een erg effectieve Béatrice Dalle, weet dit wapen met verve te hanteren en bezorgt de kijker regelmatig koude rillingen. Vanaf het moment dat ze bij Sarah op de deur klopt, onschuldig vragend of ze misschien even van de telefoon gebruik kan maken, treedt er een gevoel van onbehagen op bij de kijker. En de volwaardige alarmbellen gaan af wanneer de vrouw inderdaad niet zomaar een voorbijgangster is, maar intieme details uit het leven van Sarah kent.
De Vrouw is een volbloed filmmonster: ze hoeft slechts bewegingloos tegenover Sarah te staan, strak voor zich uitkijkend, om angst in te boezemen en is bruut en niet te stoppen. Haar introductie is betrekkelijk subtiel, en doet denken aan de kennismaking met Aragorn uit ‘The Lord of the Rings’. De Vrouw verschijnt ’s nachts voor het raam van Sarahs huiskamer, haar gezicht slechts kort onthullend door het licht van de vlam van haar aansteker, waarmee ze een sigaret aansteekt terwijl ze Sarah intimiderend aankijkt. Daarnaast ziet ze er met haar bleke gezicht en zwarte gewaad bijna uit als een (ring)geest.
De spookachtige gedaante van de Vrouw hoeft geen toeval te zijn, aangezien de suggestie af en toe gewekt wordt dat de Vrouw slechts een symbool is, een droombeeld, of een geestesverschijning. Misschien is ze een manifestatie van de schuld- of angstgevoelens van Sarah ten aanzien van haar dode man en haar op handen zijnde bevalling. Verschillende verontrustende droomsequenties in de opbouw van de film maken in ieder geval duidelijk dat ze met (nog) erg met dit soort kwesties worstelt. En ook de manier waarop de Vrouw ineens verschijnt, zonder de deur te hebben geforceerd binnen lijkt te zijn gekomen, en onoverwinnelijk is – of lijkt – zou een dergelijke lezing kunnen rechtvaardigen. Dan zou de titel kunnen slaan op drie zaken: de binnenkant van de buik van Sarah, de gebeurtenissen in het huis, en de hersenspinsels in het hoofd van Sarah. Aan de andere kant wordt de Vrouw ook door alle andere aanwezigen in het huis (politie, Sarah’s moeder) waargenomen, wat dit weer lijkt tegen te spreken.
Wat en wie ze echter ook precies is, de Vrouw is afschrikwekkend in haar volharding om het kind te stelen en de middelen die ze hiervoor gebruikt. Ze laat niemand in haar weg komen om haar doel te bereiken en er is geen greintje compassie te bespeuren bij haar. Haar terreur neemt stapsgewijs toe in gruwelijkheid, maar eigenlijk is de opbouw van haar eerste echte poging om het kind te bemachtigen net zo afgrijselijk als wat hierop volgt. Wanneer ze, na ongemerkt het huis te zijn binnengedrongen en Sarah op haar gemak in haar slaapkamer heeft geobserveerd, rustig naar de keuken loopt om hier wat ontsmettingsmiddel te halen, neemt de spanning toe. Dan gaat ze op het bed van Sarah zitten, doet langzaam haar hemd omhoog, doopt de gigantische, vlijmscherpe schaar in de alcohol, en gaat langzaam met de punt naar de navel van Sarah, klaar om haar variant van een keizersnede toe te passen… Het is genoeg om de halve bioscoopzaal te horen kermen en geluiden van afgrijzen te horen uitstoten. De anticipatie is bijna ondraaglijk geworden, wetende wat Sarah letterlijk boven het hoofd hangt.
Vanaf dit punt wordt ‘Inside’ een zenuwslopend “gorefest” waar ‘Saw’ en ‘Hostel’ nog een puntje aan kunnen zuigen. Zo niet wat betreft de mate en extremiteiten van gore, dan zeker wanneer je kijkt naar de ondraaglijke spanning en effectiviteit van de pure horrormomenten. Dit is een nachtmerrie die je niemand toewenst. Maar hoewel er tegen het einde van de film wel een zekere “gore moeheid” optreedt bij de kijker, wat enige onverschilligheid tot gevolg heeft, houden de regisseurs Alexandre Bustillo en Julien Maury de film praktisch de gehele speeltijd lang interessant. Ze beheersen de filmtechnieken tot in hun vingers, waarbij iedere hachelijke situatie maximaal wordt uitgemolken door eerst hoop te creëren en vervolgens deze op het laatste moment met een mokerslag aan gruzelementen te slaan. Dit houdt de kijker continu op het puntje van zijn stoel – of laat hem er vanaf donderen.
Maar de filmmakers passen ook leuke stijlelementen toe om het geheel boeiend te houden. Zoals korte jump-cuts wanneer de Vrouw even een sigaretje opsteekt in de aanloop naar haar volgende aanval, gecombineerd met gekraak op de soundtrack en enkele negatiefbeelden van haar gezicht. Een beetje als bij de uit statische filmbeelden opgebouwde Sadako in ‘The Ring’. De begeleidende muziek of geluidstrack is eens geen stereotiepe verzameling van orkestdreunen of hoge violen, maar een pulserende donkere bas – een auditieve vertegenwoordiging van de dreigende, steeds terugkerende killer – en industrieel klinkende metalen bellen om de doodsangst van Sarah mee te onderstrepen. Ook het gebruik van Sarah’s cameraflitser om het huis mee te verlichten op zoek naar de Vrouw is een briljante vondst, aangezien de verlichting slechts met tussenpozen plaatsvindt en de Vrouw, als in een statisch plaatje, zich ineens in het gezichtsveld kan bevinden. Tevens zijn de persoonsverwisselingen in de film, waardoor bijvoorbeeld Sarah’s baas de Killer voor haar moeder aanziet en er personen per ongeluk vermoord worden omdat ze voor iemand anders worden aangezien, zijn een welkome, sadistische aanvulling. En zwartkomisch; wat ook geldt voor de manier waarop sommige mensen worden toegetakeld en de bloedfonteintjes die ontstaan en een gedeelte van de gang rood kleuren terwijl het slachtoffer voorbij strompelt.
Het is jammer dat ‘Inside’ even zijn eigen grimmige vertelling doorbreekt, door een flauw uitstapje te doen naar een ander horrorgenre – dat van de zombiefilm – maar afgezien van deze en sporadische andere verzwakkingen, spat de creativiteit en het talent in vette bloedspetters van het scherm en is ‘Inside’ een film die door niemand snel vergeten zal worden.
Bart Rietvink
Waardering: 4