Interview Dave Schram (‘Spijt!’)
Enschede, Wolff Cinestar, zaterdag 22 juni 2013
Dave Schram is bekend als de man die de romans van Carry Slee op het witte doek bracht. En dat deed hij niet geheel onverdienstelijk. ‘Spijt’ is al weer de zesde verfilming van een van Carry Slees bestsellers en met het thema ‘pesten’ – dat al zo oud is als de weg naar Rome, maar tóch tegenwoordig actueler lijkt dan ooit – lijkt de filmmaker af te stevenen op misschien wel zijn grootste succes tot nu toe. Tijdens de Spijt-tour, waarbij Dave Schram samen met verschillende cast en crew-leden diverse bioscopen door heel Nederland aandoet voor Q&A’s en meet-and-greets met bioscoopbezoekers, had hij tijd voor een interview met Cinemagazine. Wat heet tijd… De geëngageerde regisseur begint al te praten voor hem een vraag is gesteld…!
Wanneer is het pesten?
“Er werd me wel gevraagd: Wat moet je nu doen als iemand gepest wordt? Dan is het belangrijk dat je weet wannéér iemand gepest wordt. De grens tussen pesten en een grap uithalen met familie of mensen bij wie je je op je gemakt voelt is soms niet duidelijk. Volgens mij is het verschil het beste te ontdekken door te vragen: “mag ik het nu ook bij jou doen?” En als de pester dan ontkennend antwoordt, dan is het pesten.” Hij vervolgt serieus: “Bij pesten ben je niet meer een mens, maar een object. Daarom is het pesten in ‘Spijt’ vrij plat, dat was van belang voor de film.” Volgens Dave ligt het aan de verharding van de samenleving. “Alles draait om hoge cijfers, hoge prestaties en hoge inkomens. Die hoge inkomens heb je nodig om die Nikes van 200 euro te kopen. Zonder die Nikes hoor je er niet meer bij. Waarom is dit toch? Waarom is uiterlijk zo belangrijk? Waarom krijgt een mooi meisje of een mooie jongen meer voor elkaar dan een minder mooie jongen of meisje? Daar begint een groot deel van de problematiek al, maar dat is moeilijk om in een film te vangen. Wat ik in ieder geval niet wilde was wijzen naar de pesters. Die moeten zich dat zelf realiseren dat ze fout zijn.” Dave laat weten dat hij op Twitter al meerdere reacties heeft gekregen van mensen die vroeger gepest hebben en zich nu realiseren wat ze hebben gedaan.”
Gouden Film
Over Twitter gesproken: Dave houdt zich op dit medium regelmatig bezig met de box-office. Hij vindt het leuk om de bezoekersaantallen van bioscoopfilms aan zijn volgers kenbaar te maken. Logisch natuurlijk dat wij hem vragen naar zijn prognose voor ‘Spijt’: wanneer vermoedt Dave dat de film de status van Gouden Film bereikt? Dave lacht. “Oei. Ik mag natuurlijk niet te hard roepen, maar ik krijg zulke positieve reacties. De eerste donderdag had ‘Afblijven’ bijvoorbeeld een omzet van 17.000 euro, terwijl ‘Radeloos’ 9.000 euro haalde. ‘Spijt’ haalde afgelopen donderdag (20 juni 2013, red.) al 40.000 euro aan omzet binnen. Omdat het boek zoveel gelezen is, en het zo’n actueel onderwerp is, en ik hoop natuurlijk ook dat het een beetje een mooie film geworden is, denk ik dat we binnen een week of tien dagen wel goud halen.”
Niet vernieuwend, toch gewaardeerd
Net als bijvoorbeeld, om maar een zijstraat te noemen Nicholas Sparks of John Grisham, is Carry Slee een schrijfster die zichzelf in de voor dezelfde doelgroep bestemde boeken niet continue vernieuwt. De thema’s vallen altijd onder de noemer jongerenproblematiek. Toch worden de door Dave Schram gemaakte films beter ontvangen dan de verfilmingen van bijvoorbeeld Sparks. Daar moet toch een reden voor zijn? “Ik ben zo trots op Maria (Peters, zijn vrouw en scenariste van o.a. ‘Spijt’, red.) en Dick van den Heuvel,” verklaart Dave. “Wat zij doen met een verhaal is fantastisch. Zonder het boek geweld aan te doen weten zij een bepaalde vorm te geven aan het scenario, dat het een zekere meerwaarde krijgt. Dat zit hem in hele kleine dingen. Bijvoorbeeld de scène waarin Jochem zit te schrijven in het boekje; de camera pant naar rechts en dan zie je een paar stenen, die aan de buitenkant ruw zijn, maar aan de binnenkant glinsteren. In een nutshell is dat de hele film. Iets wat lelijk is aan de buitenkant kan soms de mooiste binnenkant hebben. Dat soort symboliek, dat we niet op het uiterlijk moeten letten, dat geeft de film wat extra’s. Ook het feit dat Jochem verliefd wordt op Vera, maar dat zij hem afwijst, dat hebben we met heel veel liefde verfilmd. Ik ben namelijk ontzettend gepassioneerd: ik wil dat ik snap wat ik maak, ik wil het niet zomaar in elkaar kwakken. Maria is daar mijn anker in. Er komt wel voor dat een acteur die mij vraagt of hij een tekst aan mag passen. Daar moet ik dan over nadenken, en als ik het dan ‘s avonds met Maria overleg dan blijkt dat het niet kan om uiteenlopende redenen. Het verhaal zit gewoon zo goed in haar hoofd. Ikzelf probeer de sfeer op de set voor elkaar te krijgen, dat ik krijg wat ik wil hebben. Dat betaalt zich uit en dat wordt gewaardeerd.” Dave haalt als voorbeeld aan dat er na het enorme succes van ‘Kruimeltje’ (1999) onmiddellijk geroepen werd dat ze ‘Kruimeltje 2’ moesten gaan maken. “Maar Maria wilde dat niet, omdat ze geen verhaal had. Het publiek is niet gek, ze weten dondersgoed wanneer iets met passie gemaakt wordt. Wij proberen de boeken van Carry op een zo oprecht mogelijke manier te vertalen naar film. Dat betekent natuurlijk wel dat er wijzigingen moeten plaatsvinden. In Carry’s boeken zitten bijvoorbeeld twee keer zoveel personages als in de film.” Ook het einde van de film wijkt af van het boek. “Ik ben zelf een romanticus,” bekent Dave, “maar eindigen met een kus, dat voelde niet goed. In het boek zit nog een epiloog met een pesttelefoon, waarbij ze een meisje redden uit het bos, maar dat vonden we niet passen in de film.”
Pesten voorkomen en verminderen
Volgens Dave zijn er drie groepen die met pesten te maken hebben: de pesters, de gepeste en de toekijkers. “Bij die toekijkers: daarin zit de opening voor de toekomst. Van de gepeste kun je niet verlangen dat ze ineens zoveel power hebben dat ze er boven kunnen staan. Dat trek je niet, daar moet je hulp mee krijgen. Je moet met iemand praten die je vertrouwt: een vriend, je ouders. Dan sta je samen. Wat ik zou willen is dat er een vierde groep komt, die er tegen in opstand komt, die zegt: “dit pikken we niet meer.” Een mooi streven. En de vervulling van die wens is al iets meer in zicht: VeiligheidNL biedt, dankzij ondersteuning van de Stichting Kinderpostzegels Nederland, het Prima-lespakket , waarmee pesten voorkomen en verminderd kan worden, gratis aan alle scholen in Nederland. “Er zijn al vijfhonderd scholen die het besteld hebben,” aldus Dave. Daarmee zijn we er natuurlijk nog niet niet, maar het is in ieder geval een goed begin.
Emoties
Sinds ‘Timboektoe’ heeft Dave de regie van alle door Shooting Star verfilmde Carry Slee boeken op zich genomen. Maria heeft de eerste Carry Slee film geregisseerd, ‘Afblijven’ en heeft zich daarna aan andersoortige films toegelegd, zoals ‘Sonny Boy’ en ‘De groeten van Mike’. Dave vertelt: “Maria had sterk de behoefte aan een andere richting. Na ‘Afblijven’ wilde ze graag bezig met ‘Sonny Boy’ terwijl ik op een punt in mijn carrière zat dat ik er een beetje doorheen zat. Op de Filmacademie heb ik regie gedaan, maar ik ben toch in de productie gerold. Dat ging me goed af en ik vond het leuk om te doen, maar ik wilde op dat moment graag iets tastbaars doen. Toen ‘Timboektoe’ zo’n enorm succes werd, werd mij meteen gevraagd of ik geen zin had om er nog één te doen. Dan moet je eigenlijk óf een ander plan hebben, óf je gaat verder met waar je plezier aan beleeft en dat is wat er is gebeurd. Ik vind het geweldig om met jongeren te werken.” Drama is wel het genre waar Dave’s hart het meest naar uitgaat. “Ik vind het prettiger om met emoties bezig te zijn, ik denk niet dat ik een film als ‘Prooi’ (Dave produceert deze nieuwe horrorfilm van Dick Maas, red.) of ‘Cop vs. Killer’ kan regisseren.”
Afleiding
De audities waarbij Dave getalenteerde jongeren zoekt voor invulling van de rollen van een nieuwe Carry Slee-verfilming zijn beroemd. Veel jonge acteurs en actrices worden zo min of meer door hem ontdekt. De regisseur kiest bewust steeds voor een nieuwe cast. Dat betekent wel dat een talentvolle, inmiddels doorgebroken, acteur of actrice er bijna zeker van kan zijn dat hij of zij niet weer een rol zal krijgen in zijn volgende film. Is dat niet raar of oneerlijk? Dave geeft aan dat hij het heel lastig vindt. “Om Gaite (Jansen, speelde de rol van Eva in ‘Lover of Loser’, red.) nu in de rol van Vera te zien, dat zou heel raar zijn. Ze zou het wel kunnen, ze zou het willen ook, maar het publiek is zo oplettend, dat zou te veel afleiden.” Dave haalt als voorbeeld aan dat er in ‘Spijt’ een goof zit met een telefoon. “Ik was me ervan bewust na de opnamen, maar bij het monteren bleek dat toch de mooiste opname te zijn. Dus we hebben ‘m toch gebruikt. We hebben het aangepast, maar nog zijn er mensen die het zien. Toen Carry Slee in beeld kwam bij ‘Afblijven’ haalde dat het publiek even uit de film en wezen ze naar het scherm, terwijl ze elkaar aanstootten: “Dat is Carry!” Ik wil dat je in de film blijft. En dat is de reden waarom ik steeds voor een nieuwe cast kies.”
Monica Meijer