It Must Be Heaven (2019)

Recensie It Must Be Heaven CinemagazineRegie: Elia Suleiman | 102 minuten | komedie | Acteurs: Gael García Bernal, Ali Suliman, Stephen McHattie, Elia Suleiman, Grégoire Colin, Kwasi Songui, Holden Wong, Vincent Maraval, François Girard, Robert Higden, Gabrielle Mankiewicz

‘It Must Be Heaven’ begint met een groep christelijke Arabieren die een kerk in Nazareth binnen proberen te komen. Maar dat gaat niet van een leien dakje, net zoals niets van een leien dakje gaat in deze film van en met Elia Suleiman. De hoofdpersoon, een jongensachtige man met immer verwonderde blik, jarenvijftigbril en strooien hoed, is het alter ego van Suleiman: een Palestijnse filmmaker die de wereld met verbazing gadeslaat. Die niet alleen in zijn thuisstad Nazareth, maar overal ter wereld de absurditeit van het leven tegenkomt. In Parijs, in New York of thuis in Palestina aanschouwt hij menselijk ongemak, tikkende klokken in stille kamers en vreemde ontmoetingen.

De ongebruikelijk centrische inkadering – met zijn eigen figuur steeds als vreemd middelpunt – maakt dat de scènes hoe langer hoe surrealistischer aandoen. Er wordt nauwelijks gepraat, alleen geobserveerd. Hij herkent zijn moederland – waar hij, zo wordt ons getoond, het absurde in het alledaagse en het alledaagse in het absurde heeft leren herkennen – in de absurditeit van onze maatschappij, in de optredens van autoriteiten en breder, in de absurditeit van machtsvertoon in het algemeen. Dat kan ook een individu zijn die zich agressief opstelt in de metro of twee kinderachtige macho’s die op dreigende toon hun (volwassen) zus ‘beschermen’. Door vooral de absurditeit in de momenten van machtsvertoon te laten zien, in plaats van de dreiging, haalt Suleiman ook de angel uit de situaties. Hijzelf is in ieder geval nooit bang – hij ondergaat wat er op zijn pad komt zwijgzaam; verontrust noch geamuseerd. Maar is het ook zo dat hij de autoriteiten in Parijs en New York belachelijk neerzet omdat het daar relatief gemakkelijk kán? Zijn de Parijse daklozen in zijn ogen zo verwend dat de ambulance ze een driegangendiner voorzet? Zeker weten zullen we het niet.

Wat hem zélf bezighoudt, dat komen we namelijk nauwelijks te weten. Het kalme ondergaan van de situaties, die daardoor vanzelf droogkomisch worden, weerhoudt hem ervan de kijker meer van zichzelf te laten zien. En dat is soms jammer. Aanvankelijk lijkt het nog of hij zijn appartement in Nazareth opruimt, om voorgoed te vertrekken, maar gaandeweg wordt dat nergens uitgediept. Naar Parijs en New York lijkt hij vooral te gaan om zijn film bij producenten te pitchen – onsuccesvol helaas, want ze vinden zijn ideeën ‘niet Palestijns’ genoeg, zien we in wrange maar ook geestige gesprekken. De onrealistische verwachtingen die mensen bij ‘een Palestijn’ hebben komen vaker aan bod – Suleiman neemt ze subtiel op de hak, én zet ze recht: bijvoorbeeld door in een discotheek in Nazareth te laten zien hoe Palestijnse jongeren net als overal ter wereld met elkaar dansen, drinken, roken en flirten. En laat dat nou de enige situatie in de hele film zijn die níet absurd aandoet, maar geruststellend gewoon.

Ruby Sanders

Waardering: 3

Bioscooprelease: 19 december 2019