Island of Lost Souls (1932)

Regie: Erle C. Kenton | 70 minuten | horror, science fiction | Acteurs: Charles Laughton, Richard Arlen, Leila Hyams, Bela Lugosi, Kathleen Burke, Arthur Hohl, Stanley Fields, Paul Hurst, Hans Steinke, Tetsu Komai, George Irving

Deze ‘Island of Lost Souls’ uit 1932 van Paramount Pictures is gebaseerd op en de eerste verfilming van ‘The Island of Dr. Moreau’ van science-fiction schrijver H.G. Wells. De verfilming van regisseur Erle C. Kenton wijkt op meerdere onderdelen van Wells’ boek af maar dat maakt het er niet minder interessant op.

Het gaat over de geleerde Dr. Moreau die bezeten is van het idee in te grijpen in de evolutie en dieren in mensen te veranderen. Daartoe voert hij op zijn eiland op dierlijke proefkonijnen uiterst pijnlijke operaties uit in het ‘House of Pain’ om ze, voor zover mogelijk, een menselijke gestalte, stem en intelligentie te geven. Zijn experimenten kennen echter de nodige tegenslagen wanneer zijn proefdieren terugvallen naar halfbeestachtige gedaantes. Om de dierlijke instincten en agressie van zijn proefdieren eronder de te houden gedraagt Moreau zich als een god en heeft hij ‘The Law’ opgesteld, een stel wetten die hij zijn slachtoffers hardhandig bijbrengt. Wanneer de hoofdpersoon Parker op het eiland strandt laat Moreau ook zijn oog op hem vallen. Iets dat samenvalt met de toenemende opstandigheid van Moreau’s proefdieren wanneer deze Moreau steeds meer doorzien. Wat in Kentons verfilming centraal staat zijn Parkers belevenissen en zijn pogingen het hoofd koel te houden te midden van de steeds onheilspellender gebeurtenissen in deze wereld waarin enig gezond verstand niet aanwezig lijkt.

De ontwikkelingen zorgden ervoor dat de film bij het uitbrengen niet in al te goede aarde viel en waren er de oorzaak van dat het in meerdere landen uit de bioscopen werd geweerd vanwege de ethische en religieuze kwesties die het met zich meebracht. Ook auteur Wells zelf was naar verluidt niet al te gecharmeerd van deze verfilming aangezien de nadruk op de horroraspecten werd gelegd in plaats van de meer filosofische aspecten van het een en ander de ruimte te geven. Maar op andere fronten valt er over Kentons verfilming niet veel te klagen. Allereerst de omgeving waarin het verhaal zich in een aardig tempo afspeelt. Een eiland met een broeierige en dicht begroeide jungle, dat niet alleen een exotische, maar ook een claustrofobische en sinistere sfeer oproept. Ook van de talrijke door Moreau geschapen wezens gaat er vanaf het begin af naargeestigheid uit, door hun uiterlijk, de manier waarop ze zich in het struikgewas en in de schaduwen ophouden, maar ook door hun houding ten opzichte van Moreau en diens menselijke gasten. Weliswaar onderdanig en gehoorzaam maar ook met sombere blikken en de herhaaldelijk met aarzeling of met tegenzin door Moreau uitgedeelde bevelen maken duidelijk dat er bij Moreau’s beestmensen iets broeit onder de oppervlakte. Ook de cameravoering, het gebruik van licht en donker en van schaduwen, en dat deze productie in zwart wit gefilmd is draagt eraan bij dat regisseur Kenton de sfeer zoals die in Wells’ boek naar voren komt in elk geval keurig weet weer te geven.

Er is niet al teveel sprake van speciale effecten. De make-up van de door Moreau naar menselijke gestaltes omgebouwde dieren is relatief simpel en het is met hun bizarre uiterlijk niet altijd even duidelijk tot welke diersoort ze oorspronkelijk behoorden. Maar hoewel simpel, wel degelijk effectief wanneer ze in diverse gradaties van groteskheid een al dan niet ingehouden dreiging uitstralen. Ook worden de zich op het eiland afspelende gruwelijkheden niet bepaald expliciet weergegeven. Het is voor het grootste deel suggestie, iets dat nog eens wordt onderstreept door het wegzwenken van de camera wanneer er diverse dodelijke slachtoffers worden gemaakt. Maar datgene wat we ervan zien en horen, de kreten van pijn in de nacht, de glimp van Moreau met zijn praktijken op de operatietafel en diverse andere gebeurtenissen vijzelen, in combinatie met de geleidelijke onthulling van Moreau’s even waanzinnige als her en der sadistische praktijken, het horrorgehalte in deze productie dusdanig op om deze film tot een geslaagde horrorklassieker te bestempelen. Wel een waarin Wells in zijn mening over deze film tot op zekere hoogte gelijk krijgt, maar die het in termen van horror voor de horrorfan des te welkomer maakt.

Verdienstelijk werk van de bij deze productie betrokken acteurs. Hoewel een wellicht ietwat kleurloos en stereotiep heldhaftig optreden van Richard Arlen als Edward Parker, zien we een even onvergetelijk als glansrijk optreden van Charles Laughton die de show steelt als de doorgeslagen en door grootheidwaanzin bevangen Dr. Moreau. Hij beweegt zich kalm en schijnbaar beschaafd maar als bezeten door het beeld en heeft aan kleine gebaartjes en minieme gezichtsuitdrukkingen genoeg om aan Moreau’s gestoorde geest en kwaadaardige inslag uitdrukking te geven. Volgens een meer ingehouden aanpak dan soortgelijke doorgeslagen geleerden die in de loop der jaren gestalte zijn gegeven, maar wel op een des te subtieler en veelzeggendere wijze. Ook een opvallend optreden van Kathleen Burke als Lota, de door Moreau getransformeerde pantervrouw die een tot mislukken gedoemde romance met Parker aangaat en wiens vermenselijkt personage zich geloofwaardig langs een scala van voor haar nieuwe emoties beweegt. Ook geslaagde optredens van Arthur Hohl als Moreau’s half scrupuleuze en geleidelijk tot inkeer komende handlanger Montgomery en van een bijna onherkenbare Bela Lugosi in een kleine rol als de woordvoerder van de door Morau geschapen creaturen. Wezens die sympathie zullen oproepen gezien de pijnlijke operaties en de wrede behandeling die ze van Moreau te verduren krijgen en doordat ze, ondanks hun herhaaldelijk primitief overkomende opvattingen, in meerdere opzichten heel wat menselijker overkomen dan hun schepper.

Het maakt ‘Island of Lost Souls’ tot een geslaagde mix van horror en science-fiction. Ook de kwalitatief beste en meest sfeervolle verfilming van Wells verhaal die er tot op heden gemaakt is en die er geen enkele moeite mee heeft de aandacht vast te houden. Ook het jaartal waaruit deze film dateert heeft daar geen nadelige invloed op. Niet te missen dus voor de liefhebbers van de verhalen van Wells en van horror- en science-fictionklassiekers.

Frans Buitendijk