Interview Lech Majewski (‘The Mill and the Cross’)

Amsterdam, Conservatorium Hotel, donderdag 23 februari 2012

Voor de promotie van zijn nieuwste film, ‘The Mill and the Cross’, bezoekt de Poolse multimediakunstenaar en dichter Lech Majewski Amsterdam. In een hotelkamer in het luxueuze Conservatorium Hotel spraken wij uitgebreid met een gedreven en enthousiaste Majewski over deze film en zijn liefde voor de echte kunst.

Verstoppertje
In ‘The Mill and the Cross’ laat Lech Majewski het publiek meekijken met de Middeleeuwse schilder Pieter Bruegel de Oudere. Het schilderij ‘De kruisdraging’, dat in een museum in Wenen hangt, herbergt veel verhalen. Het centrale punt van het doek wordt gevormd door Jezus Christus, die instort onder het gewicht van zijn kruis. Toch zal dat misschien wel een van de laatste dingen zijn die de kunstliefhebber zal zien. Over Majewski is wel eens gezegd dat hij een Bruegeliaanse manier van denken heeft. De filmmaker beaamt dat. “In mijn verhaal bedek ik het belangrijkste inderdaad altijd met iets dat op de voorgrond gebeurt. Het is een soort verstopspelletje. Bruegel was echter ongelooflijk goed in het verstoppen van zijn helden. En als je daar dieper over nadenkt is het een geweldige filosofieles: het leven gaat door, mensen hebben geen oog voor iets wat vlak bij hen gebeurt. Er kan dicht bij een mens iets plaatsvinden dat van wezenlijk belang is en je ziet het niet.” Als voorbeeld neemt Majewski een ander schilderij van Bruegel, ‘De val van Icarus’, waarop een landbouwer, een visser en een herder niet omkijken naar de zojuist in zee gevallen Icarus. “Bruegel is de intelligentste en meest diepgaande schilder die ik ooit ben tegengekomen.”

Kunst is geen kunst
Het onverschillige van de mensheid is iets wat Majewski raakt. “Momenteel zit er niets menselijks meer in kunst. We leven in een “onmenselijkte” maatschappij, we zijn net robots. Iedereen kijkt naar hetzelfde, kleedt zich hetzelfde, eet hetzelfde. Het is net als Metropolis, alleen waren ze daarin beter gekleed,” lacht Majewski. Volgens de filmmaker zijn er momenteel niet veel echte kunstenaars meer. “Tegenwoordig kan iedereen zich zo noemen. Ik kan bijvoorbeeld dit overhemd uittrekken, kapotscheuren en op de grond gooien en zeggen dat het kunst is. Dat een toeschouwer het dan niet begrijpt, okay. De echte kunstenaars komen uit het verleden.”

Ontroering
Toch mag Majewski zichzelf ook wel een kunstenaar noemen. ‘The Mill and the Cross’ weet namelijk veel mensen oprecht te ontroeren. “Ik dacht in eerste instantie dat de film puur voor kunstliefhebbers zou zijn. Maar we hebben de film aan een groot aantal mensen kunnen tonen die helemaal niet in die doelgroep pasen, en zij bleken het fijnste publiek te zijn.” Majewski heeft met ‘The Mill and the Cross’ al veel successen geboekt in Frankrijk, Japan, uiteraard in zijn thuisland Polen, maar ook het publiek in de Verenigde Staten loopt er mee weg. “Op de een of andere manier vindt de film zijn weg wel naar het publiek. Het ontroert ze intens. Daarnaast zijn ze volledig verrast door de esthetiek. Ze hebben zoiets nog nooit eerder gezien in de bioscoop, zo’n visueel feest. Dat maakt mensen nieuwsgierig,” zo probeert Majewski het succes van zijn film te verklaren. Wat de regisseur verder verrast is dat vooral vrouwen de film op waarde weten te schatten. “Ik weet niet hoe dat komt, het verraste me. Misschien omdat zij meeleven met de mensen die in de film gemarteld worden?”

Honkbalknuppel
Net als in zijn vorige film, ‘Glass Lips’ (a.k.a. ‘Blood of a Poet’, 2007), zijn dialogen niet echt van belang in ‘The Mill and the Cross’ (in ‘Glass Lips’ ontbraken deze volledig). “Toen die film vertoond werd, werd mij na afloop door iemand uit het publiek gevraagd waarom er geen dialoog in zat. Toen viel een andere bezoeker naar diegene uit: “Bent u doof? Er zitten wel degelijk dialogen in!” En dat is het gekke: het publiek is altijd verdeeld in zij die wel woorden horen en zij die dat niet doen. Dat vind ik het interessantst aan het maken van films: ik wil dat het publiek hun eigen verhaal begint. Ik ben niet van plan om met een honkbalknuppel mijn boodschap bij hen naar binnen te slaan. Het is immers zoals de Chinezen zeggen: een beeld zegt meer dan duizend woorden. Jammer genoeg wordt ons dat niet meer gegund tegenwoordig. Er wordt overal tegen je en over je gepraat en als er geen dialogen zijn, dan wordt er wel bakken muziek over ons uitgestrooid. We overdrijven. Eigenlijk zoals Rubens dat deed.”

Toppunt van schoonheid
In ‘The Mill and the Cross’ focust Majewski zich op zo’n twaalf mensen uit de ruim vijfhonderd die Bruegel geschilderd heeft. “Samen met Michael Gibson, de schrijver van het essay, die samen met mij het scenario voor de film heeft geschreven, heb ik een soort van doorsnede van de maatschappij gemaakt. Je ziet rijke mensen, armen, jongeren en oude mensen. Er zit geen diepere gedachte achter.” Waar wel diep over nagedacht is, zijn de gebruiken van de mensen in de zestiende eeuw. Zoals het schrobben van de drempels, iets dat meerdere keren voorkomt in ‘The Mill and the Cross’. Majewski: “Uit studies naar die tijden blijkt dat vrouwen hun drempels maar liefst drie keer per dag schrobden. Het was het enige ding wat er echt spic en span uit zag. Het had een soort symbolische betekenis: het was de grens van je eigen veilige zone en daarom behandelden ze dat met extra aandacht. Het werd bijvoorbeeld ook ingewreven met speciale, heerlijk geurende smeersels.” Wat ook opvalt is hoe vrouwen het brood tegen hun buik aandrukken alvorens het op te eten. “Ook dat heeft een reden,” vertelt Majewski. “Vrouwen wilden over het algemeen graag in verwachting raken. Het toppunt van schoonheid was een zwangere vrouw. Dit komt omdat de sterftecijfers onder kinderen enorm groot waren, dus vrouwen moesten wel vaak zwanger zijn om kinderen te houden. Vrouwen stopten broden onder hun kleding om zwanger te lijken. Ten tweede is het brood symbolisch gezien het lichaam van Jezus Christus. En ten derde hield het brood je warm.” Majewski geeft aan dat hij het fijn vindt om zo diep te graven in de dagelijkse routine van mensen uit die tijd. “Je komt zoveel idiosyncrasieën tegen, dingen die volledig vergeten zijn, gekke manieren. Het is prachtig om juist dat in je film te kunnen stoppen.”

Geen propaganda
Majewski houdt er niet van om mensen te manipuleren. “Ik ben opgegroeid in het communistische Polen, waar we leden onder propaganda. Ik wil mensen niet op zo’n traditionele manier manipuleren. Uiteindelijk doe je dat natuurlijk wel, omdat je iets maakt, waarmee je een reactie wil ontlokken. Maar ik probeer het zoveel mogelijk te beperken. Ik verwacht dat de kijker op zijn eigen voorwaarden naar mijn film kijkt, en we zullen elkaar ergens in het midden treffen.” De filmmaker vertelt dat de reacties van het publiek als een rode draad door zijn leven lopen. “Het is hetzelfde als bij mijn video art stukken. Ze bezoeken het, begrijpen het niet en lopen gefrustreerd weg. Maar de volgende dag komen ze terug. Het blijft aan ze knagen, ze raken het niet kwijt. Blijkbaar maak ik beelden die bij mensen blijven plakken.”

Helden
“Films maken is mijn alibi om met mijn grootste helden tijd door te brengen,” gaat Majewski verder. “Ik wil van ze leren, ik wil bevriend met ze raken. Het maken van ‘The Garden of Earthly Delights’ (2004) stelde mij in staat om met Hieronymusch Bosch vrienden te worden. En nu Pieter Bruegel. Ik heb vier jaar met hem doorgebracht. En Jean Michel Basquiat, het is mijn geesteskindje. Ik heb weliswaar de film door Julian Schnabel laten regisseren (‘Basquiat’, 1996), maar het is mijn baby. Ik prefereer hun gezelschap boven dat van gangsters, politie-agenten of een of andere malloot. Zij zullen op zich best interessante karakters vormen om naar te kijken, maar niet om tijd mee door te brengen.” Momenteel werkt Majewski aan een film over een dichter, die geobsedeerd is door Dante. “Ik breng nu dus veel tijd door met Dante. Het is onoverkomelijk. Ik ben graag in gezelschap van mijn ‘vrienden’.”

Lodi Meijer