Iron Island – Jazireh ahani (2005)

Regie: Mohammad Rasoulof | 90 minuten | drama | Acteurs: Ali Nassirian, Hossein Farzi-Zadeh, Neda Pakdaman, Nemat

De Iraanse filmmaker Mohammad Rasoulof kunnen we alleen nog maar kennen van het matige ‘The Twilight’ (‘Gagooman’, 2002). Met ‘Iron Island’ zal hij meer lof oogsten, de film leverde hem al een ‘Special Jury Award’ op bij het Gijón International Film Festival.

Het eerste wat opvalt aan ‘Iron Island’ is de bijzondere locatie, vergelijkbaar met die van Ki-Duk Kim’s ‘The Bow’ (‘Hwal’, 2005): het grootste gedeelte van de film speelt zich af op een olietanker. Op deze olietanker is een complexe samenleving ontstaan, compleet met geiten, ezels en een schooltje. Al is de tanker groezelig en roestig, de Arabische sfeer blijft aanwezig, zo dienen vrouwen zich ook op het schip te sluieren. De charismatische regelaar Kapitein Nemat (Ali Nassirian) heeft er een status als koning en aan zijn gezag dient niet getoornd te worden. Dit ondervindt niet alleen de intelligente leraar die Nemat erop wijst dat het schip langzaam wegzinkt in zee, maar ook Ahmad (Hossein Farzi-Zadeh), Nemat’s geadopteerde zoon. Ahmad is verliefd op een meisje op het schip, maar Nemat vindt dat hij haar niets te bieden heeft en regelt met haar vader een echtgenoot op het land. Het gezicht van Ahmad’s geliefde krijgen we nooit geheel te zien (behalve op een pasfotootje) : zodra ze – op haar huwelijk – het masker van haar gezicht haalt glijdt er een kleurige sluier over haar hoofd. Ahmad probeert te vluchten van het schip, maar al snel wordt hij vastgebonden teruggebracht.

Op het moment dat de verloren ‘zoon’ terugkeert toont Nemat in een indrukwekkende scène pas echt zijn onverbiddelijkheid en is het duidelijk dat deze olietanker voor haar bewoners even onderdrukkend kan werken als de Arabische mannencultuur voor Ahmad’s geliefde. Die zware boodschap blijft echter op de achtergrond, zoals de vrouwen er überhaupt op de achtergrond blijven. Op de voorgrond zorgen verschillende unieke personages voor luchtige en poëtische momenten. Zo is er de jongen Kleine Vis, die in het ruim van het schip visjes vangt en ze teruggooit in zee, omdat ze zelf de weg terug niet meer kunnen vinden. De eerder genoemde leraar die probeert zijn leerlingen iets bij te brengen, maar zelf zijn schoolkrijtjes moet maken met behulp van lege kogelhulzen. En dan is er een oude man die voortdurend in de zon staart, in de hoop op een dag ‘iets’ te zien.

Dat alles wordt gebracht op zeer natuurlijke wijze. De film lijkt wel een documentaire qua camera- en acteerwerk, maar Rasoulof garandeert dat het verhaal (dat hij zelf schreef, oorspronkelijk als een toneelstuk zónder olietanker) fictioneel is, al zijn de personages wel gebaseerd op mensen die hij kent. De stijl staat de schoonheid niet in de weg en voor het verhaal – dat op organische wijze wordt gepresenteerd – is zij juist bevorderlijk. ‘Iron Island’ is ver verwijderd van Hollywood en de gemakzuchtige kijker zal het open einde misschien niet kunnen waarderen. Maar het zal de meesten niet veel moeite kosten zich daaroverheen te zetten, de manier waarop Rasoulof en zijn crew erin geslaagd zijn een wereld die zo vreemd voor ons is zo levensecht over te brengen verdient alle respect.

Emy Koopman

Waardering: 4